MUZIEK
BLAUWE ZAAL
GROTE PODIA
Lautten Compagney
olv. Wolfgang Katschner
wo 14 dec 2011
Rinaldo
Libretto
2011-2012
Händel
Lautten Compagney
olv. Wolfgang Katschner
wo 14 dec 2011
Orchestra & Choir of the Academy of Ancient Music
olv. Richard Egarr
za 17 dec 2011
Scherzi Musicali
olv. Nicolas Achten
wo 11 jan 2012
Café Zimmermann
olv. Céline Frisch
wo 15 feb 2012
inleiding David Vergauwen / 19.15 uur / blauwe foyer
begin 20.00 uur
pauze omstreeks 21.20 uur
einde omstreeks 22.55 uur
vertaling libretto Waut Koeken, met dank aan de Vlaamse Opera
coördinatie programmaboekje deSingel
Lautten Compagney
Wolfgang Katschner
muzikale leiding
Juliette Galstian mezzo (Rinaldo)
Olivia Vermeulen mezzo (Almirena)
Eleonore Marguerre sopraan (Armida)
Tobias Berndt bariton (Argante)
Yosemeh Adjei contratenor (Goffredo)
Steve Wächter contratenor (Eustazio)
Florian Götz bariton (Mago)
Georg Friedrich Händel (1685-1759)
Rinaldo, HWV7
Libretto
Aaron Hill & Giacomo Rossi
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be 
Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer
& win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, …
betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen.
Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.
Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER,
Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be
Grand café deSingel
open alle dagen 9 > 24 uur
informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00
www.grandcafedesingel.be
drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
Georg Friedrich Händel
Rinaldo
libretto
Aaron Hill & Giacomo Rossi
(Città di Gerusalemme assediata, con porta in prospettiva, da cui escono
soldati alla battaglia. Da un canto si vede grandissimo padiglione con trono
sopra di cui siede Goffredo circondato dalle guardie, da Rinaldo, da Almirena, e da Eustazio.)
(De belegerde stad Jeruzalem, met zicht op de stadspoort, waardoor
soldaten ten strijde trekken. Aan één kant van het toneel een grote tent
met daarin de troon waarop Goffredo zit, omringd door wachters, en door
Rinaldo, Almirena en Eustazio.)
Atto primo
Scena I
Eerste bedrijf
Scène 1
Recitativo
Recitatief
Goffredo
Goffredo
Delle nostre fatiche
Siam prossimi alla meta, o gran Rinaldo!
Là in quel campo di palme
Omai solo ne resta
Coglier l’estrema messe,
E già da’ lidi eoi
Spunta più chiaro il sole,
Per illustrar co’ rai d’eterna gloria
L’ultima di sion nostra vittoria.
Het doel van onze inspanningen
Komt eindelijk in zicht, grote Rinaldo!
Daar, op dat palmenveld,
Rest ons de laatste oogst binnen te halen.
Van aan de kusten in het oosten
Schijnt de zon reeds feller
Om stralen van eeuwige roem te werpen
Over onze ultieme overwinning op Sion!
Aria
Aria
Sovra bale scoscesi e pungenti
Il suo tempio la gloria sol ha.
Né fra gioie, piaceri e contenti
I bei voti ad apprender si va.
Slechts op steile en puntige rotsen
Verheft de roem haar tempel.
Mooie eden worden niet gezworen
Uit vreugde, noch uit tevredenheid of geluk.
Recitatief
Recitativo
Rinaldo
Rinaldo
O onoverwonnen prins,
Alleen een huwelijk
Met de mooie Almirena
Zou dit hart gelukkiger kunnen maken,
Want verenigd is de deugd steeds sterker.
Ciò, che solo mi resta, o prence invitto,
E cogli alti imenei
Della bella Almirena
Giunger a questo cor più lieta sorte;
Ch’unita la virtà, semmmopre è più forte.
Goffredo
Goffredo
Chi non cura ‘l nemico,
I precipizi affretta, o forte eroe!
Sul sentier della gloria
Tu non devi arrestar in piè nel corso;
Vinta sion, prendi da me la fede,
Almirena ti fia bella mercede.
Wie de vijand verwaarloost,
Haast zich naar zijn ondergang, machtige held.
Het pad naar de glorie
Mag je niet blijven stilstaan!
Neem mijn woord: zodra Sion is overwonnen
Zal Almirena je mooie beloning zijn.
Aria
Aria
Combatti da forte, che fermo il mio sen
Piacer ti prepara, contenti d’ognor.
Con face di gloria bell’iri seren
Adesso risplenda nell’alto tuo cor.
Vecht moedig. Trouw zal mijn hart
Jou vreugde en geluk voorbereiden, voor altijd.
Moge de glans van roem in je mooie ogen
Voortaan ook je heerlijke hart doen stralen.
Recitativo
Recitatief
Eustazio
Eustazio
Questi saggi consigli
Accogli nel tuo sen, prode guerriero!
Sluit deze wijze raad
In je hart, dappere krijger!
Rinaldo
Rinaldo
Quanto possente sei, bendato arciero!
Wat ben je machtig, blinde boogschutter!
Scena II
Scène II
Scena III
Scène III
(S’ode suonar una tromba, che precede un’araldo Spedito dalla città, e che
viene accompagnato da Due guardie sin’alla presenza di Goffredo.)
(Argante esce dalla città in un carro trionfale tirato da cavalli, e seguitato
da un gran numero di guardie a piedi, e gente a cavallo, e discendendo con
un corteggio solenne s’accosta alla persona di Goffredo che si move per
incontrarlo.)
(Een trompet weerklinkt en kondigt een heraut aan die uit de stad werd
gezonden. Begeleid door twee wachters begeeft hij zich naar Goffredo.)
(Argante verlaat de stad in een door paarden voortgetrokken triomfwagen, gevolgd door een groot aantal wachters te voet en te paard. De
plechtige stoet begeeft zich naar Goffredo, die hem tegemoet komt.)
Aria
Aria
Argante
Argante
Het sissen van Alecto’s serpenten
En het blaffen van de vraatzuchtige Scylla
Lijk ik overal om me heen te horen.
Een kwaadaardig gif sijpelt in mijn borst,
Een nog zwakke vonk van vrees
Doet mij lijden.
Sibillar gli angui d’aletto,
E latrar vorace scilla,
Parmi udir d’intorno a me.
Rio velen mi serpe in petto,
Né ancor languida favilla
Di timor, pena mi diè.
Recitativo
Recitatief
Goffredo, se t’arrise
Sin qui fortuna, ella inconstante sempre
Può ben cangiar sue tempre;
E se saggio tu sei,
Ascolta i detti miei.
Per ristorar in parte
I scambievoli oltraggi,
Chiedo, che si sospenda
Sol per tre giorni ‘l marzial firore;
Tanto devi a tuo prò, tanto al mio onore.
Fortuna heeft je tot dusver toegelachen,
maar ze is voortdurend ontrouw, Goffredo,
En snel kan ze haar stemming veranderen!
Als je wijs bent, aanhoor dan mijn woorden!
Om de wederzijds geleden schade
Gedeeltelijk te kunnen herstellen,
Vraag ik je dat de strijdwoede
Voor slechts drie dagen zou worden gestaakt.
Zoveel ben je zowel jouw voordeel
Als mijn eer verschuldigd.
Goffredo
Goffredo
Chi su base del giusto
Appoggia l’alte imprese,
Non teme della sorte i crudi eventi.
Tu con superbi accenti
Grazie richiedi, e pur ti fian concesse,
Che d’un’anima grande
Leggerai con rossor i pregi in esse.
Wie op rechtvaardigheid
Zijn hoge daden stoelt,
Vreest de wrede spelingen van het lot niet.
Met hooghartige woorden vraag je genade.
Welnu, die zal je worden verleend,
Opdat je daaraan vol schaamte
De edelmoedigheid van mijn ziel zou aflezen.
Aria
Aria
No, no, che quest’alma
Scontenti non dà,
Con placida calma
Giovare sol sa.
Ch’e grande il diletto
D’un nobile petto,
Ch’a gloria sen va.
Neen, neen, laat deze ziel
Geen ontevredenheid scheppen;
Zachtmoedig en rustig
Vermag ze slechts te dienen.
Hoe groot is de vreugde
Een edel hart
Dat naar glorie streeft.
Scena IV
Scène IV
Recitativo
Recitatief
Argante
Argante
Infa dubbi di marte
Resta sospeso il cuore;
Ma più vaneggia oppreso
Ne’ pensieri d’Armida,
Ch’amante in un e mia compagna fida,
De’ marziali eventi
Nelle ziffre del fato
Corse a spiar gl’arcani,
Per rendeer de’ nemici i moti vani.
De wisselvalligheden van de oorlog
Bedrukken mijn hart.
Maar erger nog bedrukken me
Mijn gedachten aan Armida,
Mijn geliefde, mijn trouwe gezellin,
Die al vooruitgegaan is
Om in de tekenen van het lot
De geheimen van de oorlog af te lezen
En zo de plannen van de vijand te verijdelen.
Aria
Aria
Vieni o cara, a consolarmi
Con un sguardo tuo seren!
Il tuo volto può bearmi,
E scacciar il duol dal sen.
Ach liefste, kom mij troosten
Met je zachte, rustgevende blik.
Alleen jouw gelaat kan mij gelukkig maken
En het verdriet uit mijn hart verdrijven.
Scena V
Scène V
Aria
Aria
Armida
Armida
Furie terribili!
Circondatemi,
Sequidatemi
Con faci orribili!
Razende furiën,
Omcirkel mij,
Volg mij
Met vlammen van verschrikking.
Recitativo
Recitatief accompagnato
Armida
Armida
Signor, se ben confusi
Son gli enigmi del fato,
Io con note tremende
Pur forzaii quell’abisso
A scior in chiaro suon distinti accenti,
Ed a mie brame ardenti
Rispose in tuono amico:
”se dal campo nemico
Svelto fia di Rinaldo il gran sostegno,
Spera pur d’asia il desolato regno.”
Heer, al zijn de mysteriën
Van het lot duister en verward,
Met verschrikkelijke woorden
Heb ik de hel gedwongen
Om heldere taal te spreken.
En op mijn vurige verlangen
Kwam een vriendelijk antwoord:
“Als het vijandelijke kamp
De vitale steun van Rinaldo zou missen,
Zou het vertwijfelde rijk Azië kunnen hopen.”
Argante
Argante
Corro a spegner quell’empio.
Ik zal die ellendeling meteen vernietigen!
Armida
Armida
T’arresta, o caro, e sol di me fia cura,
D’allontar quel forte
Dalle squadre nemiche.
Nel mio poter t’affida!
Wacht, liefste, laat het aan mij over
Om die held te verwijderen
Uit de vijandelijke rangen.
Vertrouw op mijn macht!
Argante
Argante
Parto, e in te sol l’anima mia confida
Ik ga, op jou alleen vertrouwt mijn ziel.
(Armida in aria, che canta sedendo sopra un carro tirato da due dragoni, i
quali gettano dalla bocca fiamme, fumo e muggiti.)
(Armida zingt, terwijl ze door de lucht vliegt in een wagen, door twee
vuurspuwende draken voortgetrokken.)
Aria
Aria
Armida
Armida
Molto vogliiio, molto spero
Nulla devo dubitar.
Di mia forza all’alto impero
Saprò il mondo assoggettar.
Zoveel wil ik, zoveel hoop ik,
Aan niets mag ik twijfelen!
Met mijn onweerstaanbare macht
Ik heel de wereld onderwerpen.
Scena VI
Scène VI
Aria
Aria
Almirena
Almirena
Augelletti, che cantate,
Zefiretti che spirate
Aure dolci intorno a me,
Il mio ben dite dov’e!
Vogeltjes die zingen,
Briesjes die zuchten,
Zoete lucht om mij heen,
Zeg me toch, waar is mijn liefste?
Recitativo
Recitatief
Adorato mio sposo,
Vieni a bear quest’alma!
Mijn aanbeden bruidegom,
Kom, en maak mijn ziel gelukkig!
Rinaldo
Rinaldo
Al suon di quel bel labbro
Corron festosi a te gli affetti miei,
E quella fiamma illustre,
Ch’in me viepiù s’accende
Da’ tuoi bei lumi, o cara,
Prende il gran fuoco ad avamparmi ‘l core.
Bij de klank van je mooie lippen
Rent mijn tederheid juichend naar je toe.
En die heerlijke vlam
Die steeds feller in mij brandt
Wordt door je mooie ogen, liefste,
Tot een vreugdevuur dat heel mijn hart in lichterlaaie zet.
Duetto
Duet
Almirena
Almirena
Scherzano sul tuo volto
Le grazie vezzosette
A mille, a mille.
Op jouw gelaat
Spelen de zoetste gratiën,
Duizenden en duizenden!
Rinaldo
Rinaldo
Ridono sul tuo labbro
i pargoletti amori
a mille, a mille.
Op jouw lippen
Lachen lieflijke cupidootjes,
Duizenden en duizenden!
Almirena & Rinaldo
Rinaldo, Almirena
Nel bel fuoco di quel guardo
Amor giunge al forte dardo
Care faville.
In het heerlijke vuur van je blik
Rakelt Amor met zijn machtige pijl
Nog meer zoete vonken!
(luogo di delizie con fonti, viali, ed uccilliere in cui volano, e cantano gli
uccelli. Almirena e Rinaldo)
(Een lieflijke tuin met fonteinen, wandelpaden en volières met zangvogels.
Almirena en Rinaldo)
Scena VII
Scène VII
Recitativo
Recitatief
Armida
Armida
Al valor del mio brando
Cedi la nobil preda!
Lever je edele prooi uit
Aan de macht van mijn zwaard!
Almirena
Almirena
Oh dei, che fia?
O goden, wat gebeurt er?
Rinaldo
Rinaldo
Non cederò Almirena,
Se col fulmine in mano
La chiedesse il tonante.
Nooit zal ik Almirena opgeven,
Al zou, met zijn bliksems in de hand,
De dondergod zelf dat van me eisen!
Armida
Armida
Tanto ardisci, arrogante?
Waag je zoveel, onbeschaamde?
Sinfonia
Sinfonia
(Rinaldo tira la spada contra Armida, che pure Impugna il ferro contro di lui,
e si mette in atto di Battaglia; ma mentre sono per battersi, discende una
Nuvola negra, ripiena di mostri orribili, che mandano Fuori fiamme, fumo e
muggiti, e coprendo Almirena Ed Armida, le porta seco in aria, lasciando in
loro vece Due orride furie, che dopo aver deriso Rinaldo, si
Profondano sotterra.)
(Rinaldo trekt zijn zwaard, Armida trekt het hare. Ze willen elkaar te lijf
gaan, maar net als de strijd losbarst, daalt een zwarte nevelwolk neer, vol
met afschuwelijke, brullende monsters, die vuur en rook braken. De wolk
omhult Almirena en Armida en tilt hen op in de lucht. In hun plaats blijven
twee verschrikkelijke furiën achter. Ze bespotten
Rinaldo, en verdwijnen dan onder de grond.)
Aria
Aria
Rinaldo
Rinaldo
Cara sposa, amante cara,
Dove sei?
Deh! Ritorna a’ pianti miei!
Del vostro erebo sull’ara,
Colla face dello sdegno
Io vi sfido, o spirti rei!
Mijn bruid, mijn liefste,
Waar ben je?
Ach, kom terug, hoor mijn wenen!
Op jullie altaar in de hel
Zal ik jullie met het vuur van mijn woede
Vernietigen, vuige geesten!
Scena VIII
Scène VIII
(Armida strappa a forza Almirena dalle mani di Rinaldo e vuole condursela
via.)
Goffredo, Eustazio, e Rinaldo immobile, cogli occhi fissi a terra, e sommerso in una gran confusione.)
(Armida verschijnt en rukt Almirena met geweld uit Rinaldo’s armen en wil
haar meeslepen.)
(Goffredo, Eustazio en Rinaldo. Deze staat bewegingloos naar de grond te
staren, ten prooi aan wanhoop en verbijstering.)
Recitativo
Recitatief
Goffredo
Goffredo
Ch’insolito stupore
Lega gli sensi tui prode campione?
Welke ondoorgrondelijke verbijstering
Heeft je zinnen verlamd, dappere held?
Eustazio
Eustazio
Quale a quell’alma forte
Meraviglia fatal sxuote l’ardire?
Tu, che con bbraccio armato
Vibri fulmini in campo,
Abbagliato cadrai
De’ funesti pensieri ad un sol lampo?
Welke verschrikkelijke wondermacht
Heeft die sterke ziel zo kunnen schokken?
Jij, die met je gewapende arm
Bliksems doet inslaan op het slagveld,
Laat jij je zomaar neerslaan
Door een moment van zwarte wanhoop?
Rinaldo
Rinaldo
Tale stupor m’occupa i sensi, e tale
È il dolor che m’accuora,
Che posso a pena articolar gli accenti!
Qui con note innocenti
Stavo spiegando del mio cor gl’afffetti
Alla bella Almirena:
Quando (oh cieli, che pena!)
Amazzone corsara
Tentò rapir a me qioia sì rara,
Zo groot is de verbijstering die me verlamt,
Zo groot is de pijn die mijn hart verstikt,
Dat ik nauwelijks kan spreken!
Hier stond ik, met mijn mooie Almirena.
Ik vertrouwde haar met onschuldige woorden
De innigste gevoelens van mijn hart toe,
Toen (god, welk een pijn!)
Plotseling een razende amazone
Me van mijn enige geluk trachtte te beroven.
Goffredo
Goffredo
Un mio giusto dolor l’anima ingombra?
Diepe smart verduistert mijn ziel!
Eustazio
Eustazio
Insoliti portenti!
Ma tra sì fieri eventi
Ti consola, geerman, Rinaldo, spera!
Ch’a piè d’un monte, in cavernoso sasso,
Giace uom, che delle stelle
Spiar sa il corso, e qual virtute alligna
Nelle pietre, nell’erbe;
Questi m’e noto, ivi
Pronti n’andrem a ricercar consiglio.
Ondoordringbare mysterieën!
Maar troost je, broeder, schep hoop, Rinaldo,
Ondanks deze verschrikkingen.
Want in een grot aan de voet van een berg
Leeft een man, die de loop van de sterren
Doorgronden kan, en die de krachten kent
Die in stenen en in planten huizen.
Ik ken hem goed; daarheen
Moeten wij terstond om raad te zoeken.
Goffredo
Goffredo
Il mio core ne freme.
Mijn hart beeft!
Eustazio
Eustazio
Lieta scorta ne sia una belle speme!
Mooie hoop zal ons begeleiden.
Aria
Aria
Col valor, colla virtù
Or si vada a trionfar.
Dall’indegna servitù
L’alta prole io vo’ ritrar.
Op de hoge troon van Sion
Zal slechts moed en deugd gezien worden.
Want uiteindelijk zal het geluk
De nobele beloning zijn voor een grote ziel en een edel hart.
Scena IX
Scène IX
Aria
Aria
Venti, turbini, prestate
Le vostre ali a questo piè!
Cieli, numi, il braccio armate
Contro chi pena mi diè!
Stormen, wervelwinden,
Leen jullie vleugels aan mijn voeten!
Hemelen, goden, bewapen mijn arm
Hen, die mij dit leed hebben aangedaan!
Atto secondo
Scena I
Tweede Bedrijf
Scène I
Aria
Aria
Eustazio
Eustazio
Siam prossimi al porto,
Per prender conforto
Al nostro penar.
Ch’il cor si consoli,
Il duolo s’involi
Da chi sa sperar.
We zijn niet ver meer van de haven,
Waar we laving zullen vinden
Voor onze inspanningen.
Moge het hart troost vinden
En moge de smart verdwijnen
Bij hem, die weet te hopen.
Scena II
Scène II
Scena III
Scène III
Recitativo
Recitatief
Donna
Vrouw (de Sirenen)
Per Raccor d’Almirena I più dolci respiri,
Entra, Rinaldo, in questo augusto pino;
Ella quivi mi spinse, ella t’attende
Colà in spiaggia romita,
Mesta, sola e tradita;
Tanto importi le piacque,
Di portaar il tuo foco in mezzo all’acque.
(mentre Rinaldo, Goffredo ed Eustazio restano attoniti per quell’invito, le
sirene cantano e saltano.)
Verlang je ernaar Almirena’s Zachte zuchten opnieuw te horen?
Kom dan aan boord, Rinaldo, van dit enge schip.
Zij is het, die me stuurde, ze wacht op je
Ginds, op die eenzame kust,
Radeloos, eenzaam en verraden.
Zozeer verlangt ze ernaar
Dat je je vurigheid over de wateren draagt.
(Rinaldo, Goffredo en Eustazio staan als aan de grond genageld door deze
vreemde uitnodiging. Ondertussen dansen en zingen de Sirenen.)
(gran mare placido, in cui riflette un bellissimo iri; vicino al lido sta una
barca sull’ancora, ed al timone della medesima v’è uno spirito in forma di
bella donna. Due sirene vanno saltando nelle onde.)
(Rinaldo, Goffredo escono con fretta.)
(Kalme, open zee, waarin zich een prachtige regenboog spiegelt. Niet ver
van het strand ligt een schip voor anker. Aan het roer staat een geest in de
gedaante van een mooie vrouw. Twee sirenen dansen in de golven.)
(Rinaldo en Goffredo komen gehaast op.)
Aria
Aria
Sirene
Sirenen
Il vostro maggio
De’ bei verdi anni,
O ori amanti,
Sempre costanti
Sfiorate in amore!
Né un falso raggio
D’onor v’affanni,
Che sol beato
Chi amante amato
Possede un bel core.
Laat de lente
Van jullie jonge jaren,
Verliefde harten,
Steeds trouw
Van liefde bloeien!
Laat geen valse schijn
Eer je bedroeven,
Want slechts hij is gelukkig
Die bemint en bemind wordt
En een mooi hart bezit.
Recitativo
Recitatief
Donna
Vrouw (Sirene)
Rinaldo, affretta i passi!
Rinaldo, verhaast je passen!
Rinaldo
Rinaldo
Sì, Almirena, a te corro.
Ja, Almirena, ik ijl naar je toe!
Goffredo
Goffredo
La tua gloria?
En je eer?
Rinaldo
Rinaldo
Ne freme.
Raakt me niet.
Eustazio
Eustazio
Il tuo senno?
En je verstand?
Rinaldo
Rinaldo
Languisce.
Dat deemstert weg.
Goffredo
Goffredo
Frena l’ardir?
Beteugel je vermetelheid!
Rinaldo
Rinaldo
Non devo.
Dat mag ik niet.
Eustazio
Eustazio
Pensa a’ casi tuoi!
Denk aan je plichten!
Rinaldo
Rinaldo
Il cor non pave.
Mijn hart vreest niets.
Goffredo
Goffredo
Sion ti chiama.
Sion roept je!
Rinaldo
Rinaldo
Ed il mio ben m’invita.
Mijn geliefde roept me!
Eustazio
Eustazio
L’erebo ti delude.
De hel bedriegt je.
Goffredo
Goffredo
Stige ti prende a scherno.
De Styx drijft de spot met je.
Rinaldo
Rinaldo
Pugnerò per quel bbel sin’coll’inferno!
Voor haar zal ik vechten, zelfs met de hel.
Recitativo
Recitatief
Eustazio
Eustazio
Signor, strano ardimento!
Sui vortici dell’onde,
All’aure di lusinghe,
Fidar la propria gloria!
Aan het kolken van de golven,
Aan een bries van verleiding
Zomaar zijn hele eer toevertrouwen!
Aria
Aria
Mio cor, che mi sai dir?
O vincer, o morir,
Sì, sì, t’intendo!
Se la mia gloria freme,
Sol da una bella speme
Io pace attendo.
Mijn hart, wat kan je me zeggen?
Overwinnen of sterven,
Ja, ja, ik hoor je!
Als mijn eer ten onder gaat,
Kan ik alleen van de hoop
Nog vrede verwachten.
pauze
pauze
Scena IV
(giardino delizioso nel palazzo incantato d’Armida. Argante ed Almirena.)
Scène IV
(Een wondermooie tuin in het betoverde slot van Armida. Argante en
Almirena.)
Aria
Lascia ch’io pianga
Mia cruda sorte,
E che sospiri
La libertà.
Il duolo infranga
Queste ritorte,
De’ miei martiri
Sol per pietà.
Aria
Aria
Aria
Argante
Argante
Basta che sol tu chieda,
Per otterner da me,
Bocca amorosa.
Solo ch’il cor ti veda,
Tutto si perde in te,
Guancia vezzosa!
Het volstaat dat jij het vraagt,
En je zal het van me krijgen,
Lieflijke mond.
Het volstaat dat mijn hart je ziet,
En alles gaat in jou verloren,
Betoverend gelaat.
Laat mij huilen
Om mijn wrede lot.
Laat mij zuchten naar vrijheid.
Laat mijn verdriet
De ketens verbreken
Van mijn lijden,
Al was het maar uit meelij.
Scena V
Scène V
Recitativo
Recitatief
Armida
Armida
Cingetemi d’alloro
Le triondali chiome!
Rinaldo, il più possente,
Terror dell’arme assire,
In umile olocausto
Sull’altar del mio sdegno
Cadra svenato al suolo.
Onducetelo quivi, o spirti, a volo!
Omkroon mijn hoofd
Met laurier van triomf!
Rinaldo, de machtigste
Verschrikking van de Assyrische legers,
Zal weldra als nederig offer
Op het altaar van mijn woede liggen,
En levenloos aan mijn voeten neervallen!
Geesten, vlieg heen en breng hem hier!
Scena VI
Scène VI
Recitativo
Recitatief
Rinaldo
Rinaldo
Perfida, un cor illustre
Ha ben forza bastante
Per isprezzar l’inferno;
O rendimi Almirena,
O pagherai con questo acciar la pena.
Verraadster, mijn moedig hart
Heeft meer dan genoeg kracht
Om de hel met verachting te trotseren!
Geef me Almirena terug
Of je zal de prijs betalen aan mijn zwaard!
Armida
Armida
D’Armida a fronte si superbi accenti?
Zo’n trotste woorden, tegenover Armida?
Rinaldo
Rinaldo
A fronte ancor de’ più crude tormenti.
Zelfs bij de wreedste martelingen.
Armida
Armida
Mio prigionier tu sei.
Je bent mijn gevangene.
Rinaldo
Rinaldo
Sin nell’alma non giunge il mio servaggio.
Geen gevangenschap reikt tot in mijn ziel.
Armida
Armida
È in mia balia la vita.
Je leven ligt in mijn handen.
Rinaldo
Rinaldo
La morte non paventa un’alma invitta.
Een onoverwonnen ziel vreest de dood niet.
Armida
Armida (terzijde)
(splende su quel bel volto
Un non so che, ch’il cor mi rasserena.)
Er straalt iets in dat mooie gelaat,
Ik weet niet wat, dat mijn hart tot rust brengt.
Rinaldo
Rinaldo
Omai rendi Almirena!
Geef me onmiddellijk Almirena terug!
Armida
Armida (terzijde)
(con incognito affetto
Mi serpe al cor un’amorosa pena)
Met een onbekend gevoel
Sluipt liefdespijn in mijn hart.
(due spiriti conducono Rinaldo alla presenza di Armida.)
(Twee geesten brengen Rinaldo bij Armida.)
Rinaldo
Rinaldo
Rendimi, sì, crudel, rendimi Almirena!
Geef me haar terug, wreedhartige!
Armida
Armida (terzijde)
(ma d’un nemico atroce
Sarà trofeo il mio core?)
Maar zal mijn hart de trofee zijn
Van een gehate vijand?
Rinaldo
Rinaldo
Ha forza il mio fuurore,
Per atterrar il tuo infernal drapello.
Mijn woede heeft genoeg kracht
Om jouw helse legers neer te slaan!
Armida
Armida (terzijde)
(son vinta, sì; non lo credea sì belllo.)
Rinaldo, in questa spiaggia
Ogn’aura spira amore;
L’onda, l’augelllo, il fiore
T’invitan solo ad amorosi amplessi;
Depon quell’ira infida,
Vinto non più, ma vincitor d’Armida!
T’amo, oh caro.
Ja, ik ben overwonnen! Ik wist niet dat hij zo mooi kon zijn.
Rinaldo, op deze oevers
Ademt alles van liefde;
Het water, de vogels, de bloemen
Nodigen je uit tot verliefde omhelzingen.
Leg je gevaarlijke woede af.
Je bent niet langer overwonnen, maar de overwinnaar van Armida.
Ik hou van je, mijn liefste!
Rinaldo
Rinaldo
Io t’aborro!
Ik verafschuw je!
Armida
Armida
Prendi questo mio cor!
Neem mijn hart.
Rinaldo
Rinaldo
Per lacerarlo.
Alleen om het te verscheuren!
Armida
Armida
Mille gioie t’appresto.
Ik zal je duizend vreugden bereiden.
Rinaldo
Rinaldo
Io mille pene.
En ik jou duizend pijnen.
Armida
Armida
T’ammoliscano i prieghi!
Laat mijn smeken je vermurwen.
Rinaldo
Rinaldo
Io li detesto.
Ik walg ervan.
Arrmida
Armida
Abbian forza i sospir?
Laat mijn zuchten de macht hebben ...
Rinaldo
Rinaldo
D’accender l’ira.
… om mijn woede aan te wakkeren!
Armida
Armida
M’obbedisce l’inferno.
De hel gehoorzaamt me!
Rinaldo
Rinaldo
Io ti disprezzo.
Ik veracht je!
Armida
Armida
Pensa ch’io son…
Gedenk wie ik ben …
Rinaldo
Rinaldo
Tiranna.
Een tiran.
Armida
Armida
Risolvi…
Neem je besluit ...
Rinaldo
Rinaldo
La vendetta.
Wraak!
Armida
Armida
Per pietade!
Heb medelijden!
Rinaldo
Rinaldo
A te corro, o mia diletta!
(vuol andarsene.)
Ik kom naar je toe, mijn liefste!
(Hij wil weggaan.)
Duetto
Duet
Armida
Armida
Fermati!
Blijf!
Rinaldo
Rinaldo
No, crudel!
Nooit, wreedhartige!
Armida
Armida
Armida son, fedel…
Ik ben je trouwe Armida!
Rinaldo
Rinaldo
Spietata, infida!
Lasciami!
Je bent meedogenloos en trouweloos!
Laat me!
Armida
Armida
Pria morir!
Nog eerder sterven!
Rinaldo
Rinaldo
Non posso più soffir.
Meer kan ik niet lijden.
Armida
Armida
Vuoi ch’io m’uccida?
Wil je dat ik me van kant maak?
Scena VII
Scène VII
Recitativo
Recitatief
Armida
(als Almirena)
Crudel, tu ch’involasti
Al mio core la calma,
Un sol gueardo mi nieghi a tante pene?
Harteloze, jij die mijn hart
Van alle rust hebt beroofd,
Gun je mijn smart nu zelfs geen blik?
Rinaldo
Rinaldo
Che veggio! Idolo mio! Sei tu, mio bene?
Deh! Vieni a consolar l’alma smarrita!
Wat zie ik! Mijn geliefde! Ben jij het, mijn liefste?
Ach, kom en troost mijn verloren ziel!
Armida
Armida (als Almirena)
Quivi con molle vita
Vai fometando una novella brama,
E lasci sì chi t’ama?
Heb je in dit zoete leventje hier
Een nieuw verlangen gekoesterd.
Wil je haar die van je houdt verlaten?
(Armida si cangia in Almirena.)
(Armida verandert zich in Almirena.)
'Rinaldo en Armida'. Schilderij van Giovanni Battista Tiepolo (1696-1770), 1752.
Rinaldo
Rinaldo
No, cara, che tu sei
La sospirata meta, e in questo loco
Sol d’Armida crudel viddi ‘l sembiante.
Nee, liefste, jij bent de enige
Reden waarom ik adem; en hier in dit oord
Zag ik slechts het wrede gelaat van Armida.
Armida
Armida
Stringimi dunque al sen.
Druk me dan aan je borst.
Rinaldo
Rinaldo
Beato amante!
(nell’abbracciarsi, Armida riprende
La sua forma, e Rinaldo fugge.)
Sfinge, un penoso horrore
Arrecchi nel mio core!
Giove, lancia il tuo tello!
Non avrà per costei fulmini il cielo?
Gelukkige minnaar!
(Tijdens de omhelzing neemt Armida
haar eigen gedaante weer aan. Rinaldo vlucht.)
Sfinks, pijn en ontzetting
Veroorzaak je in mijn hart!
Jupiter, werp je speer!
Heeft de hemel dan geen bliksems voor haar?
(Armida verandert zichzelf weer in Almirena)
Armida
Armida si cangia un altra volta in Almirena)
Corri fra queste braccia!
Armida (als Almirena)
Rinaldo
Rinaldo
Anima mia!
(va per abbracciarla, poi si ferma.)
Ma che tenti, Rinaldo!
Forse sotto quel viso
V’è l’infeerno co’ un vel del paradiso.
Mijn liefste!
(Hij wil haar omhelzen, maar hij bedwingt zich.)
Maar wat doe je, Rinaldo!
Misschien zit onder dat hemelse gezicht
Opnieuw de hel verscholen!
Aria
Aria
Abbrugio, avampo e fremo
Di sdegno e di furor.
Spero, ma sempre temo
D’un infernal error.
Ik brand, ik sta in lichterlaaie, en ik beef
Van verontwaardiging en woede.
Ik hoop, maar steeds vrees ik
Een helse dwaling.
Scena VIII
Scène VIII
Recitativo accompagnato
Recitatief accompagnato
Armida
Armida
Dunque i lacci d’un volto,
Tante gioie promesse,
Li spanveti d’inferno,
Forza n’avran per arrestar quel crudo?
E tu il segui, o mio core!
Fatto trofeo d’un infelice amore!
No! Si svegli ‘l furore,
De valstrik met mijn gezicht,
Zoveel voorgespiegelde vreugden,
En al de verschrikkingen van de hel
Hebben dus niet de macht om die ellendeling hier te houden?
En jij volgt hem, mijn hart!
Buitgemaakt door ongelukkige liefde!
Neen! Laat mijn toorn ontwaken
(Armida, sola, riprende la sua propria forma.)
Kom snel in mijn armen!
(Armida, alleen, neemt haar eigen gedaante weer aan.)
Si raggiunga l’ingrato,
Cada a’ miei piè svenato! Ohimè! Che fia?
Uccier l’alma mma?
Ah! Debole mio petto,
A un traditor anco puoi dar ricetto?
Su, su, furie, ritrovate
Nova sorte di pena e di flagello!
S’uccida, sì…ah!, ch’è troppo bello!
En die ondankbare achtervolgen
Tot hij levenloos aan mijn voeten neervalt! Helaas! Wat zal ik doen?
Mijn eigen ziel vermoorden?
Ach, mijn zwakke hart,
Kan je die verrader nog onderdak bieden?
Vooruit, furiën! Ontdek
Nieuwe vormen van pijn en marteling!
Dood hem! Ach, neen! Hij is te mooi!
Aria
Aria
Ah! Crudel,
Il pianto mio
Deh! Ti mova per pietà!
O infedel,
Al mio desio
Proverai la crudeltà.
Ach, wreedhartige,
Laat mijn huilen
Je tot medelijden bewegen!
Anders, trouweloze,
Zal je de wreedheid
Van mijn verlangen voelen!
Scena IX
Scène IX
Recitativo
Recitatief
Armida
Armida
Riprendiam d’Almirena
Il mentito sembiante in questo loco,
Che forse qual farfalla
Ritornerà Rinaldo al suo bel foco.
(Armida riprende la forma d’Almirena;
poi viene Argante.)
Laat me nu Almirena’s
Geveinsde gelaat weer aannemen;
Misschien dat Rinaldo als een mot
Zal terugkeren naar zijn geliefde vuur!
(Armida neemt de gedaante van Almirena weer aan;
dan komt Argante op.)
Scena X
Scène X
Recitativo
Recitatief
Argante
Argante
Adorata Almirena,
Ogni breve dimora,
Che dal tuo bello fa l’anima mia,
È pena acerba e ria.
(Armida riguarda Argante con sdegno.)
Aanbeden Almirena,
Elke korte scheiding
Van jouw schoonheid
Is bittere pijn voor mijn ziel!
(Armida kijkt hem vol verontwaardiging aan.)
Armida
Armida
Traditor! Dimmi: è questa
Del mio amor la mercede?
Verrader, zeg me: is dit
Hoe je mij voor mijn liefde beloont?
Argante
Argante
Oh dei! Che miro?
O goden, wat zie ik!
Armida
Armida
Io, ch’il mio cor ti spiego
Con affetti?
Mij, die je mijn hart liet zien,
Vol liefde?
Argante
Argante
No, ‘l niego.
Ik ontken het niet.
Armida
Armida
Io, che l’infeerno, op altero,
Slego a tuo prò!
Mij, die voor jou, hoogmoedige,
De hel ontketende?
Argante
Argante
Egli è vero.
Het is waar.
Armida
Armida
Tradirmi!
Mij verraden!
Argante
Argante
Scusa un lampo
D’intempestivo amor!
Vergeef me voor dit ene ogenblik
Van ongepaste liefde.
Armida
Armida
I fulmini vedrai del mio furore.
Je zal mijn woede zien bliksemen!
Aria
Aria
Armida
Armida
Vo’ far guerra, e vincer voglio,
Collo sdegno chi m’offende
Vendicar i torti miei.
Per abbatter quel orgoglio,
Ch’il gran foco i sen m’accende,
Saran meco gli stessi dei.
Ik wil oorlog ontketenen en
Diegenen die me krenkten, verdelgen
En het mij aangedane onrecht wreken!
De goden zelf zullen me bijstaan
Om die hoogmoed te vernietigen
Die deze woede in mijn hart ontsteekt.
Atto terzo
Scena I
Derde bedrijf
Scène I
Eustazio
Eustazio
(alla bocca del antro chiama il mago.)
Tu. A cui vien concesso
Sin delle stelle il penetrar gli arcani,
Degli eventi più strani
(Aan de ingang van de grot roept hij de magiër.)
Jij, die het gegeven is de geheimen van de sterren te doorzien,
De loop van de vreemdste verschijnselen te stoppen,
En iedereen diensten te bewijzen,
(Orrida montagna con dirupi e cascate d’acqua, Nella sommità di cui
si vede il castello incantato d’Armida, ch’è custodito da gran numero di
mostri di varie forme; nel mezzo delle mura appare una porta con colonne
di cristallo, e d’ogni sorte di gemme; a piedi della montagna v’è una spelonca, ove abita il mago. Goffredo ed Eustazio Considerando l’altezza della
montagna.)
(Een woest gebergte, met steile afgronden en wilde watervallen. Op de
top ziet men Armida’s toverslot, dat bewaakt wordt door talloze monsters
in de meest diverse gedaanten. Middenin de ommuring is er een poort te
zien met zuilen van kristal, versierd met allerlei soorten edelstenen. Aan
de voet van het gebergte ligt de spelonk waar de magiër woont. Goffredo
en Eustazio overschouwen de hoogte van het gebergte.)
Fermar il corso, e grazie ogn’ or dispensi,
D’un alto affar vendo a cercarti i sensi.
Jouw raad kom ik zoeken in een zaak
Van het allerhoogste belang.
Scena II
Scène II
Recitativo
Recitatief
Mago
Magiër
La causa che vi spinge
In sì remota pertenota m’è già;
Rinaldo ed Almirena
Colà sull’alte cime
Di quell’orrido sasso in lacci indegni
Della perfida Armida giacciono avinti
Il varco impossibile for a
Senza in poter prefisso,
Ch’i mostri suoi colà vuotò l’abisso.
Wat jullie naar dit afgelegen oord brengt,
Is mij reeds bekend.
Rinaldo en Almirena
Bevinden zich ginds, op de hoge top
Van die verschrikkelijke berg, in de strikken
Van de verraderlijke Armida gevangen.
De weg daarheen is onmogelijk
Zonder bescherming van een hogere macht,
Want de hel heeft al haar monsters losgelaten.
Goffredo
Goffredo
L’aprirò colla spada.
Ik zal de weg met mijn zwaard openen.
Eustazio
Eustazio
Andiam, cche la virtù ne farà strada.
Laten we gaan, onze moed zal de weg banen.
Goffredo
Goffredo
Seguitemi, o miei fidi!
Volg me, mijn getrouwen!
Eustazio
Eustazio
Io vi precedo. (Goffredo ed Eustazio, impugnata la spada e seguitati da
soldati ascendono la montagna, Ed il mago gli sgrida.)
Ik zal u voorgaan. (Met getrokken zwaard, en gevolgd door hun soldaten, beginnen Goffredo en Eustazio de berg te beklimmen. De magiër
schreeuwt hen na.)
(Il mago esce della sua spelonca.)
(De magiër komt uit zijn spelonk tevoorschijn.)
Mago
Arrestatevi, o forti,
Che nel mar del terror
sareste absorti.
Magiër
Blijf staan, helden!
Jullie zullen in een zee van verschrikking
Ten onder gaan!
Sinfonia
(Goffredo, Eustazio e soldati, essendo molto avanzati verso la cima, si
presenta loro una compagnia de’mostri orribili con faci accese, Di modo
che una parte de’soldati atterriti Ritornando indietro, un’altra squadra di
mostri taglia loro il cammino, e nel mezzo della loro Confusione, s’apre
la montagna, e gl’inghiotte, uscendo da quella voragine fiamme, fumo, e
grandi strepiti. Al fine Goffredo ed Eustazio, con parte de’soldati, ritornano
al mago.)
Sinfonia
(Wanneer Goffredo, Eustazio en de soldaten de top bijna bereikt hebben,
worden ze aangevallen door een troep gruwelijke, vuurspuwende monsters. Een deel van de soldaten vlucht ontzet weg, maar een andere troep
monsters snijdt hen de weg af en temidden van hun verwarring scheurt
de berg open en verslindt hen, terwijl uit de kloof vlammen, rook en donder opstijgen. Tenslotte keren Goffredo en Eustazio, met de overgebleven
soldaten, terug naar de magiër.)
Recitativo
Recitatief
Goffredo
Goffredo
Qui vomita cocito
Tutta ssua nera peste.
Hier braakt cocytus
Heel zijn zwarte pest uit!
Eustazio
Eustazio
D’acheronte proviam qui le tempeste.
We hebben de stormen van de hel gevoeld.
Mago
Magiër
Prodi campioni
non giunge il terreno valore
A sormonntar quell’infernal furore;
Queste verghe fatal, ch’ora vi porgo,
Faran fuggir quei mostri;
Ite con piè sicuro,
Che potran dar il corso al pigro arturo.
Dappere helden, Aardse moed volstaat niet
Om die helse woede te overwinnen.
De toverstokken die ik u schenk,
Zullen de monsters op de vlucht jagen.
Ga, met zekere schreden,
Want ze hebben de macht om zelfs
De luie pas van arcturus te versnellen.
Goffredo
Goffredo
German, all’opra!
Voorwaarts, broeder.
Eustazio
Eustazio
Impaziente anelo,
Ch’a forte al fin darà vittoria il cielo.
(ascendono di novo la montagna, ed il mago sta osservando il loro passaggio, e canta per incorraggiarli. Gli mostri come prima si presentano
loro, ma per virtù di quelle verghe sono posti in fuga. Arrivati che sono alla
cima, toccano colle verghe la porta del castello d’Armida, ed in un subito
spariscono quelle mura, e la montagna medesima, e resta invece di quella
un mare agitato; Goffredo ed Eustazio s’attengono ad una rupe pendente
sopra il mare, poi si vedono calar a basso da un altra parte.)
Ik kan nauwelijks wachten Tot de hemel ons de overwinning schenkt.
(Opnieuw beklimmen ze de berg. De magiër kijkt hen na en volgt hun
tocht, en hij zingt om hen aan te moedigen. Opnieuw duiken de monsters
op, maar slaan meteen op de vlucht voor de macht van de toverstokken.
Zodra ze op de top zijn aangekomen, kloppen ze met de stokken op de
poort van Armida’s slot. Onmiddellijk verdwijnen de muren, en heel de
berg zelf, en in de plaats verschijnt een stormachtige zee. Goffredo en
Eustazio grijpen zich vast aan een rots die boven de zee hangt. Ze dalen af
aan de andere kant.)
Aria
Aria en recitatief
Mago
Magiër
Andate, o forti,
Fra stragi e morti
Senza timore
Or colà su!
Ch’omai v’è guida,
Compagna fida,
Tra quell’horrore
Fatal virtù.
(Superato l’incanto della montagna, il mago rientra nella sua spelonca.)
Gaat, o helden,
Doorheen doodsgevaren,
Zonder angst
Naar de top.
Want mijn noodlottige machtleidt u
Als een trouwe gezel
Doorheen alle verschrikkingen.
(Wanneer de betovering van de berg overwonnen is, keert de magiër
terug naar zijn spelonk.)
Scena III
Scène III
(giardino d’Armida, che tiene uno stilo al petto d’Almirena per ucciderla.
Armida, Rinaldo en Almirena.)
(In Armida’s tuin. Armida houdt een dolk aan Almirena’s borst, klaar om
haar te doden. Armida, Rinaldo en Almirena.)
Recitativo
Recitativo
Armida
Armida
Mori, svenata!
Bloed leeg en sterf!
Almirena
Almirena
O numi!
O goden!
Rinaldo
Rinaldo
T’arresta per pietà!
Stop, heb medelijden!
Armida
Armida
Ho d’aspe il core;
Poivhe le fiamme mie sprezzasti, indegno,
Cada costei trafitta,
Olocausto d’amor, vittima al sdegno!
Mijn hart is koud als dat van een slang.
Omdat jij mijn liefdesvuur veracht hebt,
Zal zij sterven, onwaardige!
Een liefdesoffer, slachtoffer van woede!
Rinaldo
Rinaldo
Il mio pianto!
Zie mijn tranen!
Armida
Armida
Dell’ira accresce i flutti.
Ze vergroten de vloedgolf van mijn woede!
Rinaldo
Rinaldo
L’innocenza!
Ze is onschuldig!
Armida
Armida
Il suo volto il fallo accese-
Haar gezicht beschuldigt haar.
Rinaldo
Rinaldo
Per il fuoco onde ardesti!
Omwille van het vuur dat in je brandde!
Armida
Armida
È in tutto spento.
Dat is dood.
Rinaldo
Rinaldo
Pria questo sen trapassa!
Doorboor dan eerst mijn hart!
Armida
Armida
Il duol lo sveni!
Neen, van smart zal je sterven.
Rinaldo
Rinaldo
Versa in fulmine, o ciel!
Stort uw bliksems, o hemel!
Armida
Armida
Io pria il suo sangue.
(mentre Armida vuole lanciar il colpo, Rinaldo impugna la spada, e va con
furia verso lei per ucciderla; ma subito escono dalla terra degli spiriti per
custodirla.)
Eerst zal ik haar bloed verstorten!
(Wanneer Armida wil toeslaan, trekt Rinaldo zijn zwaard en stormt razend
op haar af om haar haar te doden. Maar onmiddellijk rijzen geesten op uit
de aarde om haar te beschermen.)
Rinaldo
Rinaldo
Al mio braccio cadrai, perfida, esangue!
Door mijn hand zal je sterven, verraadster!
Scena IV
Scène IV
Recitativo
Recitatief
Armida
Armida
Nella guardata soglia
Come osaste portar sicuro il piede?
Furie pronte accorrete, e da sotterra
Venga contro costor l’inferno in guerra!
Hoe dierven jullie deze bewaakte grond
Zonder angst te betreden?
Furiën, ijl hierheen! Laat de hele hel
Uit het onderaardse tegen hen ten oorlog trekken!
(Goffredo ed Eustazio toccando colle verghe il giardino incantato, in un subito il medesimo sparisce, e resta una gran campagna deserta, Nel fondo
di cui si vede la città di gerusalemme da quella porta ov’è situata in collina; nelle mura vista gran porta, a piedi di cui si vede una strada, che con
tortuosi giri vien a finire nel piano. Goffredo, Eustazio e Rinaldo corrono
ad abbracciarsi, e mentre Almirena vuol fare lo stesso, Armida la ferma e
tenta di nuovo d’ucciderla collo stile. Rinaldo impugna la spada, va contra
Armida, ma nel lanciar il colpo, quella gli sparisce Sotto il taglio.)
(Goffredo en Eustazio raken de bodem van de betoverde tuin aan met de
stokken, en meteen verdwijnt alles om te veranderen in een uitgestrekte
woestenij. In de verte ziet men op een heuvel de stad Jeruzalem. Vanuit
de grote poort in de stadsmuur voert een bede weg via vele kronkels naar
beneden in de vlakte. Goffredo, Eustazio en Rinaldo omhelzen elkaar, en
net als Almirena hetzelfde wil doen, grijpt Armida haar en tracht ze haar
opnieuw te doden. Rinaldo trekt zijn zwaard en stormt op Armida toe,
maar wanneer hij toeslaat, verdwijnt zij als bij toverslag.)
Goffredo
Goffredo
Figlia!
Dochter!
Almirena
Almirena
Padre!
Vader!
Eustazio
Eustazio
Mia cara!
Mijn lieve kind!
Rinaldo
Rinaldo
Idolo mio!
Mijn liefste!
Goffredo
Goffredo
Fugga il duol!
Laat de smart verdwijnen.
Almirena
Almirena
Rieda il piacer!
Laat de vreugde weerkeren.
Eustazio e Rinaldo
Eustazio, Rinaldo
E svanisca ogni tormento…
Almirena, Rinaldo, Goffredo ed Eustazio
…al contento, al contento!
En laat alle kwellingen wijken …
Almirena, Rinaldo, Goffredo, Eustazio
… voor het geluk, voor het geluk!
Goffredo
Goffredo
Vinto il furor d’inferno,
Il terreno furor vincer ne resta.
Quando là in oriente
Febo risorge ad indorare il mondo,
German, le squadre appresta,
Perché sione cada;
E tu Rinaldo, dèi
Contaminata da’ tuoi molli amori
Col sangue del rubel purgar la spada.
(Goffredo ed Eustazio partono.)
Nu de furie van de hel is overwonnen,
Blijft nog de aardse woede te verslaan.
Wanneer daar in het oosten
De zon oprijst en ze de aarde verguldt,
Houd je troepen dan bereid, broeder,
Om Sion te doen vallen.
En jij, Rinaldo, moet,
Aangetast als je bent door liefdesweekheid,
Je zwaard reinigen met rebellenbloed!
(Goffredo en Eustazio af.)
(Vengono Goffredo ed Eustazio.)
(Goffredo en Eustazio op.)
Recitativo
Recitatief
Rinaldo
Rinaldo
Al trionfo s’affretti senza ritardo il corso!
Mi stimolan l’amor, gloria, e rimorso.
Ik haast me zonder dralen naar de overwinning!
Liefde, roem en spijt drijven mij.
Aria
Aria
È un incendio fra due venti,
Fra due fiamme questo cor.
Ha di gloria gli alimenti,
Lo nodrisce un fermo amor.
Als een vuur tussen twee winden,
Tussen twee vlammen, brandt mijn hart.
Het wordt gevoed door de roem
En gekoesterd door standvastige liefde.
Scena V
Scène V
Scena VI
Scène VI
Recitativo
Recitatief
Armida
Armida
Per fomentar lo sdegno
A fronte d’un sleal anco mi trovo?
Wil je mijn woede opnieuw doen opvlammen
Door de aanblik van een trouweloze?
Argante
Argante
Io pur l’ira rinovo
Al tuo superbo aspetto.
Ook mijn woede wordt hernieuwd
Door jouw hoogmoed!
Armida
Armida
È l’offeso mio amor per te un aletto.
Mijn gekrenkte liefde zal een furie voor je zijn.
Argante
Argante
L’affetto tuo non curo.
Jouw gevoelens raken mij niet.
Armida
Armida
Io i sdegni tuoi.
Jouw verachting mij evenmin.
Argante
Argante
Or è tempo di palme;
Va, e non tentar d’effeminar gli eroi!
Nu is de tijd van de overwinning gekomen.
Ga, en tracht mijn mannen niet te ondermijnen.
Armida
Armida
Ho un cor virile in petto,
Che sa emular la gloria.
Ik heb een mannelijk hart in de borst
Dat in staat is met roem te wedijveren!
Argante
Argante (wat aarzelend)
Abbian sensi sì grandi al fin vittoria!
Cara, perdon ti chiedo.
Mogen zulke edele gevoelens triomferen!
Mijn lieve, ik vraag je vergiffenis!
Armida
Armida (koel)
Io no ‘l rifiuto.
Ik zal ze je niet weigeren.
(Argante, seguitato da tre generali.)
(Armida e detti)
(Argante, gevolgd door drie van zijn generaals.)
(Armida en de vorigen)
Argante
Argante
Accuso la mia colpa.
Ik erken mijn schuld.
Armida
Armida
Egli m’è grato.
Daarvoor ben ik dankbaar.
Argante
Argante
Fu importuno l’amor.
De liefde heeft mij doen dwalen.
Armida
Armida
Io pure errai.
Ook ik heb gedwaald.
Argante
Argante
Solo per momenti.
Slechts voor een ogenblik.
Armida
Armida (resoluut)
Anch’io Rinaldo amai.
Ook ik heb Rinaldo bemind.
Armida ed Argante
Armida, Argante
Dunque mi sia concesso
Di pirgar il mio error con qesto amplesso!
(s’abbracciano.)
Moge vergiffenis voor mijn dwaling
Mij gegeven zijn met deze kus.
(Ze omhelzen elkaar.)
Argante
Argante
Or preparianne ad una estrema sorte.
Laten wij ons klaarmaken voor ons grote lot...
Armida
Armida
E coi spenti nemivi
Un gran trofeo alla morte.
... En met de lijken van onze vijanden
De dood een grote trofee schenken.
Argante
Argante
Olà, cogli oricalchi
Si destino a battaglia i stessi venti!
Mogen de winden zelf ten strijd worden geroepen
Met trompetgeschal!
Armida
Armida
E sian nostri campioni
Maccone in ciel, l’inferno, e gli elementi!
En laat Mohammed, de hel en de elementen
Aan onze zijde strijden!
Marcia
Mars
(suonano tutte sorti d’istromenti militari e si vede uscire dalla città
l’armata, che arrivata a’piedi del monte passa con bell’ordine dinanzi
Argante ed Armida, facendo loro gli soliti saluti militari.)
(Allerlei militaire instrumenten weergalmen. Men ziet de legers de stad verlaten. Aan de voet van de heuvel presenteren ze zich in schitterende slagorde
aan Argante en Armida. Ze brengen hen het gebruikelijke militaire saluut.)
Recitativo
Recitatief
Argante
Argante
N quel bosco di strali
Ne’ lacci caderan que’ indegni mostri.
Mogen die onwaardige beesten vallen
In dat woud van speren!
Armida
Armida
E in un mare di sangue
Spenti saranno i giusti sdegni nostri.
Moge onze gerechtvaardigde woede
Gekoeld worden in een zee van bloed.
Duetto
Duet
Armida ed Argante
Argante, Armida
Al trionfo del nostro furore
Laat onze woede triomferen,
Or corriamo que’ mostri a legar.
Che poi, caro/cara, questo core
Dolce premio ti vuol dar!
Laat ons gaan en die monsters knechten!
Dan, mijn liefste, zal ik je dit hart
Als zoete beloning schenken!
Scena VII
Scène VII
Recitativo
Recitatief
Goffredo
Goffredo
Di quei strani accidenti
Se la serie ripiglio,
Per dolor, per stupor, s’inarca il ciglio.
Als ik terugdenk aan die reeks
Vreemde voorvallen,
Vertroebelt mijn blik van smart en verbijstering.
Almirena
Almirena
A sì crudelo eventi
Ancor non so se dormi, o se sia desta.
Na zoveel smartelijke gebeurtenissen
Weet ik nog steeds niet of ik droom of waak.
Rinaldo
Rinaldo
Cessata la tempesta,
Godiam, cara, la calma!
De storm is voorbij, liefste,
Laat ons de rust koesteren!
Almirena
Almirena
Dell’aure dolci della tua bell’alma.
De tedere rust die je mooie ziel me schenkt.
Aria
Aria
Bel piacere
È godere
Fido amo!
Questo fa contento il cor.
La fermezza
Sol apprezza
Lo splendor,
Che provien d’un grato cor.
Het genot
Van trouwe liefde
Brengt grote vreugde!
Dat is wat het hart gelukkig maakt.
De standvastigheid
Hecht slechts waarde
Aan de glans
Van een trouw hart.
Scena VIII
Scène VIII
Recitativo
Recitatief
Eustazio
Eustazio
Signor, l’oste nemica
Con barbari ululati
S’avvicina alle tende,
E già ne’ nostri accende
Desir di gloria ardenti;
Heer, de vijandelijke legers
Naderen ons kamp
Met barbaars geschreeuw!
Onze mannen branden reeds
Van vurig verlangen naar glorie.
(Goffredo, Rinaldo, Almirena)
(Eustazio e detti)
(Goffredo, Rinaldo, Almirena)
(Eustazio en de vorigen)
Tu quegli alti ardimenti
Raffrena con gran senno,
Ch’ognun fia pronto a venerame il cenno.
Leid met je grote wijsheid
Hun vermetelheid in goede banen,
Want allen staan klaar om je bevel te volgen.
Goffredo
Goffredo
Ecco il glorioso giorno,
Che ne chiama al trionfo.
De roemrijke dag is aangebroken
Die ons tot de overwinning roept.
Rinaldo
Rinaldo
Ecco le palme,
Che spuntano nel campo.
De zegepalmen
Groeien reeds op het slagveld!
Almirena
Almirena
Ecco ne’ tuoi bei lumi
Che di gloria e d’amor folgora un lampo!
In je mooie ogen
Bliksemt reeds een straal van glorie en liefde.
Aria
Aria
Di sion nell’alta sede
La virtute ed il valore
Oggi solo si vedrà.
Ch’alfin nobile mercede
D’alma grande, nobil core,
È una belle felicità.
Op Zions verheven troon
Zal men vandaag
Daadkracht en strijdvaardigheid zien
Want op het einde wenkt als edele beloning
De gelukzaligheid van een grootse ziel
En van een edel hart.
Scena IX
Scène IX
Marcia
Mars
(s’ode suonare tutti gli stromenti militari dei cristiani, e l’armata con pompa
solenne, a piedi, ed a cavallo, passa dinanzi Goffredo e Rinaldo, facendo
loro i soliti saluti militari.)
(Alle militaire instrumenten van de christenen weergalmen. Het leger,
voetvolk en cavallerie, trekt in een plechtige stoet aan Goffredo en Rinaldo
voorbij, terwijl ze militaire saluten brengen.)
Recitativo
Recitatief
Rinaldo
Rinaldo
Se ciò t’è in grado, o prence,
Tu le falangi armate
In campo aperto spingi;
Io per obliquo calle
Vo’ che sione oggi umiliata cada
Del tuo nome in virtù, colla mia spada.
Als het u goeddunkt, mijn prins,
Leidt u dan de gewapende troepen
In het open slagveld.
Ikzelf zal een geheime weg nemen,
Want ik wil dat Sion vandaag vernederd valt,
Ter ere van uw naam en door mijn zwaard.
Aria
Aria
Or la tromba in suon festante
Mi richiama a trionfar.
Qual guerriero e queal amante,
Gloria e amor mi vuol bear.
De jubelende klank van de trompet
Roept mij op tot de overwinning.
Zowel de strijder als de minnaarkronen
Mijn glorie en liefde met geluk.
Scena X
Scène X
Recitativo
Recitatief
Argante
Argante
Miei fidi, ecco là un campo
Colmo di mille furti,
Più famoso che forte;
Quello benigna sorte
Or vi presenta; sù, prodi, pugnate,
Abbattete, atterrate!
Per ong’un di quegli empi,
Sian le rapine lor nostro tributo,
E l’alme lor un olocausto a pluto!
Mijn getrouwen, daar op het slagveld
Wacht slechts een bende van duizend dieven,
Die eerder berucht zijn dan sterk!
Dat is, wat een gelukkig lot
U aanbiedt. Voorwaarts dapperen, vecht!
Sla hen neer, vernietig hen,
Verdelg die ellendelingen tot de laatste man,
Laat hun buit onze betaling zijn,
En hun zielen een offer aan Pluto!
Scena XI
Scène XI
Recitativo
Recitatief
Goffredo
Goffredo
Magnanimi campioni,
Ecco l’ultimo giorno
Delle vostre fatiche,
Quel che tanto bramaste.
Quivi una selva d’aste
Il nemico ha congiunto;
Perché vinciam più guerre in un sol punto.
Combattete qual forti, e a monti estinti
Vadan color sossopra,
Perché solo un bel fin orona l’opra.
Grootmoedige strijders,
Dit is de laatste dag
Van jullie beproevingen,
De dag waar jullie zo naar hebben verlangd!
Daarginds heeft de vijand
Een woud van speren verzameld,
Opdat wij in één slag vele oorlogen beslechten!
Vecht als helden; stapel hun lijken
Tot een grote berg,
Want slechts een goed einde bekroont het werk.
Battaglia
Veldslag
(S’attacca una battaglia regolata, che sta in Bilancia da una parte e dall’altra; ma Rinaldo, avendo di già preso la città, discende dal monte con
una squadra, ed assalisce per fianco gli nemici, che si danno alla fuga, non
restando il medesimo di darli la caccia.)
(Er ontbrandt een goedgeordende strijd, die voor beide partijen gelijkmatig verloopt, tot Rinaldo, die de stad reeds heeft ingenomen, met zijn
troepen de heuvel afdaalt en de vijand in de flank aanvalt en op de vlucht
jaagt, waarna nog slechts de achtervolging hoeft ingezet te worden.)
Scène XII
Scène XII
(Argante esce colla sua armata, che dispone in ordine di battaglia.)
(Esce Goffredo con tutta la sua armata, e l’ordine per dar battaglia.)
(Rinaldo, che conduce Argante incatenato.)
(Argante komt op met zijn leger, dat hij in slagorde opstelt.)
(Goffredo komt op met zijn voltallige leger, en stelt het op in slagorde.)
(Rinaldo, die de geboeide Argante voorleidt.)
Recitativo
Recitatief
Rinaldo
Rinaldo
Goffredo, ecco il superbo in lacci avvolto.
Goffredo, hier is de hoogmoedige, in ketens.
Argante
Argante
Argante è vinto
e non il cor d’Argante,
Che ragion sovra d’esso
Gli astri non han.
Argante is overwonnen,
Maar niet Argantes hart,
Want zelfs de sterren
Hebben daarover geen macht!
Goffredo
Goffredo
Rinaldo, s’ascriva al tuo valor
l’alto successo.
Rinaldo, slechts aan jouw moed
Is dit verheven succes toe te schrijven.
Scena XIII
Scène XIII
Recitativo
Recitatief
Eustazio
Eustazio
Ecco, german, la cruda,
Che, mentre colle all’alte nostre tende
Recar gli ultimi danni,
Cade ne’ ceppi, e negli estremi affanni.
Ziehier, broeder, het wrede serpent,
Dat, terwijl ze ons kamp binnendrong
In een ultieme poging het te vernietigen,
In onze handen viel, in uiterste schande.
Argante
Argante
Numi, che veggio!
Goden, wat zie ik!
Armida
Armida
Sommi dei, che miro!
Alle goden, wat zie ik!
Rinaldo
Rinaldo
Cara, questa è la meta.
Mijn liefste, dit is het einde …
Almirena
Almirena
A cui sospiro.
… waarnaar ik zo heb gesmacht.
Goffredo
Goffredo
Or ne’ sponsali eccelsi
A quel alto valore…
Moge jullie huwelijk
Zoveel verheven moed bekronen.
Goffredo ed Eustazio
Goffredo, Eustazio
…sia pronuba la gloria
al vostro amore!
Moge de glorie
Uw liefde begeleiden!
Armida
Armida
D’un nume il più possente
Han la scorta costor.
De machtigste van alle goden
Is hun beschermer.
Argante
Argante
Varia la sorte.
Het lot is grillig.
(I detti. Eustazio con Almirena, conducendo seco Armida prigioniera.)
(De vorigen. Eustazio komt op met Almirena, hij voert Armida als gevangene met zich mee.)
Rinaldo ed Almirena
Almirena, Rinaldo
In te sol l’alma mia si riconforta.
In jou alleen zal mijn ziel troost vinden.
Armida
Armida
O, forse ch’al ciel piacque,
Ch’io spegna al fin pentita
Il mio foco infernal colle sacre acque.
Verga indegna, ti spezzo.
(spezza la verga incantata.)
Nee, misschien is het de wens van
De hemel dat ik eindelijk vol berouw
Mijn helse vuur blus met heilig water.
Onwaardige staf, ik breek je.
(Ze breekt haar toverstaf in stukken.)
Argante
Argante
Il tuo consiglio
Seguo, mia cara.
Jouw raad
Zal ik volgen, mijn liefste.
Armida
Armida (tot Goffredo)
Il vostro rito io piglio.
Ik neem uw geloof aan.
Rinaldo
Rinaldo
O clemenza del ciel!
O hemelse genade!
Almirena
Almirena
Beata sorte!
Gelukkig lot!
Eustazio
Eustazio
Trionfo alter!
Meest verheven triomf!
Goffredo
Goffredo
La libertà vi dono.
Ik schenk u de vrijheid.
Argante
Argante
Cara, ti stringo.
Mijn liefste, ik omhels je.
Armida
Armida
Vien sposo al mio trono.
Kom, bestijg mijn troon als echtgenoot.
Coro
Koor
Tutti
Tutti
Vinto è sol della virtù
Degli affetti il reo livor.
E felice è sol qua giù
Chi dà meta a un vano cor.
Slechts de deugd van de gevoelens
Kan boosheid en nijd overwinnen.
Slechts diegene is op aarde gelukkig
Die zijn ijdele hart een streefdoel geeft.
architectuur
theater
dans
muziek
WWW.DESINGEL.BE
T +32 (0)3 248 28 28
DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN
WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van
hoofdsponsor
mediasponsors
Scarica

rinaLdo