MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA Lautten Compagney olv. Wolfgang Katschner wo 14 dec 2011 Rinaldo Libretto 2011-2012 Händel Lautten Compagney olv. Wolfgang Katschner wo 14 dec 2011 Orchestra & Choir of the Academy of Ancient Music olv. Richard Egarr za 17 dec 2011 Scherzi Musicali olv. Nicolas Achten wo 11 jan 2012 Café Zimmermann olv. Céline Frisch wo 15 feb 2012 inleiding David Vergauwen / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur pauze omstreeks 21.20 uur einde omstreeks 22.55 uur vertaling libretto Waut Koeken, met dank aan de Vlaamse Opera coördinatie programmaboekje deSingel Lautten Compagney Wolfgang Katschner muzikale leiding Juliette Galstian mezzo (Rinaldo) Olivia Vermeulen mezzo (Almirena) Eleonore Marguerre sopraan (Armida) Tobias Berndt bariton (Argante) Yosemeh Adjei contratenor (Goffredo) Steve Wächter contratenor (Eustazio) Florian Götz bariton (Mago) Georg Friedrich Händel (1685-1759) Rinaldo, HWV7 Libretto Aaron Hill & Giacomo Rossi gelieve uw GSM uit te schakelen De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. reageer & win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Georg Friedrich Händel Rinaldo libretto Aaron Hill & Giacomo Rossi (Città di Gerusalemme assediata, con porta in prospettiva, da cui escono soldati alla battaglia. Da un canto si vede grandissimo padiglione con trono sopra di cui siede Goffredo circondato dalle guardie, da Rinaldo, da Almirena, e da Eustazio.) (De belegerde stad Jeruzalem, met zicht op de stadspoort, waardoor soldaten ten strijde trekken. Aan één kant van het toneel een grote tent met daarin de troon waarop Goffredo zit, omringd door wachters, en door Rinaldo, Almirena en Eustazio.) Atto primo Scena I Eerste bedrijf Scène 1 Recitativo Recitatief Goffredo Goffredo Delle nostre fatiche Siam prossimi alla meta, o gran Rinaldo! Là in quel campo di palme Omai solo ne resta Coglier l’estrema messe, E già da’ lidi eoi Spunta più chiaro il sole, Per illustrar co’ rai d’eterna gloria L’ultima di sion nostra vittoria. Het doel van onze inspanningen Komt eindelijk in zicht, grote Rinaldo! Daar, op dat palmenveld, Rest ons de laatste oogst binnen te halen. Van aan de kusten in het oosten Schijnt de zon reeds feller Om stralen van eeuwige roem te werpen Over onze ultieme overwinning op Sion! Aria Aria Sovra bale scoscesi e pungenti Il suo tempio la gloria sol ha. Né fra gioie, piaceri e contenti I bei voti ad apprender si va. Slechts op steile en puntige rotsen Verheft de roem haar tempel. Mooie eden worden niet gezworen Uit vreugde, noch uit tevredenheid of geluk. Recitatief Recitativo Rinaldo Rinaldo O onoverwonnen prins, Alleen een huwelijk Met de mooie Almirena Zou dit hart gelukkiger kunnen maken, Want verenigd is de deugd steeds sterker. Ciò, che solo mi resta, o prence invitto, E cogli alti imenei Della bella Almirena Giunger a questo cor più lieta sorte; Ch’unita la virtà, semmmopre è più forte. Goffredo Goffredo Chi non cura ‘l nemico, I precipizi affretta, o forte eroe! Sul sentier della gloria Tu non devi arrestar in piè nel corso; Vinta sion, prendi da me la fede, Almirena ti fia bella mercede. Wie de vijand verwaarloost, Haast zich naar zijn ondergang, machtige held. Het pad naar de glorie Mag je niet blijven stilstaan! Neem mijn woord: zodra Sion is overwonnen Zal Almirena je mooie beloning zijn. Aria Aria Combatti da forte, che fermo il mio sen Piacer ti prepara, contenti d’ognor. Con face di gloria bell’iri seren Adesso risplenda nell’alto tuo cor. Vecht moedig. Trouw zal mijn hart Jou vreugde en geluk voorbereiden, voor altijd. Moge de glans van roem in je mooie ogen Voortaan ook je heerlijke hart doen stralen. Recitativo Recitatief Eustazio Eustazio Questi saggi consigli Accogli nel tuo sen, prode guerriero! Sluit deze wijze raad In je hart, dappere krijger! Rinaldo Rinaldo Quanto possente sei, bendato arciero! Wat ben je machtig, blinde boogschutter! Scena II Scène II Scena III Scène III (S’ode suonar una tromba, che precede un’araldo Spedito dalla città, e che viene accompagnato da Due guardie sin’alla presenza di Goffredo.) (Argante esce dalla città in un carro trionfale tirato da cavalli, e seguitato da un gran numero di guardie a piedi, e gente a cavallo, e discendendo con un corteggio solenne s’accosta alla persona di Goffredo che si move per incontrarlo.) (Een trompet weerklinkt en kondigt een heraut aan die uit de stad werd gezonden. Begeleid door twee wachters begeeft hij zich naar Goffredo.) (Argante verlaat de stad in een door paarden voortgetrokken triomfwagen, gevolgd door een groot aantal wachters te voet en te paard. De plechtige stoet begeeft zich naar Goffredo, die hem tegemoet komt.) Aria Aria Argante Argante Het sissen van Alecto’s serpenten En het blaffen van de vraatzuchtige Scylla Lijk ik overal om me heen te horen. Een kwaadaardig gif sijpelt in mijn borst, Een nog zwakke vonk van vrees Doet mij lijden. Sibillar gli angui d’aletto, E latrar vorace scilla, Parmi udir d’intorno a me. Rio velen mi serpe in petto, Né ancor languida favilla Di timor, pena mi diè. Recitativo Recitatief Goffredo, se t’arrise Sin qui fortuna, ella inconstante sempre Può ben cangiar sue tempre; E se saggio tu sei, Ascolta i detti miei. Per ristorar in parte I scambievoli oltraggi, Chiedo, che si sospenda Sol per tre giorni ‘l marzial firore; Tanto devi a tuo prò, tanto al mio onore. Fortuna heeft je tot dusver toegelachen, maar ze is voortdurend ontrouw, Goffredo, En snel kan ze haar stemming veranderen! Als je wijs bent, aanhoor dan mijn woorden! Om de wederzijds geleden schade Gedeeltelijk te kunnen herstellen, Vraag ik je dat de strijdwoede Voor slechts drie dagen zou worden gestaakt. Zoveel ben je zowel jouw voordeel Als mijn eer verschuldigd. Goffredo Goffredo Chi su base del giusto Appoggia l’alte imprese, Non teme della sorte i crudi eventi. Tu con superbi accenti Grazie richiedi, e pur ti fian concesse, Che d’un’anima grande Leggerai con rossor i pregi in esse. Wie op rechtvaardigheid Zijn hoge daden stoelt, Vreest de wrede spelingen van het lot niet. Met hooghartige woorden vraag je genade. Welnu, die zal je worden verleend, Opdat je daaraan vol schaamte De edelmoedigheid van mijn ziel zou aflezen. Aria Aria No, no, che quest’alma Scontenti non dà, Con placida calma Giovare sol sa. Ch’e grande il diletto D’un nobile petto, Ch’a gloria sen va. Neen, neen, laat deze ziel Geen ontevredenheid scheppen; Zachtmoedig en rustig Vermag ze slechts te dienen. Hoe groot is de vreugde Een edel hart Dat naar glorie streeft. Scena IV Scène IV Recitativo Recitatief Argante Argante Infa dubbi di marte Resta sospeso il cuore; Ma più vaneggia oppreso Ne’ pensieri d’Armida, Ch’amante in un e mia compagna fida, De’ marziali eventi Nelle ziffre del fato Corse a spiar gl’arcani, Per rendeer de’ nemici i moti vani. De wisselvalligheden van de oorlog Bedrukken mijn hart. Maar erger nog bedrukken me Mijn gedachten aan Armida, Mijn geliefde, mijn trouwe gezellin, Die al vooruitgegaan is Om in de tekenen van het lot De geheimen van de oorlog af te lezen En zo de plannen van de vijand te verijdelen. Aria Aria Vieni o cara, a consolarmi Con un sguardo tuo seren! Il tuo volto può bearmi, E scacciar il duol dal sen. Ach liefste, kom mij troosten Met je zachte, rustgevende blik. Alleen jouw gelaat kan mij gelukkig maken En het verdriet uit mijn hart verdrijven. Scena V Scène V Aria Aria Armida Armida Furie terribili! Circondatemi, Sequidatemi Con faci orribili! Razende furiën, Omcirkel mij, Volg mij Met vlammen van verschrikking. Recitativo Recitatief accompagnato Armida Armida Signor, se ben confusi Son gli enigmi del fato, Io con note tremende Pur forzaii quell’abisso A scior in chiaro suon distinti accenti, Ed a mie brame ardenti Rispose in tuono amico: ”se dal campo nemico Svelto fia di Rinaldo il gran sostegno, Spera pur d’asia il desolato regno.” Heer, al zijn de mysteriën Van het lot duister en verward, Met verschrikkelijke woorden Heb ik de hel gedwongen Om heldere taal te spreken. En op mijn vurige verlangen Kwam een vriendelijk antwoord: “Als het vijandelijke kamp De vitale steun van Rinaldo zou missen, Zou het vertwijfelde rijk Azië kunnen hopen.” Argante Argante Corro a spegner quell’empio. Ik zal die ellendeling meteen vernietigen! Armida Armida T’arresta, o caro, e sol di me fia cura, D’allontar quel forte Dalle squadre nemiche. Nel mio poter t’affida! Wacht, liefste, laat het aan mij over Om die held te verwijderen Uit de vijandelijke rangen. Vertrouw op mijn macht! Argante Argante Parto, e in te sol l’anima mia confida Ik ga, op jou alleen vertrouwt mijn ziel. (Armida in aria, che canta sedendo sopra un carro tirato da due dragoni, i quali gettano dalla bocca fiamme, fumo e muggiti.) (Armida zingt, terwijl ze door de lucht vliegt in een wagen, door twee vuurspuwende draken voortgetrokken.) Aria Aria Armida Armida Molto vogliiio, molto spero Nulla devo dubitar. Di mia forza all’alto impero Saprò il mondo assoggettar. Zoveel wil ik, zoveel hoop ik, Aan niets mag ik twijfelen! Met mijn onweerstaanbare macht Ik heel de wereld onderwerpen. Scena VI Scène VI Aria Aria Almirena Almirena Augelletti, che cantate, Zefiretti che spirate Aure dolci intorno a me, Il mio ben dite dov’e! Vogeltjes die zingen, Briesjes die zuchten, Zoete lucht om mij heen, Zeg me toch, waar is mijn liefste? Recitativo Recitatief Adorato mio sposo, Vieni a bear quest’alma! Mijn aanbeden bruidegom, Kom, en maak mijn ziel gelukkig! Rinaldo Rinaldo Al suon di quel bel labbro Corron festosi a te gli affetti miei, E quella fiamma illustre, Ch’in me viepiù s’accende Da’ tuoi bei lumi, o cara, Prende il gran fuoco ad avamparmi ‘l core. Bij de klank van je mooie lippen Rent mijn tederheid juichend naar je toe. En die heerlijke vlam Die steeds feller in mij brandt Wordt door je mooie ogen, liefste, Tot een vreugdevuur dat heel mijn hart in lichterlaaie zet. Duetto Duet Almirena Almirena Scherzano sul tuo volto Le grazie vezzosette A mille, a mille. Op jouw gelaat Spelen de zoetste gratiën, Duizenden en duizenden! Rinaldo Rinaldo Ridono sul tuo labbro i pargoletti amori a mille, a mille. Op jouw lippen Lachen lieflijke cupidootjes, Duizenden en duizenden! Almirena & Rinaldo Rinaldo, Almirena Nel bel fuoco di quel guardo Amor giunge al forte dardo Care faville. In het heerlijke vuur van je blik Rakelt Amor met zijn machtige pijl Nog meer zoete vonken! (luogo di delizie con fonti, viali, ed uccilliere in cui volano, e cantano gli uccelli. Almirena e Rinaldo) (Een lieflijke tuin met fonteinen, wandelpaden en volières met zangvogels. Almirena en Rinaldo) Scena VII Scène VII Recitativo Recitatief Armida Armida Al valor del mio brando Cedi la nobil preda! Lever je edele prooi uit Aan de macht van mijn zwaard! Almirena Almirena Oh dei, che fia? O goden, wat gebeurt er? Rinaldo Rinaldo Non cederò Almirena, Se col fulmine in mano La chiedesse il tonante. Nooit zal ik Almirena opgeven, Al zou, met zijn bliksems in de hand, De dondergod zelf dat van me eisen! Armida Armida Tanto ardisci, arrogante? Waag je zoveel, onbeschaamde? Sinfonia Sinfonia (Rinaldo tira la spada contra Armida, che pure Impugna il ferro contro di lui, e si mette in atto di Battaglia; ma mentre sono per battersi, discende una Nuvola negra, ripiena di mostri orribili, che mandano Fuori fiamme, fumo e muggiti, e coprendo Almirena Ed Armida, le porta seco in aria, lasciando in loro vece Due orride furie, che dopo aver deriso Rinaldo, si Profondano sotterra.) (Rinaldo trekt zijn zwaard, Armida trekt het hare. Ze willen elkaar te lijf gaan, maar net als de strijd losbarst, daalt een zwarte nevelwolk neer, vol met afschuwelijke, brullende monsters, die vuur en rook braken. De wolk omhult Almirena en Armida en tilt hen op in de lucht. In hun plaats blijven twee verschrikkelijke furiën achter. Ze bespotten Rinaldo, en verdwijnen dan onder de grond.) Aria Aria Rinaldo Rinaldo Cara sposa, amante cara, Dove sei? Deh! Ritorna a’ pianti miei! Del vostro erebo sull’ara, Colla face dello sdegno Io vi sfido, o spirti rei! Mijn bruid, mijn liefste, Waar ben je? Ach, kom terug, hoor mijn wenen! Op jullie altaar in de hel Zal ik jullie met het vuur van mijn woede Vernietigen, vuige geesten! Scena VIII Scène VIII (Armida strappa a forza Almirena dalle mani di Rinaldo e vuole condursela via.) Goffredo, Eustazio, e Rinaldo immobile, cogli occhi fissi a terra, e sommerso in una gran confusione.) (Armida verschijnt en rukt Almirena met geweld uit Rinaldo’s armen en wil haar meeslepen.) (Goffredo, Eustazio en Rinaldo. Deze staat bewegingloos naar de grond te staren, ten prooi aan wanhoop en verbijstering.) Recitativo Recitatief Goffredo Goffredo Ch’insolito stupore Lega gli sensi tui prode campione? Welke ondoorgrondelijke verbijstering Heeft je zinnen verlamd, dappere held? Eustazio Eustazio Quale a quell’alma forte Meraviglia fatal sxuote l’ardire? Tu, che con bbraccio armato Vibri fulmini in campo, Abbagliato cadrai De’ funesti pensieri ad un sol lampo? Welke verschrikkelijke wondermacht Heeft die sterke ziel zo kunnen schokken? Jij, die met je gewapende arm Bliksems doet inslaan op het slagveld, Laat jij je zomaar neerslaan Door een moment van zwarte wanhoop? Rinaldo Rinaldo Tale stupor m’occupa i sensi, e tale È il dolor che m’accuora, Che posso a pena articolar gli accenti! Qui con note innocenti Stavo spiegando del mio cor gl’afffetti Alla bella Almirena: Quando (oh cieli, che pena!) Amazzone corsara Tentò rapir a me qioia sì rara, Zo groot is de verbijstering die me verlamt, Zo groot is de pijn die mijn hart verstikt, Dat ik nauwelijks kan spreken! Hier stond ik, met mijn mooie Almirena. Ik vertrouwde haar met onschuldige woorden De innigste gevoelens van mijn hart toe, Toen (god, welk een pijn!) Plotseling een razende amazone Me van mijn enige geluk trachtte te beroven. Goffredo Goffredo Un mio giusto dolor l’anima ingombra? Diepe smart verduistert mijn ziel! Eustazio Eustazio Insoliti portenti! Ma tra sì fieri eventi Ti consola, geerman, Rinaldo, spera! Ch’a piè d’un monte, in cavernoso sasso, Giace uom, che delle stelle Spiar sa il corso, e qual virtute alligna Nelle pietre, nell’erbe; Questi m’e noto, ivi Pronti n’andrem a ricercar consiglio. Ondoordringbare mysterieën! Maar troost je, broeder, schep hoop, Rinaldo, Ondanks deze verschrikkingen. Want in een grot aan de voet van een berg Leeft een man, die de loop van de sterren Doorgronden kan, en die de krachten kent Die in stenen en in planten huizen. Ik ken hem goed; daarheen Moeten wij terstond om raad te zoeken. Goffredo Goffredo Il mio core ne freme. Mijn hart beeft! Eustazio Eustazio Lieta scorta ne sia una belle speme! Mooie hoop zal ons begeleiden. Aria Aria Col valor, colla virtù Or si vada a trionfar. Dall’indegna servitù L’alta prole io vo’ ritrar. Op de hoge troon van Sion Zal slechts moed en deugd gezien worden. Want uiteindelijk zal het geluk De nobele beloning zijn voor een grote ziel en een edel hart. Scena IX Scène IX Aria Aria Venti, turbini, prestate Le vostre ali a questo piè! Cieli, numi, il braccio armate Contro chi pena mi diè! Stormen, wervelwinden, Leen jullie vleugels aan mijn voeten! Hemelen, goden, bewapen mijn arm Hen, die mij dit leed hebben aangedaan! Atto secondo Scena I Tweede Bedrijf Scène I Aria Aria Eustazio Eustazio Siam prossimi al porto, Per prender conforto Al nostro penar. Ch’il cor si consoli, Il duolo s’involi Da chi sa sperar. We zijn niet ver meer van de haven, Waar we laving zullen vinden Voor onze inspanningen. Moge het hart troost vinden En moge de smart verdwijnen Bij hem, die weet te hopen. Scena II Scène II Scena III Scène III Recitativo Recitatief Donna Vrouw (de Sirenen) Per Raccor d’Almirena I più dolci respiri, Entra, Rinaldo, in questo augusto pino; Ella quivi mi spinse, ella t’attende Colà in spiaggia romita, Mesta, sola e tradita; Tanto importi le piacque, Di portaar il tuo foco in mezzo all’acque. (mentre Rinaldo, Goffredo ed Eustazio restano attoniti per quell’invito, le sirene cantano e saltano.) Verlang je ernaar Almirena’s Zachte zuchten opnieuw te horen? Kom dan aan boord, Rinaldo, van dit enge schip. Zij is het, die me stuurde, ze wacht op je Ginds, op die eenzame kust, Radeloos, eenzaam en verraden. Zozeer verlangt ze ernaar Dat je je vurigheid over de wateren draagt. (Rinaldo, Goffredo en Eustazio staan als aan de grond genageld door deze vreemde uitnodiging. Ondertussen dansen en zingen de Sirenen.) (gran mare placido, in cui riflette un bellissimo iri; vicino al lido sta una barca sull’ancora, ed al timone della medesima v’è uno spirito in forma di bella donna. Due sirene vanno saltando nelle onde.) (Rinaldo, Goffredo escono con fretta.) (Kalme, open zee, waarin zich een prachtige regenboog spiegelt. Niet ver van het strand ligt een schip voor anker. Aan het roer staat een geest in de gedaante van een mooie vrouw. Twee sirenen dansen in de golven.) (Rinaldo en Goffredo komen gehaast op.) Aria Aria Sirene Sirenen Il vostro maggio De’ bei verdi anni, O ori amanti, Sempre costanti Sfiorate in amore! Né un falso raggio D’onor v’affanni, Che sol beato Chi amante amato Possede un bel core. Laat de lente Van jullie jonge jaren, Verliefde harten, Steeds trouw Van liefde bloeien! Laat geen valse schijn Eer je bedroeven, Want slechts hij is gelukkig Die bemint en bemind wordt En een mooi hart bezit. Recitativo Recitatief Donna Vrouw (Sirene) Rinaldo, affretta i passi! Rinaldo, verhaast je passen! Rinaldo Rinaldo Sì, Almirena, a te corro. Ja, Almirena, ik ijl naar je toe! Goffredo Goffredo La tua gloria? En je eer? Rinaldo Rinaldo Ne freme. Raakt me niet. Eustazio Eustazio Il tuo senno? En je verstand? Rinaldo Rinaldo Languisce. Dat deemstert weg. Goffredo Goffredo Frena l’ardir? Beteugel je vermetelheid! Rinaldo Rinaldo Non devo. Dat mag ik niet. Eustazio Eustazio Pensa a’ casi tuoi! Denk aan je plichten! Rinaldo Rinaldo Il cor non pave. Mijn hart vreest niets. Goffredo Goffredo Sion ti chiama. Sion roept je! Rinaldo Rinaldo Ed il mio ben m’invita. Mijn geliefde roept me! Eustazio Eustazio L’erebo ti delude. De hel bedriegt je. Goffredo Goffredo Stige ti prende a scherno. De Styx drijft de spot met je. Rinaldo Rinaldo Pugnerò per quel bbel sin’coll’inferno! Voor haar zal ik vechten, zelfs met de hel. Recitativo Recitatief Eustazio Eustazio Signor, strano ardimento! Sui vortici dell’onde, All’aure di lusinghe, Fidar la propria gloria! Aan het kolken van de golven, Aan een bries van verleiding Zomaar zijn hele eer toevertrouwen! Aria Aria Mio cor, che mi sai dir? O vincer, o morir, Sì, sì, t’intendo! Se la mia gloria freme, Sol da una bella speme Io pace attendo. Mijn hart, wat kan je me zeggen? Overwinnen of sterven, Ja, ja, ik hoor je! Als mijn eer ten onder gaat, Kan ik alleen van de hoop Nog vrede verwachten. pauze pauze Scena IV (giardino delizioso nel palazzo incantato d’Armida. Argante ed Almirena.) Scène IV (Een wondermooie tuin in het betoverde slot van Armida. Argante en Almirena.) Aria Lascia ch’io pianga Mia cruda sorte, E che sospiri La libertà. Il duolo infranga Queste ritorte, De’ miei martiri Sol per pietà. Aria Aria Aria Argante Argante Basta che sol tu chieda, Per otterner da me, Bocca amorosa. Solo ch’il cor ti veda, Tutto si perde in te, Guancia vezzosa! Het volstaat dat jij het vraagt, En je zal het van me krijgen, Lieflijke mond. Het volstaat dat mijn hart je ziet, En alles gaat in jou verloren, Betoverend gelaat. Laat mij huilen Om mijn wrede lot. Laat mij zuchten naar vrijheid. Laat mijn verdriet De ketens verbreken Van mijn lijden, Al was het maar uit meelij. Scena V Scène V Recitativo Recitatief Armida Armida Cingetemi d’alloro Le triondali chiome! Rinaldo, il più possente, Terror dell’arme assire, In umile olocausto Sull’altar del mio sdegno Cadra svenato al suolo. Onducetelo quivi, o spirti, a volo! Omkroon mijn hoofd Met laurier van triomf! Rinaldo, de machtigste Verschrikking van de Assyrische legers, Zal weldra als nederig offer Op het altaar van mijn woede liggen, En levenloos aan mijn voeten neervallen! Geesten, vlieg heen en breng hem hier! Scena VI Scène VI Recitativo Recitatief Rinaldo Rinaldo Perfida, un cor illustre Ha ben forza bastante Per isprezzar l’inferno; O rendimi Almirena, O pagherai con questo acciar la pena. Verraadster, mijn moedig hart Heeft meer dan genoeg kracht Om de hel met verachting te trotseren! Geef me Almirena terug Of je zal de prijs betalen aan mijn zwaard! Armida Armida D’Armida a fronte si superbi accenti? Zo’n trotste woorden, tegenover Armida? Rinaldo Rinaldo A fronte ancor de’ più crude tormenti. Zelfs bij de wreedste martelingen. Armida Armida Mio prigionier tu sei. Je bent mijn gevangene. Rinaldo Rinaldo Sin nell’alma non giunge il mio servaggio. Geen gevangenschap reikt tot in mijn ziel. Armida Armida È in mia balia la vita. Je leven ligt in mijn handen. Rinaldo Rinaldo La morte non paventa un’alma invitta. Een onoverwonnen ziel vreest de dood niet. Armida Armida (terzijde) (splende su quel bel volto Un non so che, ch’il cor mi rasserena.) Er straalt iets in dat mooie gelaat, Ik weet niet wat, dat mijn hart tot rust brengt. Rinaldo Rinaldo Omai rendi Almirena! Geef me onmiddellijk Almirena terug! Armida Armida (terzijde) (con incognito affetto Mi serpe al cor un’amorosa pena) Met een onbekend gevoel Sluipt liefdespijn in mijn hart. (due spiriti conducono Rinaldo alla presenza di Armida.) (Twee geesten brengen Rinaldo bij Armida.) Rinaldo Rinaldo Rendimi, sì, crudel, rendimi Almirena! Geef me haar terug, wreedhartige! Armida Armida (terzijde) (ma d’un nemico atroce Sarà trofeo il mio core?) Maar zal mijn hart de trofee zijn Van een gehate vijand? Rinaldo Rinaldo Ha forza il mio fuurore, Per atterrar il tuo infernal drapello. Mijn woede heeft genoeg kracht Om jouw helse legers neer te slaan! Armida Armida (terzijde) (son vinta, sì; non lo credea sì belllo.) Rinaldo, in questa spiaggia Ogn’aura spira amore; L’onda, l’augelllo, il fiore T’invitan solo ad amorosi amplessi; Depon quell’ira infida, Vinto non più, ma vincitor d’Armida! T’amo, oh caro. Ja, ik ben overwonnen! Ik wist niet dat hij zo mooi kon zijn. Rinaldo, op deze oevers Ademt alles van liefde; Het water, de vogels, de bloemen Nodigen je uit tot verliefde omhelzingen. Leg je gevaarlijke woede af. Je bent niet langer overwonnen, maar de overwinnaar van Armida. Ik hou van je, mijn liefste! Rinaldo Rinaldo Io t’aborro! Ik verafschuw je! Armida Armida Prendi questo mio cor! Neem mijn hart. Rinaldo Rinaldo Per lacerarlo. Alleen om het te verscheuren! Armida Armida Mille gioie t’appresto. Ik zal je duizend vreugden bereiden. Rinaldo Rinaldo Io mille pene. En ik jou duizend pijnen. Armida Armida T’ammoliscano i prieghi! Laat mijn smeken je vermurwen. Rinaldo Rinaldo Io li detesto. Ik walg ervan. Arrmida Armida Abbian forza i sospir? Laat mijn zuchten de macht hebben ... Rinaldo Rinaldo D’accender l’ira. … om mijn woede aan te wakkeren! Armida Armida M’obbedisce l’inferno. De hel gehoorzaamt me! Rinaldo Rinaldo Io ti disprezzo. Ik veracht je! Armida Armida Pensa ch’io son… Gedenk wie ik ben … Rinaldo Rinaldo Tiranna. Een tiran. Armida Armida Risolvi… Neem je besluit ... Rinaldo Rinaldo La vendetta. Wraak! Armida Armida Per pietade! Heb medelijden! Rinaldo Rinaldo A te corro, o mia diletta! (vuol andarsene.) Ik kom naar je toe, mijn liefste! (Hij wil weggaan.) Duetto Duet Armida Armida Fermati! Blijf! Rinaldo Rinaldo No, crudel! Nooit, wreedhartige! Armida Armida Armida son, fedel… Ik ben je trouwe Armida! Rinaldo Rinaldo Spietata, infida! Lasciami! Je bent meedogenloos en trouweloos! Laat me! Armida Armida Pria morir! Nog eerder sterven! Rinaldo Rinaldo Non posso più soffir. Meer kan ik niet lijden. Armida Armida Vuoi ch’io m’uccida? Wil je dat ik me van kant maak? Scena VII Scène VII Recitativo Recitatief Armida (als Almirena) Crudel, tu ch’involasti Al mio core la calma, Un sol gueardo mi nieghi a tante pene? Harteloze, jij die mijn hart Van alle rust hebt beroofd, Gun je mijn smart nu zelfs geen blik? Rinaldo Rinaldo Che veggio! Idolo mio! Sei tu, mio bene? Deh! Vieni a consolar l’alma smarrita! Wat zie ik! Mijn geliefde! Ben jij het, mijn liefste? Ach, kom en troost mijn verloren ziel! Armida Armida (als Almirena) Quivi con molle vita Vai fometando una novella brama, E lasci sì chi t’ama? Heb je in dit zoete leventje hier Een nieuw verlangen gekoesterd. Wil je haar die van je houdt verlaten? (Armida si cangia in Almirena.) (Armida verandert zich in Almirena.) 'Rinaldo en Armida'. Schilderij van Giovanni Battista Tiepolo (1696-1770), 1752. Rinaldo Rinaldo No, cara, che tu sei La sospirata meta, e in questo loco Sol d’Armida crudel viddi ‘l sembiante. Nee, liefste, jij bent de enige Reden waarom ik adem; en hier in dit oord Zag ik slechts het wrede gelaat van Armida. Armida Armida Stringimi dunque al sen. Druk me dan aan je borst. Rinaldo Rinaldo Beato amante! (nell’abbracciarsi, Armida riprende La sua forma, e Rinaldo fugge.) Sfinge, un penoso horrore Arrecchi nel mio core! Giove, lancia il tuo tello! Non avrà per costei fulmini il cielo? Gelukkige minnaar! (Tijdens de omhelzing neemt Armida haar eigen gedaante weer aan. Rinaldo vlucht.) Sfinks, pijn en ontzetting Veroorzaak je in mijn hart! Jupiter, werp je speer! Heeft de hemel dan geen bliksems voor haar? (Armida verandert zichzelf weer in Almirena) Armida Armida si cangia un altra volta in Almirena) Corri fra queste braccia! Armida (als Almirena) Rinaldo Rinaldo Anima mia! (va per abbracciarla, poi si ferma.) Ma che tenti, Rinaldo! Forse sotto quel viso V’è l’infeerno co’ un vel del paradiso. Mijn liefste! (Hij wil haar omhelzen, maar hij bedwingt zich.) Maar wat doe je, Rinaldo! Misschien zit onder dat hemelse gezicht Opnieuw de hel verscholen! Aria Aria Abbrugio, avampo e fremo Di sdegno e di furor. Spero, ma sempre temo D’un infernal error. Ik brand, ik sta in lichterlaaie, en ik beef Van verontwaardiging en woede. Ik hoop, maar steeds vrees ik Een helse dwaling. Scena VIII Scène VIII Recitativo accompagnato Recitatief accompagnato Armida Armida Dunque i lacci d’un volto, Tante gioie promesse, Li spanveti d’inferno, Forza n’avran per arrestar quel crudo? E tu il segui, o mio core! Fatto trofeo d’un infelice amore! No! Si svegli ‘l furore, De valstrik met mijn gezicht, Zoveel voorgespiegelde vreugden, En al de verschrikkingen van de hel Hebben dus niet de macht om die ellendeling hier te houden? En jij volgt hem, mijn hart! Buitgemaakt door ongelukkige liefde! Neen! Laat mijn toorn ontwaken (Armida, sola, riprende la sua propria forma.) Kom snel in mijn armen! (Armida, alleen, neemt haar eigen gedaante weer aan.) Si raggiunga l’ingrato, Cada a’ miei piè svenato! Ohimè! Che fia? Uccier l’alma mma? Ah! Debole mio petto, A un traditor anco puoi dar ricetto? Su, su, furie, ritrovate Nova sorte di pena e di flagello! S’uccida, sì…ah!, ch’è troppo bello! En die ondankbare achtervolgen Tot hij levenloos aan mijn voeten neervalt! Helaas! Wat zal ik doen? Mijn eigen ziel vermoorden? Ach, mijn zwakke hart, Kan je die verrader nog onderdak bieden? Vooruit, furiën! Ontdek Nieuwe vormen van pijn en marteling! Dood hem! Ach, neen! Hij is te mooi! Aria Aria Ah! Crudel, Il pianto mio Deh! Ti mova per pietà! O infedel, Al mio desio Proverai la crudeltà. Ach, wreedhartige, Laat mijn huilen Je tot medelijden bewegen! Anders, trouweloze, Zal je de wreedheid Van mijn verlangen voelen! Scena IX Scène IX Recitativo Recitatief Armida Armida Riprendiam d’Almirena Il mentito sembiante in questo loco, Che forse qual farfalla Ritornerà Rinaldo al suo bel foco. (Armida riprende la forma d’Almirena; poi viene Argante.) Laat me nu Almirena’s Geveinsde gelaat weer aannemen; Misschien dat Rinaldo als een mot Zal terugkeren naar zijn geliefde vuur! (Armida neemt de gedaante van Almirena weer aan; dan komt Argante op.) Scena X Scène X Recitativo Recitatief Argante Argante Adorata Almirena, Ogni breve dimora, Che dal tuo bello fa l’anima mia, È pena acerba e ria. (Armida riguarda Argante con sdegno.) Aanbeden Almirena, Elke korte scheiding Van jouw schoonheid Is bittere pijn voor mijn ziel! (Armida kijkt hem vol verontwaardiging aan.) Armida Armida Traditor! Dimmi: è questa Del mio amor la mercede? Verrader, zeg me: is dit Hoe je mij voor mijn liefde beloont? Argante Argante Oh dei! Che miro? O goden, wat zie ik! Armida Armida Io, ch’il mio cor ti spiego Con affetti? Mij, die je mijn hart liet zien, Vol liefde? Argante Argante No, ‘l niego. Ik ontken het niet. Armida Armida Io, che l’infeerno, op altero, Slego a tuo prò! Mij, die voor jou, hoogmoedige, De hel ontketende? Argante Argante Egli è vero. Het is waar. Armida Armida Tradirmi! Mij verraden! Argante Argante Scusa un lampo D’intempestivo amor! Vergeef me voor dit ene ogenblik Van ongepaste liefde. Armida Armida I fulmini vedrai del mio furore. Je zal mijn woede zien bliksemen! Aria Aria Armida Armida Vo’ far guerra, e vincer voglio, Collo sdegno chi m’offende Vendicar i torti miei. Per abbatter quel orgoglio, Ch’il gran foco i sen m’accende, Saran meco gli stessi dei. Ik wil oorlog ontketenen en Diegenen die me krenkten, verdelgen En het mij aangedane onrecht wreken! De goden zelf zullen me bijstaan Om die hoogmoed te vernietigen Die deze woede in mijn hart ontsteekt. Atto terzo Scena I Derde bedrijf Scène I Eustazio Eustazio (alla bocca del antro chiama il mago.) Tu. A cui vien concesso Sin delle stelle il penetrar gli arcani, Degli eventi più strani (Aan de ingang van de grot roept hij de magiër.) Jij, die het gegeven is de geheimen van de sterren te doorzien, De loop van de vreemdste verschijnselen te stoppen, En iedereen diensten te bewijzen, (Orrida montagna con dirupi e cascate d’acqua, Nella sommità di cui si vede il castello incantato d’Armida, ch’è custodito da gran numero di mostri di varie forme; nel mezzo delle mura appare una porta con colonne di cristallo, e d’ogni sorte di gemme; a piedi della montagna v’è una spelonca, ove abita il mago. Goffredo ed Eustazio Considerando l’altezza della montagna.) (Een woest gebergte, met steile afgronden en wilde watervallen. Op de top ziet men Armida’s toverslot, dat bewaakt wordt door talloze monsters in de meest diverse gedaanten. Middenin de ommuring is er een poort te zien met zuilen van kristal, versierd met allerlei soorten edelstenen. Aan de voet van het gebergte ligt de spelonk waar de magiër woont. Goffredo en Eustazio overschouwen de hoogte van het gebergte.) Fermar il corso, e grazie ogn’ or dispensi, D’un alto affar vendo a cercarti i sensi. Jouw raad kom ik zoeken in een zaak Van het allerhoogste belang. Scena II Scène II Recitativo Recitatief Mago Magiër La causa che vi spinge In sì remota pertenota m’è già; Rinaldo ed Almirena Colà sull’alte cime Di quell’orrido sasso in lacci indegni Della perfida Armida giacciono avinti Il varco impossibile for a Senza in poter prefisso, Ch’i mostri suoi colà vuotò l’abisso. Wat jullie naar dit afgelegen oord brengt, Is mij reeds bekend. Rinaldo en Almirena Bevinden zich ginds, op de hoge top Van die verschrikkelijke berg, in de strikken Van de verraderlijke Armida gevangen. De weg daarheen is onmogelijk Zonder bescherming van een hogere macht, Want de hel heeft al haar monsters losgelaten. Goffredo Goffredo L’aprirò colla spada. Ik zal de weg met mijn zwaard openen. Eustazio Eustazio Andiam, cche la virtù ne farà strada. Laten we gaan, onze moed zal de weg banen. Goffredo Goffredo Seguitemi, o miei fidi! Volg me, mijn getrouwen! Eustazio Eustazio Io vi precedo. (Goffredo ed Eustazio, impugnata la spada e seguitati da soldati ascendono la montagna, Ed il mago gli sgrida.) Ik zal u voorgaan. (Met getrokken zwaard, en gevolgd door hun soldaten, beginnen Goffredo en Eustazio de berg te beklimmen. De magiër schreeuwt hen na.) (Il mago esce della sua spelonca.) (De magiër komt uit zijn spelonk tevoorschijn.) Mago Arrestatevi, o forti, Che nel mar del terror sareste absorti. Magiër Blijf staan, helden! Jullie zullen in een zee van verschrikking Ten onder gaan! Sinfonia (Goffredo, Eustazio e soldati, essendo molto avanzati verso la cima, si presenta loro una compagnia de’mostri orribili con faci accese, Di modo che una parte de’soldati atterriti Ritornando indietro, un’altra squadra di mostri taglia loro il cammino, e nel mezzo della loro Confusione, s’apre la montagna, e gl’inghiotte, uscendo da quella voragine fiamme, fumo, e grandi strepiti. Al fine Goffredo ed Eustazio, con parte de’soldati, ritornano al mago.) Sinfonia (Wanneer Goffredo, Eustazio en de soldaten de top bijna bereikt hebben, worden ze aangevallen door een troep gruwelijke, vuurspuwende monsters. Een deel van de soldaten vlucht ontzet weg, maar een andere troep monsters snijdt hen de weg af en temidden van hun verwarring scheurt de berg open en verslindt hen, terwijl uit de kloof vlammen, rook en donder opstijgen. Tenslotte keren Goffredo en Eustazio, met de overgebleven soldaten, terug naar de magiër.) Recitativo Recitatief Goffredo Goffredo Qui vomita cocito Tutta ssua nera peste. Hier braakt cocytus Heel zijn zwarte pest uit! Eustazio Eustazio D’acheronte proviam qui le tempeste. We hebben de stormen van de hel gevoeld. Mago Magiër Prodi campioni non giunge il terreno valore A sormonntar quell’infernal furore; Queste verghe fatal, ch’ora vi porgo, Faran fuggir quei mostri; Ite con piè sicuro, Che potran dar il corso al pigro arturo. Dappere helden, Aardse moed volstaat niet Om die helse woede te overwinnen. De toverstokken die ik u schenk, Zullen de monsters op de vlucht jagen. Ga, met zekere schreden, Want ze hebben de macht om zelfs De luie pas van arcturus te versnellen. Goffredo Goffredo German, all’opra! Voorwaarts, broeder. Eustazio Eustazio Impaziente anelo, Ch’a forte al fin darà vittoria il cielo. (ascendono di novo la montagna, ed il mago sta osservando il loro passaggio, e canta per incorraggiarli. Gli mostri come prima si presentano loro, ma per virtù di quelle verghe sono posti in fuga. Arrivati che sono alla cima, toccano colle verghe la porta del castello d’Armida, ed in un subito spariscono quelle mura, e la montagna medesima, e resta invece di quella un mare agitato; Goffredo ed Eustazio s’attengono ad una rupe pendente sopra il mare, poi si vedono calar a basso da un altra parte.) Ik kan nauwelijks wachten Tot de hemel ons de overwinning schenkt. (Opnieuw beklimmen ze de berg. De magiër kijkt hen na en volgt hun tocht, en hij zingt om hen aan te moedigen. Opnieuw duiken de monsters op, maar slaan meteen op de vlucht voor de macht van de toverstokken. Zodra ze op de top zijn aangekomen, kloppen ze met de stokken op de poort van Armida’s slot. Onmiddellijk verdwijnen de muren, en heel de berg zelf, en in de plaats verschijnt een stormachtige zee. Goffredo en Eustazio grijpen zich vast aan een rots die boven de zee hangt. Ze dalen af aan de andere kant.) Aria Aria en recitatief Mago Magiër Andate, o forti, Fra stragi e morti Senza timore Or colà su! Ch’omai v’è guida, Compagna fida, Tra quell’horrore Fatal virtù. (Superato l’incanto della montagna, il mago rientra nella sua spelonca.) Gaat, o helden, Doorheen doodsgevaren, Zonder angst Naar de top. Want mijn noodlottige machtleidt u Als een trouwe gezel Doorheen alle verschrikkingen. (Wanneer de betovering van de berg overwonnen is, keert de magiër terug naar zijn spelonk.) Scena III Scène III (giardino d’Armida, che tiene uno stilo al petto d’Almirena per ucciderla. Armida, Rinaldo en Almirena.) (In Armida’s tuin. Armida houdt een dolk aan Almirena’s borst, klaar om haar te doden. Armida, Rinaldo en Almirena.) Recitativo Recitativo Armida Armida Mori, svenata! Bloed leeg en sterf! Almirena Almirena O numi! O goden! Rinaldo Rinaldo T’arresta per pietà! Stop, heb medelijden! Armida Armida Ho d’aspe il core; Poivhe le fiamme mie sprezzasti, indegno, Cada costei trafitta, Olocausto d’amor, vittima al sdegno! Mijn hart is koud als dat van een slang. Omdat jij mijn liefdesvuur veracht hebt, Zal zij sterven, onwaardige! Een liefdesoffer, slachtoffer van woede! Rinaldo Rinaldo Il mio pianto! Zie mijn tranen! Armida Armida Dell’ira accresce i flutti. Ze vergroten de vloedgolf van mijn woede! Rinaldo Rinaldo L’innocenza! Ze is onschuldig! Armida Armida Il suo volto il fallo accese- Haar gezicht beschuldigt haar. Rinaldo Rinaldo Per il fuoco onde ardesti! Omwille van het vuur dat in je brandde! Armida Armida È in tutto spento. Dat is dood. Rinaldo Rinaldo Pria questo sen trapassa! Doorboor dan eerst mijn hart! Armida Armida Il duol lo sveni! Neen, van smart zal je sterven. Rinaldo Rinaldo Versa in fulmine, o ciel! Stort uw bliksems, o hemel! Armida Armida Io pria il suo sangue. (mentre Armida vuole lanciar il colpo, Rinaldo impugna la spada, e va con furia verso lei per ucciderla; ma subito escono dalla terra degli spiriti per custodirla.) Eerst zal ik haar bloed verstorten! (Wanneer Armida wil toeslaan, trekt Rinaldo zijn zwaard en stormt razend op haar af om haar haar te doden. Maar onmiddellijk rijzen geesten op uit de aarde om haar te beschermen.) Rinaldo Rinaldo Al mio braccio cadrai, perfida, esangue! Door mijn hand zal je sterven, verraadster! Scena IV Scène IV Recitativo Recitatief Armida Armida Nella guardata soglia Come osaste portar sicuro il piede? Furie pronte accorrete, e da sotterra Venga contro costor l’inferno in guerra! Hoe dierven jullie deze bewaakte grond Zonder angst te betreden? Furiën, ijl hierheen! Laat de hele hel Uit het onderaardse tegen hen ten oorlog trekken! (Goffredo ed Eustazio toccando colle verghe il giardino incantato, in un subito il medesimo sparisce, e resta una gran campagna deserta, Nel fondo di cui si vede la città di gerusalemme da quella porta ov’è situata in collina; nelle mura vista gran porta, a piedi di cui si vede una strada, che con tortuosi giri vien a finire nel piano. Goffredo, Eustazio e Rinaldo corrono ad abbracciarsi, e mentre Almirena vuol fare lo stesso, Armida la ferma e tenta di nuovo d’ucciderla collo stile. Rinaldo impugna la spada, va contra Armida, ma nel lanciar il colpo, quella gli sparisce Sotto il taglio.) (Goffredo en Eustazio raken de bodem van de betoverde tuin aan met de stokken, en meteen verdwijnt alles om te veranderen in een uitgestrekte woestenij. In de verte ziet men op een heuvel de stad Jeruzalem. Vanuit de grote poort in de stadsmuur voert een bede weg via vele kronkels naar beneden in de vlakte. Goffredo, Eustazio en Rinaldo omhelzen elkaar, en net als Almirena hetzelfde wil doen, grijpt Armida haar en tracht ze haar opnieuw te doden. Rinaldo trekt zijn zwaard en stormt op Armida toe, maar wanneer hij toeslaat, verdwijnt zij als bij toverslag.) Goffredo Goffredo Figlia! Dochter! Almirena Almirena Padre! Vader! Eustazio Eustazio Mia cara! Mijn lieve kind! Rinaldo Rinaldo Idolo mio! Mijn liefste! Goffredo Goffredo Fugga il duol! Laat de smart verdwijnen. Almirena Almirena Rieda il piacer! Laat de vreugde weerkeren. Eustazio e Rinaldo Eustazio, Rinaldo E svanisca ogni tormento… Almirena, Rinaldo, Goffredo ed Eustazio …al contento, al contento! En laat alle kwellingen wijken … Almirena, Rinaldo, Goffredo, Eustazio … voor het geluk, voor het geluk! Goffredo Goffredo Vinto il furor d’inferno, Il terreno furor vincer ne resta. Quando là in oriente Febo risorge ad indorare il mondo, German, le squadre appresta, Perché sione cada; E tu Rinaldo, dèi Contaminata da’ tuoi molli amori Col sangue del rubel purgar la spada. (Goffredo ed Eustazio partono.) Nu de furie van de hel is overwonnen, Blijft nog de aardse woede te verslaan. Wanneer daar in het oosten De zon oprijst en ze de aarde verguldt, Houd je troepen dan bereid, broeder, Om Sion te doen vallen. En jij, Rinaldo, moet, Aangetast als je bent door liefdesweekheid, Je zwaard reinigen met rebellenbloed! (Goffredo en Eustazio af.) (Vengono Goffredo ed Eustazio.) (Goffredo en Eustazio op.) Recitativo Recitatief Rinaldo Rinaldo Al trionfo s’affretti senza ritardo il corso! Mi stimolan l’amor, gloria, e rimorso. Ik haast me zonder dralen naar de overwinning! Liefde, roem en spijt drijven mij. Aria Aria È un incendio fra due venti, Fra due fiamme questo cor. Ha di gloria gli alimenti, Lo nodrisce un fermo amor. Als een vuur tussen twee winden, Tussen twee vlammen, brandt mijn hart. Het wordt gevoed door de roem En gekoesterd door standvastige liefde. Scena V Scène V Scena VI Scène VI Recitativo Recitatief Armida Armida Per fomentar lo sdegno A fronte d’un sleal anco mi trovo? Wil je mijn woede opnieuw doen opvlammen Door de aanblik van een trouweloze? Argante Argante Io pur l’ira rinovo Al tuo superbo aspetto. Ook mijn woede wordt hernieuwd Door jouw hoogmoed! Armida Armida È l’offeso mio amor per te un aletto. Mijn gekrenkte liefde zal een furie voor je zijn. Argante Argante L’affetto tuo non curo. Jouw gevoelens raken mij niet. Armida Armida Io i sdegni tuoi. Jouw verachting mij evenmin. Argante Argante Or è tempo di palme; Va, e non tentar d’effeminar gli eroi! Nu is de tijd van de overwinning gekomen. Ga, en tracht mijn mannen niet te ondermijnen. Armida Armida Ho un cor virile in petto, Che sa emular la gloria. Ik heb een mannelijk hart in de borst Dat in staat is met roem te wedijveren! Argante Argante (wat aarzelend) Abbian sensi sì grandi al fin vittoria! Cara, perdon ti chiedo. Mogen zulke edele gevoelens triomferen! Mijn lieve, ik vraag je vergiffenis! Armida Armida (koel) Io no ‘l rifiuto. Ik zal ze je niet weigeren. (Argante, seguitato da tre generali.) (Armida e detti) (Argante, gevolgd door drie van zijn generaals.) (Armida en de vorigen) Argante Argante Accuso la mia colpa. Ik erken mijn schuld. Armida Armida Egli m’è grato. Daarvoor ben ik dankbaar. Argante Argante Fu importuno l’amor. De liefde heeft mij doen dwalen. Armida Armida Io pure errai. Ook ik heb gedwaald. Argante Argante Solo per momenti. Slechts voor een ogenblik. Armida Armida (resoluut) Anch’io Rinaldo amai. Ook ik heb Rinaldo bemind. Armida ed Argante Armida, Argante Dunque mi sia concesso Di pirgar il mio error con qesto amplesso! (s’abbracciano.) Moge vergiffenis voor mijn dwaling Mij gegeven zijn met deze kus. (Ze omhelzen elkaar.) Argante Argante Or preparianne ad una estrema sorte. Laten wij ons klaarmaken voor ons grote lot... Armida Armida E coi spenti nemivi Un gran trofeo alla morte. ... En met de lijken van onze vijanden De dood een grote trofee schenken. Argante Argante Olà, cogli oricalchi Si destino a battaglia i stessi venti! Mogen de winden zelf ten strijd worden geroepen Met trompetgeschal! Armida Armida E sian nostri campioni Maccone in ciel, l’inferno, e gli elementi! En laat Mohammed, de hel en de elementen Aan onze zijde strijden! Marcia Mars (suonano tutte sorti d’istromenti militari e si vede uscire dalla città l’armata, che arrivata a’piedi del monte passa con bell’ordine dinanzi Argante ed Armida, facendo loro gli soliti saluti militari.) (Allerlei militaire instrumenten weergalmen. Men ziet de legers de stad verlaten. Aan de voet van de heuvel presenteren ze zich in schitterende slagorde aan Argante en Armida. Ze brengen hen het gebruikelijke militaire saluut.) Recitativo Recitatief Argante Argante N quel bosco di strali Ne’ lacci caderan que’ indegni mostri. Mogen die onwaardige beesten vallen In dat woud van speren! Armida Armida E in un mare di sangue Spenti saranno i giusti sdegni nostri. Moge onze gerechtvaardigde woede Gekoeld worden in een zee van bloed. Duetto Duet Armida ed Argante Argante, Armida Al trionfo del nostro furore Laat onze woede triomferen, Or corriamo que’ mostri a legar. Che poi, caro/cara, questo core Dolce premio ti vuol dar! Laat ons gaan en die monsters knechten! Dan, mijn liefste, zal ik je dit hart Als zoete beloning schenken! Scena VII Scène VII Recitativo Recitatief Goffredo Goffredo Di quei strani accidenti Se la serie ripiglio, Per dolor, per stupor, s’inarca il ciglio. Als ik terugdenk aan die reeks Vreemde voorvallen, Vertroebelt mijn blik van smart en verbijstering. Almirena Almirena A sì crudelo eventi Ancor non so se dormi, o se sia desta. Na zoveel smartelijke gebeurtenissen Weet ik nog steeds niet of ik droom of waak. Rinaldo Rinaldo Cessata la tempesta, Godiam, cara, la calma! De storm is voorbij, liefste, Laat ons de rust koesteren! Almirena Almirena Dell’aure dolci della tua bell’alma. De tedere rust die je mooie ziel me schenkt. Aria Aria Bel piacere È godere Fido amo! Questo fa contento il cor. La fermezza Sol apprezza Lo splendor, Che provien d’un grato cor. Het genot Van trouwe liefde Brengt grote vreugde! Dat is wat het hart gelukkig maakt. De standvastigheid Hecht slechts waarde Aan de glans Van een trouw hart. Scena VIII Scène VIII Recitativo Recitatief Eustazio Eustazio Signor, l’oste nemica Con barbari ululati S’avvicina alle tende, E già ne’ nostri accende Desir di gloria ardenti; Heer, de vijandelijke legers Naderen ons kamp Met barbaars geschreeuw! Onze mannen branden reeds Van vurig verlangen naar glorie. (Goffredo, Rinaldo, Almirena) (Eustazio e detti) (Goffredo, Rinaldo, Almirena) (Eustazio en de vorigen) Tu quegli alti ardimenti Raffrena con gran senno, Ch’ognun fia pronto a venerame il cenno. Leid met je grote wijsheid Hun vermetelheid in goede banen, Want allen staan klaar om je bevel te volgen. Goffredo Goffredo Ecco il glorioso giorno, Che ne chiama al trionfo. De roemrijke dag is aangebroken Die ons tot de overwinning roept. Rinaldo Rinaldo Ecco le palme, Che spuntano nel campo. De zegepalmen Groeien reeds op het slagveld! Almirena Almirena Ecco ne’ tuoi bei lumi Che di gloria e d’amor folgora un lampo! In je mooie ogen Bliksemt reeds een straal van glorie en liefde. Aria Aria Di sion nell’alta sede La virtute ed il valore Oggi solo si vedrà. Ch’alfin nobile mercede D’alma grande, nobil core, È una belle felicità. Op Zions verheven troon Zal men vandaag Daadkracht en strijdvaardigheid zien Want op het einde wenkt als edele beloning De gelukzaligheid van een grootse ziel En van een edel hart. Scena IX Scène IX Marcia Mars (s’ode suonare tutti gli stromenti militari dei cristiani, e l’armata con pompa solenne, a piedi, ed a cavallo, passa dinanzi Goffredo e Rinaldo, facendo loro i soliti saluti militari.) (Alle militaire instrumenten van de christenen weergalmen. Het leger, voetvolk en cavallerie, trekt in een plechtige stoet aan Goffredo en Rinaldo voorbij, terwijl ze militaire saluten brengen.) Recitativo Recitatief Rinaldo Rinaldo Se ciò t’è in grado, o prence, Tu le falangi armate In campo aperto spingi; Io per obliquo calle Vo’ che sione oggi umiliata cada Del tuo nome in virtù, colla mia spada. Als het u goeddunkt, mijn prins, Leidt u dan de gewapende troepen In het open slagveld. Ikzelf zal een geheime weg nemen, Want ik wil dat Sion vandaag vernederd valt, Ter ere van uw naam en door mijn zwaard. Aria Aria Or la tromba in suon festante Mi richiama a trionfar. Qual guerriero e queal amante, Gloria e amor mi vuol bear. De jubelende klank van de trompet Roept mij op tot de overwinning. Zowel de strijder als de minnaarkronen Mijn glorie en liefde met geluk. Scena X Scène X Recitativo Recitatief Argante Argante Miei fidi, ecco là un campo Colmo di mille furti, Più famoso che forte; Quello benigna sorte Or vi presenta; sù, prodi, pugnate, Abbattete, atterrate! Per ong’un di quegli empi, Sian le rapine lor nostro tributo, E l’alme lor un olocausto a pluto! Mijn getrouwen, daar op het slagveld Wacht slechts een bende van duizend dieven, Die eerder berucht zijn dan sterk! Dat is, wat een gelukkig lot U aanbiedt. Voorwaarts dapperen, vecht! Sla hen neer, vernietig hen, Verdelg die ellendelingen tot de laatste man, Laat hun buit onze betaling zijn, En hun zielen een offer aan Pluto! Scena XI Scène XI Recitativo Recitatief Goffredo Goffredo Magnanimi campioni, Ecco l’ultimo giorno Delle vostre fatiche, Quel che tanto bramaste. Quivi una selva d’aste Il nemico ha congiunto; Perché vinciam più guerre in un sol punto. Combattete qual forti, e a monti estinti Vadan color sossopra, Perché solo un bel fin orona l’opra. Grootmoedige strijders, Dit is de laatste dag Van jullie beproevingen, De dag waar jullie zo naar hebben verlangd! Daarginds heeft de vijand Een woud van speren verzameld, Opdat wij in één slag vele oorlogen beslechten! Vecht als helden; stapel hun lijken Tot een grote berg, Want slechts een goed einde bekroont het werk. Battaglia Veldslag (S’attacca una battaglia regolata, che sta in Bilancia da una parte e dall’altra; ma Rinaldo, avendo di già preso la città, discende dal monte con una squadra, ed assalisce per fianco gli nemici, che si danno alla fuga, non restando il medesimo di darli la caccia.) (Er ontbrandt een goedgeordende strijd, die voor beide partijen gelijkmatig verloopt, tot Rinaldo, die de stad reeds heeft ingenomen, met zijn troepen de heuvel afdaalt en de vijand in de flank aanvalt en op de vlucht jaagt, waarna nog slechts de achtervolging hoeft ingezet te worden.) Scène XII Scène XII (Argante esce colla sua armata, che dispone in ordine di battaglia.) (Esce Goffredo con tutta la sua armata, e l’ordine per dar battaglia.) (Rinaldo, che conduce Argante incatenato.) (Argante komt op met zijn leger, dat hij in slagorde opstelt.) (Goffredo komt op met zijn voltallige leger, en stelt het op in slagorde.) (Rinaldo, die de geboeide Argante voorleidt.) Recitativo Recitatief Rinaldo Rinaldo Goffredo, ecco il superbo in lacci avvolto. Goffredo, hier is de hoogmoedige, in ketens. Argante Argante Argante è vinto e non il cor d’Argante, Che ragion sovra d’esso Gli astri non han. Argante is overwonnen, Maar niet Argantes hart, Want zelfs de sterren Hebben daarover geen macht! Goffredo Goffredo Rinaldo, s’ascriva al tuo valor l’alto successo. Rinaldo, slechts aan jouw moed Is dit verheven succes toe te schrijven. Scena XIII Scène XIII Recitativo Recitatief Eustazio Eustazio Ecco, german, la cruda, Che, mentre colle all’alte nostre tende Recar gli ultimi danni, Cade ne’ ceppi, e negli estremi affanni. Ziehier, broeder, het wrede serpent, Dat, terwijl ze ons kamp binnendrong In een ultieme poging het te vernietigen, In onze handen viel, in uiterste schande. Argante Argante Numi, che veggio! Goden, wat zie ik! Armida Armida Sommi dei, che miro! Alle goden, wat zie ik! Rinaldo Rinaldo Cara, questa è la meta. Mijn liefste, dit is het einde … Almirena Almirena A cui sospiro. … waarnaar ik zo heb gesmacht. Goffredo Goffredo Or ne’ sponsali eccelsi A quel alto valore… Moge jullie huwelijk Zoveel verheven moed bekronen. Goffredo ed Eustazio Goffredo, Eustazio …sia pronuba la gloria al vostro amore! Moge de glorie Uw liefde begeleiden! Armida Armida D’un nume il più possente Han la scorta costor. De machtigste van alle goden Is hun beschermer. Argante Argante Varia la sorte. Het lot is grillig. (I detti. Eustazio con Almirena, conducendo seco Armida prigioniera.) (De vorigen. Eustazio komt op met Almirena, hij voert Armida als gevangene met zich mee.) Rinaldo ed Almirena Almirena, Rinaldo In te sol l’alma mia si riconforta. In jou alleen zal mijn ziel troost vinden. Armida Armida O, forse ch’al ciel piacque, Ch’io spegna al fin pentita Il mio foco infernal colle sacre acque. Verga indegna, ti spezzo. (spezza la verga incantata.) Nee, misschien is het de wens van De hemel dat ik eindelijk vol berouw Mijn helse vuur blus met heilig water. Onwaardige staf, ik breek je. (Ze breekt haar toverstaf in stukken.) Argante Argante Il tuo consiglio Seguo, mia cara. Jouw raad Zal ik volgen, mijn liefste. Armida Armida (tot Goffredo) Il vostro rito io piglio. Ik neem uw geloof aan. Rinaldo Rinaldo O clemenza del ciel! O hemelse genade! Almirena Almirena Beata sorte! Gelukkig lot! Eustazio Eustazio Trionfo alter! Meest verheven triomf! Goffredo Goffredo La libertà vi dono. Ik schenk u de vrijheid. Argante Argante Cara, ti stringo. Mijn liefste, ik omhels je. Armida Armida Vien sposo al mio trono. Kom, bestijg mijn troon als echtgenoot. Coro Koor Tutti Tutti Vinto è sol della virtù Degli affetti il reo livor. E felice è sol qua giù Chi dà meta a un vano cor. Slechts de deugd van de gevoelens Kan boosheid en nijd overwinnen. Slechts diegene is op aarde gelukkig Die zijn ijdele hart een streefdoel geeft. architectuur theater dans muziek WWW.DESINGEL.BE T +32 (0)3 248 28 28 DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors