PARLAMENTO EUROPEO EUROPEAN PARLIAMENT EUROPEES PARLEMENT
EUROPA-PARLAMENTET PARLEMENT EUROPEEN PARLAMENTO EUROPEU
EUROPÄISCHES PARLAMENT PARLAMENTO EUROPEO EUROOPAN PARLAMENTTI
ÅÕÑÙÐÁÚÊÏ ÊÏÉÍÏÂÏÕËÉÏ
EUROPAPARLAMENTET
2004
1999
Actas literales de las sesiones
Fuldstændigt forhandlingsreferat
Ausführliche Sitzungsberichte
ÐëÞñç ÐñáêôéêÜ ôùí ÓõíåäñéÜóåùí
Verbatim report of proceedings
Compte rendu in extenso des séances
Resoconto integrale delle sedute
Volledig verslag der vergaderingen
Relato integral das sessões
Sanatarkat istuntoselostukset
Fullständigt förhandlingsreferat
Martes II - Tirsdag II - Dienstag II - Tñßôç II - Tuesday II - Mardi II
Martedì II - Dinsdag II - Terça-feira II - Tiistai II - Tisdag II
20-04-2004
Edición provisional - Foreløbig udgave - Vorläufige Ausgabe - ÐñïóùñéíÞ Ýêäïóç - Provisional edition Edition provisoire - Edizione provvisoria - Voorlopige uitgave - Edição provisória - Väliaikainen versio - Preliminär utgåva
2-408
SESIÓN DEL MARTES II, 20 DE ABRIL DE 2004
MØDET TIRSDAG II, DEN 20. APRIL 2004
SITZUNG AM DIENSTAG II, 20. APRIL 2004
ΣΥΝΕ∆ΡΙΑΣΗ ΤΗΣ ΤΡΙΤΗΣ (II) 20 ΑΠΡΙΛΙΟΥ 2004
SITTING OF TUESDAY II, 20 APRIL 2004
SÉANCE DU MARDI II, 20 AVRIL 2004
SEDUTA DI MARTEDI' II 20 APRILE 2004
VERGADERING VAN DINSDAG II, 20 APRIL 2004
SESSÃO DE TERÇA-FEIRA II, 20 DE ABRIL DE 2004
ISTUNTO II TIISTAINA 20. HUHTIKUUTA 2004
SAMMANTRÄDET TISDAGEN (II) DEN 20 APRIL 2004
___________________________
2-409
VORSITZ: GERHARD SCHMID
Vizepräsident
2-410
Aprobación de la gestión 2002 (continuación)
Decharge 2002
Entlastung 2002 (Fortsetzung)
Απαλλαγές 2002 (συνέχεια)
2002 discharges (continuation)
Décharges 2002 (suite)
Discarichi 2002 (proseguimento)
Kwijtingen 2002 (voortzetting)
Quitações 2002 (continuação)
Vastuuvapaus 2002 (jatkoa)
Ansvarsfrihet 2002 (fortsättning)
2-411
Der Präsident. - Nach der Tagesordnung folgt die Fortsetzung der gemeinsamen Aussprache über die Erklärung der Kommission zu Eurostat sowie die Entlastung
für 2002.
2-412
Mulder (ELDR), rapporteur. – Voorzitter, in de politiek weet men nooit wat er kan gebeuren, maar zoals de
zaken er nu voorstaan zou het wel eens de laatste keer
kunnen zijn dat mevrouw Schreyer hier als Commissaris
voor de begroting aanwezig is voor dit debat. Ik zou haar
nu alvast willen bedanken voor de openheid waarmee zij
dit Parlement door de jaren heen tegemoet is getreden.
Wat betreft het rapporteurschap voor de agentschappen,
waarmee ik ben belast, kan ik u alleen maar zeggen dat
er op basis van de kennis die ik nu heb geen reden is om
het verlenen van kwijting aan de agentschappen te weigeren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niets te verbeteren valt. Wij hebben in het afgelopen jaar een aantal
zaken bij de agentschappen opgemerkt die wellicht meer
aandacht zullen behoeven.
In de eerste plaats is dat het personeelsbeleid dat zij voeren. Wij willen daarbij in het algemeen meer doorzichtigheid. Hoe worden de mensen gerekruteerd en hoe
maken zij promotie? Er zijn indicaties dat dit anders
verloopt dan bij de Commissie, terwijl deze mensen als
zij eenmaal ambtenaar zijn bij een agentschap dezelfde
rechten en plichten hebben als Commissie-ambtenaren.
Wij vinden dat dit zoveel mogelijk gelijk moet worden
getrokken. Wij vinden ook dat het OLAF het volste
recht heeft om zich te bemoeien met eventuele problemen bij agentschappen. Ten slotte vinden wij dat de
Dienst Interne Audit van de Commissie meer aandacht
moeten besteden aan wat er bij de agentschappen gebeurt. Tot dusver heeft deze dienst nog geen tijd of geen
zin gehad om zich daarmee te bemoeien. Wij vinden dat
dit in de toekomst wel moet gebeuren.
Bij sommige agentschappen die eigen inkomsten hebben, is er een probleem met de overdrachten van het ene
naar het andere begrotingsjaar. Agentschappen kunnen
eigen inkomsten hebben, maar volgens de regels van het
Financieel Reglement mogen zij deze niet gebruiken in
het volgende begrotingsjaar. Voor één agentschap, het
agentschap in Londen, is er een oplossing gevonden. Wij
vinden dat deze oplossing ook zou moeten gelden voor
de andere agentschappen. Bovendien willen wij in het
algemeen aanmoedigen dat agentschappen, waar zulks
mogelijk is, meer eigen inkomsten genereren, zodat zij
goedkoper zijn voor de begroting.
Graag zou ik ook iets willen zeggen over de andere
agentschappen, maar dan op persoonlijke titel en dus
niet meer als rapporteur. Wij volgen de heer Bayona in
zijn beslissing kwijting te verlenen aan de Commissie. Ik
kan bijna het commentaar van vorig jaar en ook van de
jaren daarvoor herhalen. Het blijft uiterst onbevredigend
dat er geen positieve betrouwbaarheidsverklaring van de
Rekenkamer is. Alles moet in het werk gesteld worden
om deze te verkrijgen. Wij kunnen slechts concluderen
dat als wij op dit moment zouden weigeren kwijting te
verlenen, dit geen enkel goed doel zou dienen, want de
4
politieke consequenties ervan zijn op het ogenblik niet in
het belang van Europa.
Voorts nog iets over de Eurostat-affaire. Er is al een verklaring geweest van de Commissie vanmiddag. Wat mij
betreft is die verklaring niet voldoende. Over de essentie, politieke verantwoordelijkheid, heb ik in deze verklaring van de Commissie niet gehoord. Wij hebben van
de heer Prodi toen hij aantrad als voorzitter van de
Commissie gehoord dat er sprake zou zijn van politieke
verantwoordelijk. Wij vinden dat de Commissie daar te
weinig invulling aan geeft. Een Commissaris is verantwoordelijk voor die taak die hem wordt toegewezen en
dient daarover ook verantwoording af te leggen. Als er
iets fout gaat, moet hij of zij daarvoor opdraaien. Wij
vinden het jammer dat drie maanden geleden, naar aanleiding van het vervolgverslag-Kasaka over de kwijting
voor 2001, een amendement van de liberalen slechts met
één stem meerderheid werd aangenomen. In dit amendement zeiden wij het te betreuren dat Commissaris Solbes niet vanaf dag 1 politieke verantwoordelijkheid had
genomen. Kennelijk heerst er nu een andere sfeer in het
Parlement gezien de vele amendementen die ik nu zie op
het verslag-Bayona. Ik kan slechts constateren dat de
weerstand van de grote groepen in het Parlement twee of
drie maanden geleden niet zo groot was als nu.
Met het oog op de hoorzittingen voor de nieuwe Commissie aan het einde van het jaar zal één van de belangrijke punten die wij moeten benadrukken, moeten zijn
wat de individuele verantwoordelijkheid is van de
Commissarissen bij de uitvoering van de begroting. Immers, als wij iedere ambtenaar bij de Commissie verantwoordelijk maken voor zijn eigen werkterrein, dan
zal dat zeker ook moeten gelden voor de Commissarissen.
2-413
Staes (Verts/ALE), ter vervanging van de rapporteur. –
Voorzitter, collega's, ik vervang hier Heide Rühle, de
echte rapporteur, die jammer genoeg niet zelf haar verslag kan presenteren. Ik wil mij aansluiten bij de woorden van collega Mulder en ook ik wil mevrouw Schreyer
bedanken voor de inzet die zij de afgelopen vijf jaar
heeft getoond en voor de vrijmoedigheid waarmee zij in
het debat is getreden. Hoewel wij tot dezelfde politieke
familie behoren, waren we het niet altijd met elkaar
eens. Wij verschilden soms van mening, maar ik heb de
wijze waarop wij met het hele Parlement hebben kunnen
samenwerken altijd zeer geapprecieerd. Ik wil u darvoor
heel uitdrukkelijk bedanken, mevrouw Schreyer.
Collega's, slechts enkele dagen voor de uitbreiding debatteren wij hier over de uitvoering van de begroting van
de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal voor het
op 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar. Laten wij het
frank en vrij zeggen, de EGKS betekende de eerste concrete samenwerking in Europa tussen partners die in de
zestig jaar daarvoor tot driemaal toe een bloedige oorlog
met elkaar hadden uitgevochten. Oorlogen die hebben
geleid tot groot persoonlijk leed en miljoenen onnodige
slachtoffers. De verhalen van mijn eigen grootvader die,
als pas getrouwde jonge man, wroette in de loopgraven
20-04-2004
van de IJzer bij Ieper in de oorlog van 1914-1918 en de
verhalen over zijn wedervaren in onze familie hebben
mij altijd zeer sterk getroffen. Zij hebben van mij een
overtuigd pacifist, een overtuigd flamingant en ook een
overtuigd Europeaan gemaakt.
De samenwerking tussen Frankrijk en Duitsland is begonnen met de samenwerking op het gebied van de twee
grote industriële sectoren van die tijd, kolen en staal, en
is later uitgebreid tot economische samenwerking en een
Europees landbouwbeleid. Al met al heeft deze samenwerking ervoor gezorgd dat wij hier in de Europese Unie
al zestig jaar in vrede leven. Ik denk dat dit, zeker in de
aanloop naar de Europese campagne voor de verkiezingen van 10 en 13 juni, nog wel eens zeer uitdrukkelijk
mag worden benadrukt.
Het verslag van collega Rühle, dat vandaag voorligt, is
niet controversieel. Er zijn ook geen amendementen op
ingediend. In het verslag wordt terecht respect uitgesproken voor de verdiensten van allen die de EGKS
hebben opgericht en vormgegeven en dus een zeer concrete bijdrage hebben geleverd tot de eenwording van
Europa. De EGKS is nu, na vijftig jaar werking, in vereffening. In het verslag-Rühle wordt duidelijk aangegeven welke maatregelen de Commissie en de Rekenkamer
de komende maanden en jaren nog moeten nemen. Mevrouw de Commissaris, het Europees Parlement rekent
erop dat dit zeer nauwgezet zal gebeuren en dat zal ook
blijken uit de stemming morgenmiddag.
2-414
Schreyer, Kommission. - Herr Präsident, sehr geehrte
Abgeordnete! Ich freue mich sehr, dass dem hohen Haus
der Vorschlag des Ausschusses für Haushaltskontrolle
vorliegt, der Kommission für den Haushalt 2002 die
Entlastung zu erteilen und die Rechnung abzuschließen.
Der Entwurf für den Entlastungsbeschluss stellt die
gründliche Arbeit des Europäischen Rechnungshofs und
den hervorragenden professionellen und umfassenden
Bericht des Berichterstatters, Herrn Bayona, in den Mittelpunkt. Damit ist die Entschließung des Europäischen
Parlaments zur Entlastung für das Jahr 2002 tatsächlich
eine Bilanz sowie ein Leitfaden für weitere Maßnahmen.
Dies entspricht der Intention des Vertrages und der
Haushaltsordnung. Ich möchte Herrn Bayona zu dem
außerordentlich umfassenden Bericht beglückwünschen,
der quasi ein Kompendium darstellt, und mich im Namen der Kommission sehr herzlich bedanken.
Ich begrüße ebenfalls im Namen der Kommission die
Berichte von Herrn Sjöstedt zum Europäischen Entwicklungsfonds, von Herrn Mulder zu den Agenturen
und von Frau Rühle, Herrn Staes zur EGKS. Alle Berichte empfehlen Entlastung, sie sind gründlich und detailliert und geben der Kommission eine Vielzahl von
Empfehlungen an die Hand, wie sie das Finanzmanagement in diesen Bereichen weiter verbessern kann.
Der Beschlussentwurf zur Entlastung der Kommission
erkennt die Arbeit der Kommission ausdrücklich an, die
mit der Reform geleistet wurde. Und doch enthält der
Entwurf noch die Behauptung, die Reformen der Kom-
20-04-2004
mission wären kaum mehr als window dressing. Das ist mit Respekt - nicht nachvollziehbar. Lassen Sie uns die
Bilanz ziehen und lassen Sie uns dabei nochmals in Erinnerung rufen, wie die Situation vor fünf Jahren aussah.
Es war doch das übereinstimmende Ergebnis des Berichts der unabhängigen Experten des Rates, des Europäischen Rechnungshofs und der ganz großen Mehrheit
des Europäischen Parlaments, dass es nicht genügt, einzelne Korrekturen im Management der Europäischen
Kommission vorzunehmen, sondern dass eine grundlegende Reform und Modernisierung notwendig ist. Dieser
Aufgabe hat sich die Prodi-Kommission mit großer Entschlossenheit von Beginn an angenommen. Das Weißbuch zur Reform, verabschiedet bereits im Frühjahr
2000, umfasst 98 Maßnahmen, und ich kann heute feststellen, dass 95 der definierten Aktionen verwirklicht
sind und dass die Umsetzung der verbliebenen drei Aktionen auch weit fortgeschritten ist.
Was sind die zentralen Elemente dieser Reform? Erstens: Die Regelwerke des Human- und Finanzmanagements wurden völlig erneuert. Zweitens: Das gesamte
Haushaltsmanagement - von der Aufstellung des Haushalts über die Struktur des Haushaltsplans, des Haushaltsvollzugs, der Haushaltskontrolle bis hin zur Rechnungslegung - wurde grundlegend reformiert. Drittens:
Regeln und Organisationsstrukturen müssen durch Menschen wirksam gemacht werden, und die ProdiKommission hat mit Unterstützung des Europäischen
Parlaments nicht nur eklatante Mängel in der Personalausstattung bei Finanzmanagern, Kontrolleuren und Prüfern behoben, sie hat vor allem Finanzmanagement und
Innenrevision überhaupt erst zum Berufszweig in der
Kommission gemacht. Allein im Jahr 2003 zählten die
Weiterbildungsmaßnahmen im Finanzsektor 7100 Teilnehmer. 29 Kurse wurden hier angeboten, und im Jahr
2004 kommen weitere Kurse hinzu. Das alles soll nur
window dressing sein?
Lassen Sie mich auf einige Aspekte im Detail eingehen.
Zu den modernen Regelwerken: Die Prodi-Kommission
hat zwei zentrale Management-Regelwerke neu konzipiert, verhandelt und eingeführt. Zum einen das Beamtenstatut: Unter Federführung von Neil Kinnock und
seinem Team ist nach vier Jahren harter Arbeit im März
vom Rat endgültig dieser Vorschlag angenommen worden. Wir haben für den öffentlichen Dienst in allen europäischen Institutionen nun ein grundlegend neues, ein
leistungsorientiertes Beamtenstatut. Und ich verweise
auch auf solche Neuerungen wie die regelmäßigen Rotationen von Spitzenbeamten und von Beamten in sensiblen Positionen, wie sie jetzt durchgesetzt sind.
Und zweitens die neue Haushaltsordnung: Erlauben Sie
mir, schon ein wenig stolz darauf zu sein, dass dieses
Werk, eine grundlegende neue Haushaltsordnung, in
zweieinhalb Jahren verwirklicht werden konnte. Die alte
Haushaltsordnung war 25 Jahre alt. Es freut mich, dass
wir dies gemeinsam erreicht haben, die Kommission, das
Parlament, alle Mitgliedstaaten und der Europäische
Rechnungshof gemeinsam. Es ist eine hervorragende
Arbeit der Ausschüsse dieses Hauses und des Haushaltsausschusses des Rates.
5
Wir haben nun eine neue Struktur des Finanzmanagements, einen transparenten Rechtsrahmen für Finanzhilfen und für öffentliche Auftragsvergabe, klare Definitionen der Verantwortlichkeiten der Finanzakteure und,
falls erforderlich, von Sanktionen. Natürlich habe ich
mich über das Lob von Transparency International besonders gefreut. All dieses macht die Haushaltsordnung
zu einem großen Wurf.
Bei den Management- und Kontrollstrukturen waren
Strukturen zu modernisieren, die zum Teil noch auf die
Gründung der europäischen Institutionen zurückgingen.
Im Finanzmanagement hatten wir die zentrale Kontrolle
der Verpflichtungs- und Zahlungsanordnung. Dies war
ein Relikt aus der Zeit, als das Budget noch klein war,
als es kaum eine Rolle spielte. Es hatte vor allen Dingen
die große Schwäche, dass die Verantwortung von der
mittelbewirtschaftenden Generaldirektion auf diese zentrale Finanzkontrolle verschoben wurde. Es war allerhöchste Zeit, dies zu ändern. Jetzt haben wir endlich
auch auf europäischer Ebene eine Zuordnung von Verantwortung für einen korrekten und wirtschaftlichen
Umgang, wie sie den Exekutiven der Mitgliedstaaten
meist selbstverständlich ist, nämlich dass die Verantwortung für gutes, solides Finanzmanagement bei denen
liegt, die die Mittel bewirtschaften. Die Generaldirektionen tragen heute als bevollmächtigte Anweisungsbefugte
die unzweideutige Verantwortung dafür, dass in ihren
Generaldirektionen die geeigneten Finanzkreisläufe eingerichtet sind.
Und natürlich erfordert diese Dezentralisierung auf der
einen Seite, dass auf der anderen Seite gleiche Standards
für das Finanzmanagement gesetzt sind, und das haben
wir gemacht. Die Generaldirektionen haben diese Standards bis Ende 2003 zu 90% erfüllt. Auch dies, die Setzung gleicher Standards für Finanzmanagement, war
keine Kleinigkeit, sondern kam in dieser internationalen
Organisation schon einer Kulturrevolution gleich. Über
den Umgang mit den ihnen anvertrauten Finanzen hat
jeder Generaldirektor einen jährlichen Tätigkeitsbericht
zu machen und darin Rechenschaft abzulegen. Er muss
eine Erklärung abgeben, ob ihm Mängel in seinem Bereich bekannt sind und welche Maßnahmen zu ihrer Behebung ergriffen werden. Diese Berichte werden dem
Parlament übermittelt und sie sind über das Internet öffentlich verfügbar. Bitte nennen Sie mir andere Beispiele
solcher Transparenz.
Auch der Umgang der Kommission mit dem Fall Eurostat ist ein Beispiel für Transparenz. Wo gibt es dies,
dass eine Exekutive bei Unregelmäßigkeiten aus der Zeit
vor ihrem Mandat so schonungslos die Fehler untersucht, offengelegt und Schlussfolgerungen daraus gezogen hat? Die Prodi-Kommission – mein Kollege hat es
im Namen der Kommission heute nochmals dargelegt –
hat sofort gehandelt, als ihr das Ausmaß der Probleme
bekannt wurde. Und natürlich war das mit politischen
Risiken verbunden, aber die Devise dieser Kommission
war und ist: Null-Toleranz gegenüber Betrug. Diese Devise ist keine Garantie dafür, das kein Betrug stattfindet.
6
20-04-2004
Aber es ist die Garantie dafür, dass nichts, aber auch gar
nichts mehr unter den Teppich gekehrt wird, sondern
aufgedeckt und gehandelt wird. Und genau diese Verantwortung hat die Prodi-Kommission übernommen.
als Synonym für die europäische parlamentarische
Haushaltskontrolle. Ich möchte Ihnen im Namen der
Kommission, aber auch persönlich sehr für die kritische,
aber sehr gute Zusammenarbeit herzlich danken.
Bei der Aufarbeitung des Eurostat-Falls haben zwei
Ämter eine große Rolle gespielt. Erstens das Amt des
Internen Prüfers. Dieses Amt wurde im Jahr 2000 neu
geschaffen und wurde von Beginn an dem Vizepräsidenten der Kommission unterstellt, womit seine hohe
Bedeutung unterstrichen ist. Zweitens haben wir OLAF,
das Europäische Amt für Betrugsbekämpfung, dessen
Hauptaufgabe es ist, in aller Unabhängigkeit Betrügereien und Unregelmäßigkeiten innerhalb und außerhalb der
Institution mittels administrativer Untersuchungen aufzudecken. Bei allen Anlaufschwierigkeiten, die man
konzidieren muss, die vorhanden waren, ist OLAF ein
schlagkräftiges Instrument zur Betrugsbekämpfung.
Die Prodi-Kommission war die erste Europäische
Kommission, die ihre Management- und Verwaltungsaufgaben als ihren Konzeptions- und Verhandlungsaufgaben gleichwertig behandelt hat. Sie hat so mit tatkräftiger Mitwirkung und angespornt von Parlament, Rechnungshof und Rat die Voraussetzungen für das Management in der Kommission im 21. Jahrhundert geschaffen. Dieses Management wird sich in einer Union mit
25, 27 oder noch mehr Mitgliedstaaten, mit 20 und mehr
Amtssprachen, mit immer neuen der Union zugewiesenen Aufgaben und Ausgaben bewähren müssen. Ich bin
überzeugt, dass die geleistete Reformarbeit der Kommission dafür eine tragfähige Grundlage geschaffen hat, und
möchte mich beim Europäischen Parlament für seine
Unterstützung dieses Prozesses sehr bedanken.
Lassen Sie mich als wesentliches Element der Reform
last but not least auch die Reform der Rechnungslegung
und der Rechnungsführung erwähnen, auch wenn ich
dies in den vierteljährlichen Berichten, die ich Ihnen
vorlege, sehr viel detaillierter machen kann. Es ist eine
wichtige Modernisierungskomponente. Die Modernisierung des Rechnungswesens wird wesentliche Verbesserungen bringen: die Einführung der Periodenrechnung,
die Orientierung an den internationalen Rechnungsstandards, die Generierung aller Daten für die Rechnungslegung aus einem integrierten System. In den letzten 15
Monaten dieses Projekts ist bereits immense Arbeit geleistet worden, wie Herr Bayona de Perogordo oder auch
Herr Sørensen und andere Mitglieder des Ausschusses
sich vergewissern konnten. Wir liegen im Zeitplan, um
die hochgesteckten Vorgaben der Haushaltsordnung im
Jahr 2005 – und zwar von Beginn des Jahres 2005 – zu
erfüllen. Auch das möchte ich noch einmal festhalten:
Die Modernisierung ist ein Avantgarde-Projekt für die
Rechnungslegung des öffentlichen Sektors.
Viele dieser Maßnahmen der Kommission gehen auf
Vorschläge und auf Forderungen des Parlaments, besonders des Ausschusses für Haushaltskontrolle, zurück. An
der Reform haben Hunderte von Menschen mitgewirkt,
Kommissionsbeamte, Parlamentarier, Mitarbeiter des
Rechnungshofes, des Rates. Der Bericht von Herrn
Bayona de Perogordo zeigt auf, wie umfassend die Reform war. Bleibt noch etwas zu tun? Zweifellos. Auch
das zeigt der Bericht von Herrn Bayona de Perogordo
auf. Ich möchte nur die Änderung der OLAFVerordnung nennen – sie liegt auf dem Tisch –, und ich
möchte vor allen Dingen auch das Projekt der Einrichtung eines Europäischen Staatsanwalts zum Schutz der
finanziellen Interessen der Europäischen Union nennen.
Dieses Projekt sollte endlich die Möglichkeit der Verwirklichung bekommen. Es sollte mit der neuen Verfassung der Union endlich die Basis für einen Europäischen
Staatsanwalt geschaffen werden. Wenn das endlich geschaffen wird, dann wäre das vor allen Dingen auch ein
Erfolg der Arbeit von Frau Theato. Sie haben sich nachhaltig und kompetent dafür eingesetzt. Sie haben insgesamt die Arbeit des Europäischen Parlaments im Bereich
Haushaltskontrolle sehr geprägt und standen sozusagen
2-415
Pronk (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken . – Voorzitter,
het gaat over twee dingen. Het gaat over een aantal
agentschappen waar wij naar hebben gekeken en het
gaat in het bijzonder over het Europees Agentschap voor
veiligheid en gezondheid op het werk in Bilbao.
Ik was buitengewoon verbaasd toen ik het verslag van de
Rekenkamer las, want de Rekenkamer beschuldigt dit
agentschap ervan veel te veel overgedragen te hebben.
Verder kijkend bleek dat dit verband hield met een
KMO-programma waartoe wij hier in het Parlement
hadden besloten. Het kostte enige tijd om met de Commissie tot overeenstemming te komen over waar dit programma moest worden uitgevoerd, maar uiteindelijk
werd besloten het bij het agentschap in Bilbao onder te
brengen. Dat is uiteraard niet de schuld van het agentschap in Bilbao, maar toch geeft de Rekenkamer daarover een heel negatieve opmerking. Dat had zij natuurlijk allemaal heel makkelijk kunnen nakijken. Dan vraag
je je soms wel eens af: is dat zo? Wij wisten het hier
allemaal en rapporteur Mulder heeft dat ook in zijn definitieve verslag verwoord, zij het minder scherp dan ik
het zeg. Het zou toch goed zijn als de Rekenkamer niet
alleen keek naar het eerste niveau, maar ook een klein
beetje dieper ging. Dat is mijn opvatting over deze
kwestie, voor de rest zijn er met de agentschappen waar
wij mee te maken hebben geen problemen.
Met betrekking tot de rest hebben wij ons vooral beperkt
tot de structuurfondsen. Daarmee is nog altijd een probleem en dat is het probleem dat lidstaten altijd te hoog
inschatten hoeveel zij uit de structuurfondsen kunnen
opnemen. Dat leidt tot een onevenwichtige begroting en
dat leidt aan het eind van het jaar tot het niet besteden
van gelden. Dat is met name het geval aan het begin van
een periode. Ik denk dat de Commissie in dit verband
iets minder naïef zou moeten zijn. Tot nu toe was het zo
dat als er een nieuwe periode aanving wij in het eerste
jaar praktisch niets van de grond kregen. Het zou natuurlijk mooi zijn als dat dit in de toekomst beter zou
20-04-2004
gaan. Dat punt zou in het vervolg beter geregeld moeten
worden dan nu, anders betekent het dat er van de geschiedenis nooit geleerd wordt.
2-416
Smet (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. – Mevrouw de Commissaris, ik spreek namens de Commissie
rechten van de vrouw en gelijke kansen en ik ga drie
opmerkingen maken die uiteraard zijn bedoeld voor de
komende begroting en niet voor de voorbije, want die is
voorbij.
Ten eerste, er is al lang geleden door de Commissie en
door het Europees Parlement besloten dat gender budgetting zou worden toegepast op de begroting. Ik constateer dat dit in 2002 niet is gebeurd. Er is een goed
verslag van Fiorella Ghilardotti, die een hele technische
uitleg geeft over wat gender budgetting zou kunnen zijn.
Het wordt al toegepast in een aantal staten, dus het moet
ook voor de Europese Commissie mogelijk zijn dit toe te
passen.
Een tweede punt is dat ik mij verheug over het feit dat
het vrouwenprogramma is opengesteld voor de toetredingslanden. Wij wensen dat er een evaluatie wordt gemaakt van wat er in verband met dit programma is gebeurd in de toetredingslanden, en dat gender budgetting
ook wordt toegepast in alle communautaire programma's
die bestemd zijn voor de toetredingslanden.
2-417
Stenzel (PPE-DE), Verfasserin der Stellungnahme des
mitberatenden Ausschusses für auswärtige Angelegenheiten, Menschenrechte, gemeinsame Sicherheit und
Verteidigungspolitik. – Herr Präsident! Die nach wie vor
prekäre Sicherheitslage im Kosovo ist Anlass für den
Ausschuss für auswärtige Angelegenheiten, Menschenrechte, gemeinsame Sicherheit und Verteidigungspolitik
gewesen, besonderes Augenmerk auf vom Europäischen
Rechnungshof aufgegriffene Schwachpunkte in der Gebarung der Europäischen Agentur für den Wiederaufbau
im Kosovo zu legen. Dazu zählt die Höhe der Barreserven, die Notwendigkeit, Zahlungen an unbefugte Personen zu vermeiden, eine bessere Koordinierung zwischen
dem Rechnungsführer der Agentur und der dafür zuständigen Direktion der Kommission. Einige der Besorgnisse konnten durch die entsprechenden Stellungnahmen
der Agentur ausgeräumt werden.
Der außenpolitische Ausschuss ist sich auch der schwierigen Umstände bewusst, unter denen diese Agentur ihre
Arbeit leistet. Aber lassen Sie mich abschließend sagen,
dass der Aufwand der EU-Hilfe in einem vernünftigen
Verhältnis zum politischen Nutzen stehen muss. Der
Entlastungsbericht bietet Gelegenheit, darauf hinzuweisen. Wir geben der Agentur Entlastung für das Jahr 2002
und verbinden damit unsere Erwartung, dass die Ausweitung der Befugnisse der Agentur auf die Verwaltung
der EU-Hilfen in Serbien, Montenegro und Mazedonien
zu einer nachhaltigen Effizienzsteigerung führt und damit zur politischen Stabilisierung des Raumes beiträgt.
2-418
7
Ceyhun (PSE), Verfasser der Stellungnahme des mitberatenden Ausschusses für die Freiheiten und Rechte der
Bürger, Justiz und innere Angelegenheiten. – Herr Präsident, Frau Kommissarin! Im Namen des Innenausschusses stelle ich auch mit Genugtuung fest, dass der
Rechnungshof mit angemessener Sicherheit feststellen
konnte, dass der Jahresabschluss für das zum 31. Dezember 2002 abgeschlossene Haushaltsjahr zuverlässig
ist, und letztendlich auch unseren drei Agenturen in diesem Bereich bestätigt wurde, dass sie ordentliche und für
die Europäische Union hervorragende Arbeit geleistet
haben.
Was die Kritik an der Beobachtungsstelle für Drogen
und Drogensucht betrifft, so möchte ich bekannt geben,
dass ich heute um Mitternacht noch einmal die Gelegenheit haben werde, hierzu zu sprechen. Wir werden, wie
ich hoffe, morgen eine Verordnung für diese Beobachtungsstelle verabschieden und dadurch auch sehr präventiv handeln und manches gemeinsam mit unserer
Beobachtungsstelle vermeiden können. In diesem Sinne
bin ich glücklich, im Namen meines Ausschusses diese
Mitteilung machen zu können.
2-419
Callanan (PPE-DE), draftsman of the opinion of the
Committee on the Environment, Public Health and Consumer Policy. – Mr President, there are no substantive
points that the committee wanted to make on the substance of this debate.
However, I would like to make a more general point,
particularly with relation to the censure motion that will
be debated tomorrow evening and the general discharge
point, criticising the Commission on the disgraceful way
that European funds are being managed under its control. We have all been amazed to see a whole succession
of whistleblowers come forward to Members of this
Parliament complaining about the way they have been
disciplined and how large amounts of public funds have
been disbursed by the Commission. My colleagues will
certainly be voting against the discharge of the Commission's budget, as we have consistently throughout this
Parliament, and this would certainly be my recommendation. It seems to me that electors across the EU will
have no faith in any of the EU institutions - whether
Parliament or Commission - until the terrible cases of
fraud and mismanagement are firmly and severely dealt
with and the people responsible in the Commission Commissioners and Commission staff - take responsibility for the gross mismanagement that has occurred,
and resign from their positions in the Commission.
2-420
Theato (PPE-DE). – Herr Präsident, Frau Kommissarin,
liebe Kolleginnen und Kollegen! Zu nächtlicher Stunde
und bei schwacher Besetzung debattieren wir das wichtige Thema der Entlastung. Es ist die letzte Entlastung,
über die das Europäische Parlament in seiner jetzigen
Zusammensetzung zu entscheiden hat. Es ist auch für die
Kommission, diese Kommission, die letzte Entlastung,
und für mich ist es auch das letzte Mal, dass ich an einem Entlastungsverfahren teilnehmen darf. Deshalb darf
ich einige Worte des Dankes sagen. Danke an die Kolle-
8
ginnen und Kollegen vor allem dieses Hauses und im
Ausschuss, an die Berichterstatter, an unser Sekretariat.
Es war immer ein sehr gutes Einvernehmen, und ich
denke, wir haben einen hohen Einsatz an Arbeit, aber
auch Erfolg gebracht.
Danken will ich auch dem Rechnungshof für seine Berichte. Sie waren unsere Grundlage für unsere Arbeit,
und auch der Kommission und Ihnen, Frau Kommissarin, möchte ich herzlich danken. Sie stehen natürlich im
Mittelpunkt unserer Kontrolle und Bewertung. Ich denke, es ist festzustellen, dass die Gesprächsbereitschaft
und die Offenheit zwischen Kommission und Parlament
zugenommen haben. Dafür sage ich Dank. Allerdings
die Erklärung zu Eurostat hat mich vorhin doch recht
enttäuscht. Der Ausschuss für Haushaltskontrolle wird
auch künftig die Tätigkeiten der Kommission kritisch
durchleuchten, das ist seine Aufgabe.
20-04-2004
stitutionen kämpfen, sondern das ist eine Frage an die,
die die Mehrheit in diesem Parlament bilden. Und da
müssen wir uns, glaube ich, kritisch fragen, ob nicht
manche Tendenzen bei uns selber, in unserer eigenen
Arbeit als Ausschuss für Haushaltskontrolle dem fahrlässig Vorschub leisten, was einige hier in diesen Tagen
veranstalten. Ich will dazu einige Beispiele nennen.
Während die integrationsfeindlichen Fraktionen und
Minderheiten in den großen Fraktionen den Ausschuss
für Haushaltskontrolle als ihr Instrument und ihre Bühne
für ihre Arbeit entdeckt haben und entsprechend arbeiten, sind sich einige Fraktionen zu fein, im Ausschuss
für Haushaltskontrolle zu arbeiten, und einige nationale
Delegationen ganz besonders. Dies ist die erste Voraussetzung dafür, dass bestimmte politische Kräfte den
Ausschuss für Haushaltskontrolle instrumentalisieren
können.
Wenn es der Kommission gelingt, den Informationsfluss
weiter zu verbessern, auch innerhalb ihrer eigenen Institution, wenn Transparenz und Verantwortung tatsächlich stattfinden, wenn bürokratische Schwerfälligkeit
abgebaut wird und wenn Fehlentwicklungen und Missstände eher erkannt und ehrlich zugegeben werden, dann
wird die Kritik des Parlaments weniger harsch ausfallen.
Die angestrebten und begonnenen Reformen dürfen
nicht auf die lange Bank geschoben werden. Sie haben
selbst gesagt, Frau Schreyer, es gibt eine Anweisung von
Herrn Bayona de Perogordo in seinem hervorragenden
Bericht.
Der zweite Punkt ist meine sachliche Kontroverse mit
Jan Mulder über die Frage der politischen Verantwortung. Ich glaube, wir brauchen in diesem Parlament ein
bisschen mehr interkulturelle Kompetenz, damit wir
nicht versuchen, unsere jeweiligen nationalen Konzeptionen - in diesem Falle die Konzeption dessen, was politische Verantwortung ist - zum allgemeinen Maßstab
für 15 - demnächst 25 - Mitgliedstaaten zu machen, ohne
vorher überhaupt überprüft zu haben, ob die Verwaltungs- und Entscheidungsstrukturen in diesem Verein
hierzu überhaupt passen. Das müssen wir erst einmal
überprüfen.
Herr Präsident, gestatten Sie mir, drei Wünsche dem
künftigen Parlament zu übermitteln, und zwar echte
Bürgervertretung zu werden durch eine hohe Wahlbeteiligung, loyale Kollegialität, um viele Kritikpunkte im
Bericht von Herrn van Hulten zu vermeiden, und ich
wünsche dafür ein eigenes Statut!
Nun zu einigen anderen Verhaltensweisen in dem Ausschuss, die mir - gelinde gesagt - auf den Keks gegangen
sind. Man muss nicht als Ausschussmitglied jedem Gerücht, das durch die European Voice oder sonstwas geistert, dadurch Glaubwürdigkeit verleihen, dass man vor
lauter Glück, ein paar Twoliner in der Presse zu bekommen, die Stirn in Dackelfalten legt und seiner großen
Besorgnis über die Existenz dieser Gerüchte Ausdruck
verleiht. Damit gibt man diesem Gerücht überhaupt erst
mal einen gewissen Grad an Glaubwürdigkeit. Vorher
sollte man überprüfen, ob es überhaupt sachliche Gründe
für die Existenz bestimmter Gerüchte gibt. Man muss
nicht jeder Wurst hinterherspringen, die einem die Integrationsgegner und manche Medien hinhalten.
2-421
Kuhne (PSE). – Herr Präsident! Ich möchte Frau Theato
sagen, die jetzt als Vorsitzende wie auch aus dem Parlament ausscheidet: Ich gebe zu, Frau Theato, ich habe
Sie erst in der zweiten Hälfte unseres gemeinsamen Weges schätzen gelernt. Aber das ist besser, als wenn es
anders herum gewesen wäre.
Die zweite Bemerkung, die ich machen möchte, ist folgende: Wir beobachten in diesen Tagen den Versuch, die
Haushaltskontrolle und die Kompetenzen der Haushaltskontrolle zu missbrauchen für einen politischen Kampf
gegen die Gemeinschaftsinstitutionen, in dem Falle mal
wieder die Kommission. Ich werfe das weder meinem
guten Freund Chris Heaton-Harris vor noch Herrn
Sjöstedt, ich werfe das auch Jens Peter Bonde nicht vor
und auch nicht Herrn Callanan, der hier eine für mich
etwas überraschende Stellungnahme im Namen des Ausschusses für Umweltfragen, Volksgesundheit und Verbraucherpolitik abgegeben hat.
Die entscheidende Frage ist allerdings, ob der Rest des
Parlaments so blind ist, da auch mitzumachen. Das ist
nicht eine Frage an die, die gegen die Gemeinschaftsin-
Der nächste Punkt: Wir haben eine Tendenz zu sagen,
ich bin aber weißer als weiß und vor allem weißer als die
anderen. Hier gibt es einen verhängnisvollen Wettbewerb zwischen manchen Abgeordneten gleicher Nationalität aus verschiedenen Fraktionen. Gestatten Sie mir,
Herr Präsident, dass ich am Schluss ein Beispiel dazu
nenne. Ich hatte, als ich selbst Berichterstatter war, zwei
Abgeordnete einer Fraktion in meinem Büro sitzen, die
mir gesagt haben, Herr Kuhne, Sie haben einen wundervollen Bericht geschrieben, wir brauchen keinen einzigen Änderungsantrag zu stellen, nur können wir nicht
dafür stimmen, weil wir in unserem Heimatland nicht als
weniger reformfreudig angesehen werden dürfen als die.
So kann man auch die Glaubwürdigkeit europäischer
Institutionen beschädigen, und daraus sollten wir alle ein
bisschen lernen.
20-04-2004
2-422
Der Präsident. - Herr Kollege, ich habe Ihnen - das
darf ich als Präsident eigentlich nicht, aber ich tue es
jetzt einmal, weil das meine letzte Sitzung hier ist - einen Teil der gewonnenen Redezeit zugeschlagen, weil
ich Ihnen in der Sache zustimme. Aber sonst sollten Sie
sich schon an die Redezeit halten.
2-423
Sørensen (ELDR). – Hr. formand. Jeg vil gerne rette en
tak til Bayona de Perogordo for en god og omfattende
betænkning. Den indeholder en række kritikpunkter og
det er med rette, at der peges på disse områder. I den
forbindelse vil jeg gerne rette opmærksomheden mod
hele reformen af regnskabssystemet. Der er sket meget i
de seneste tolv til atten måneder. Jeg tror, at det var
godt, at vi sidste år fik indført en bestemmelse om, at
Kommissionen fremover skulle rapportere kvartalsmæssigt til Budgetkontroludvalget. Vi har nu haft lejlighed
til at vurdere de fremskridt, der er sket, hvilket er ganske
udemærket, men der er stadigvæk store sager og problemer, der skal løses i Kommissionen omkring regnskabssystemet. Den endelige test for, om det bliver en
succes, det vil vi først se, når vi den 1. januar skifter
over til det nye system. Jeg håber, at kommissær
Schreyer her i Parlamentet i dag vil love fortsat at sørge
for fremdrift i reformprocessen, selv om den finder sted
midt i et skifte til en ny Kommission.
Ellers vil jeg rette opmærksomheden mod betænkningen
af van Hulten. Jeg synes, at han har lavet en god betænkning. Den giver os nu mulighed for at få nogle klarere regler for Parlamentets virke, administration og
medlemmer. Jeg synes, at det vil være godt, hvis vi kunne få lavet et flertal, hvor vi får slået fast, at vores rejseafregning skal ske efter regning. Jeg synes også, at det
kunne være godt at få slået fast, at Parlamentet selv skal
have mulighed for at bestemme sit mødested, mødetidspunkter, og jeg vil i hvert fald opfordre til, at man støtter
den del af betænkningen.
Endelig vil jeg gerne slutte af med et par ord omkring
det politiske ansvar. Nu er der rejst nogle sager eller
nogle forslag til at diskutere det politiske ansvar. Jeg
synes, vi skal bruge energien på at få knæsat nogle principper om politisk ansvar for kommissærer ved de høringer, der skal finde sted, når det nye parlament samles.
Vi skal ikke bruge energien på at diskutere en sag, som
for så vidt er afsluttet nu.
2-424
Staes (Verts/ALE). – Voorzitter, collega's, mevrouw de
Commissaris, drie opmerkingen. Eerst en vooral een
opmerking voor u, mevrouw Theato. De heer Kuhne
heeft gezegd dat hij u maar één helft heeft meegemaakt
in dit Parlement. Ik heb u beide helften kunnen meemaken. De eerste helft als medewerker, de tweede als parlementslid. Vele malen hebben onze blikken zich gekruist in de commissievergaderingen. Ik vaak bedelend
om wat aandacht om het woord te mogen voeren. Ik
dank u voor de wijze waarop u onze commissie hebt
geleid en met alle collega's zeg ik: het ga u goed in uw
verdere leven.
9
Mijn tweede opmerking betreft het verslag-van Hulten.
Collega van Hulten heeft volgens mij een zeer goed verslag gemaakt. Hij heeft terecht veel aandacht besteed aan
de opvolging van mijn verslag over de kwijting, dat vorig jaar werd goedgekeurd. In mijn verslag werd ook
veel aandacht besteed aan de zetel van het Parlement,
ons reizend volkstheater, en aan het feit dat wij op drie
veschillende locaties moeten werken. Ik denk dat dit
onhoudbaar is. De PPE heeft een aantal amendementen
ingediend om die paragrafen te schrappen. Ik hoop dat
wij er samen met de andere fracties in slagen deze
amendementen niet te laten aannemen.
Er is ook een paragraaf over de relatie met de buurtbewoners. Collega's, ik wil zeer uitdrukkelijk benadrukken
dat deze van het allergrootste belang is. Wij komen naar
Brussel, wij leven daar niet op een vreemde planeet. Er
is veel te weinig contact tussen de collega's en ambtenaren en de buurtbewoners. Er moet een veel constructievere dialoog worden gevoerd met de bewoners van de
Leopoldswijk.
Ten slotte, de Eurostat-zaak. Het bevreemdt mij een
beetje dat wij hierover een speciaal debat moeten voeren. We hebben morgen een discussie over een compromisresolutie, die waarschijnlijk ongeveer alle teksten zal
bevatten die wij als Parlement reeds hebben aangenomen. Ik deel de mening van Jan Mulder over de politieke
verantwoordelijkheid. De heer Kuhne zegt: we moeten
meer interculturele verstandhouding hebben. Ik denk dat
wij in de hoorzittingen, nadat het nieuwe Parlement is
verkozen, de nieuwe Commissarissen heel nadrukkelijk
moeten vragen wat zij onder politieke verantwoordelijkheid verstaan, zodat wij niet meer kunnen meemaken
wat we met de heer Solbes de afgelopen jaren hebben
meegemaakt.
2-425
Camre (UEN). – Hr. formand. Jeg var ganske forbavset
over her i eftermiddag at se hr. kommissær Fischler, og
jeg blev også glad, for jeg tænkte følgende: Nu er Prodi
endelig trådt tilbage, siden hr. Fischler møder op her i
salen. Men sådan var det jo altså ikke. Det er vanskeligt
for ikke at sige umuligt at kommentere godkendelsesproceduren for regnskaberne for 2002 på et minut. Men
jeg kan igen i år konstatere, at der er mange mangler i
Kommissionens økonomiske forvaltning, at en urimelig
del af skatteborgernes penge igen i år er blevet brugt
uden den fornødne styring og kontrol, og at rigtig mange
penge er forsvundet i svig, svindel og regulært tyveri.
Den store sag er jo i øjeblikket Eurostat, som Kommissionen ikke vil tage ansvaret for, og som vi i dag har fået
endnu et bevis for, at flertallet her i salen ønsker at feje
ind under gulvtæppet. Vi får igen i år forsikringer om, at
alting er på rette vej, men vi ved, at det ikke dækker virkeligheden. Vi kan bare sidde og vente på næste skandale og se de ansvarlige holde hånden over hinanden og
fyre kritikerne. Denne forsamling bærer et tungt ansvar
ved at lukke øjnene og stemme ja til godkendelse af
regnskaber, som ikke bør godkendes.
10
Jeg anbefaler at stemme ja til van Hultens betænkning,
men ikke til betænkningen om Kommissionen og hvis
De hr. formand vil tillade et sidste ord til tak, vil jeg
benytte denne lejlighed til at sige tak til fru Theato for
hendes udmærkede ledelse af udvalget. I de sidste fem år
har jeg ofte følt det sådan, at jeg tilbragte mere tid sammen med fru Theato end sammen med min kone, og det
var kun sjældent "in camera", så det bliver helt mærkeligt at skulle undvære Dem fra valget fremover.
2-426
Booth (EDD). – Mr President, expecting Parliament to
discharge the 2002 budget in the face of all the evidence
of fraud, corruption and mismanagement endemic in the
European Union is akin to our being asked to accept the
Enron accounts as a true and correct record. The European Court of Auditors rejects the EU's accounts on an
annual basis and has done so for the last nine years.
There comes a time when we have to stop routinely
nodding things through like clockwork monkeys in a
tired charade of parliamentary scrutiny. The EU has no
money of its own, but is spending taxpayers' money
from all the Member States. We have a moral duty to
those taxpayers to see that their money is spent wisely,
not frittered away in a seemingly endless stream of
abuses that line the pockets of unscrupulous civil servants and their cronies. I ask Members to set an example
and vote against formal discharge.
As for the Eurostat affair, it is high time that Mr Brüner,
Director-General of OLAF, resigned for having instigated the arrest of the investigative journalist HansMartin Tillack on baseless grounds. The Ombudsman
accused Mr Brüner of maladministration in November
2003, yet he has not had the grace to resign. Meanwhile,
Messrs Franchet and Byk, accused of massive fraud,
have been allowed the privilege of stating their case at
length to OLAF. However, Hans-Martin Tillack - innocent until proven guilty - has still not been heard by
OLAF. Mr Brüner should go!
2-427
Dell'Alba (NI). – Signor Presidente, innanzitutto voglio
ringraziare - anche se non è presente - Michiel van Hulten, non soltanto per i suoi cinque anni al Parlamento ma
anche perchè, inizialmente, non credevo alla sua politica
di inserire nella relazione sul discarico tutta una serie di
considerazioni che andavano un po' al di là di quello che
era il suo compito ma che, in effetti, nell'inazione dei
governi e anche, diciamo la verità, nell'inazione nostra,
sono benvenute. Lo saluto e spero di tutto cuore che in
particolare i paragrafi concernenti le prerogative del nostro Parlamento per quanto riguarda la scelta della nostra
sede di lavoro siano votati e costituiscano, per così dire,
il testamento politico di questo Parlamento uscente, destinato a quello entrante, affinchè finalmente la questione della sede sia affrontata in maniera sana. Ci stiamo
lanciando in progetti di investimento per nuovi edifici a
Bruxelles; sarebbe ora che questa transumanza cessasse
una volta per tutte e, da questo punto di vista, occorre
rendere omaggio all'onorevole Van Hulten e alla sua
azione.
20-04-2004
Per quanto riguarda il discarico della Commissione, noi
radicali voteremo a favore dello stesso, ma saremo molto
attenti anche al voto che vi sarà sulla questione Eurostat.
Vorrei dire al Commissario, signora Schreyer, che, naturalmente, la nostra amarezza, il nostro sentimento di
frustrazione nascono da tanti fattori ma, in particolare,
uno per tutti riguarda l'OLAF. Non è pensabile che per
quattro anni delle persone, dei funzionari siano sottoposti a una sorta di regime di inquisizione e non si sappia
ancora qual è l'esito finale di una serie di inchieste che
dovrebbero essere concluse da moltissimo tempo. Per
questo, quindi, e per altri elementi, anche per incitare la
Commissione, per sottolineare il fatto che deve rendere
conto a questo e al nuovo Parlamento, crediamo che sia
importante accompagnare il discarico con una delibera
significativa sulla questione Eurostat.
2-428
Avilés Perea (PPE-DE). – Señor Presidente, señora
Comisaria, querría comenzar agradeciendo al Sr. Bayona
el magnífico trabajo que ha hecho en la presentación este
año del control de gestión de la Comisión. Es un informe
de enorme importancia en el que aporta bastantes sugerencias que deben tenerse en cuenta y en el que, lamentablemente, sigue pendiente el asunto que durante los
últimos años nos ha preocupado más en la Comisión de
Control Presupuestario: el fraude de Eurostat.
Es por lo que nuestro Grupo, el Grupo del Partido Popular, con el apoyo del resto de los Grupos, ha impulsado una resolución sobre este tema para que quede claro
antes de que finalice esta legislatura, que para el Parlamento es un asunto grave, que nosotros no estamos satisfechos con lo que la Comisión ha hecho hasta ahora,
aunque reconocemos que ha hecho un esfuerzo grande,
pero queremos saber por qué se produjo este fraude y
cuáles son los mecanismos para evitar que se vuelva a
producir en el futuro. Ése es nuestro interés mayor. No
queremos ahondar en otro tipo de cuestiones. Queremos
que no se repita el fraude.
Nosotros, como comisión parlamentaria, tenemos un
especial interés en el control de la gestión y, fundamentalmente, en la lucha contra el fraude.
Quiero aprovechar la ocasión para felicitar el excelente
trabajo de dirección de una comisión muy difícil, como
es la de Control Presupuestario, que ha hecho nuestra
Presidencia, Diemut R. Theato. Ha sabido dirigir un
equipo muy diverso, de grupos muy diferentes, que al
final de esta legislatura hemos sabido encontrar el momento adecuado para sentirnos un equipo, un equipo en
el que tenemos muchas más coincidencias que discrepancias y en el que nos mueve un interés común, que es
que la Comisión, el conjunto de la Unión Europea, funcione cada vez mejor, que se gaste con eficacia, que haya el mejor control del gasto posible para un mayor beneficio de los ciudadanos.
Quería referirme muy brevemente, si el Presidente me lo
permite, al informe del Sr. van Hulten sobre el Parlamento. Coincido con mis colegas en que es un buen in-
20-04-2004
forme y que entre todos hemos conseguido hacer un
texto que yo creo que obtendrá un buen apoyo mañana.
2-429
Bösch (PSE). – Herr Präsident, meine Damen und Herren! Wenn wir schon am Schluss einer Wahlperiode
sind, sollten wir uns auch ein bisschen selbst an der Nase
nehmen. Wenn wir sozusagen am letzten Tag unserer
Tätigkeit einen Misstrauensantrag gegen eine Kommission einbringen, wo der wichtigste Mann schon gar nicht
mehr da ist, nämlich der für Eurostat zuständige Kollege
Solbes Mira, dann, Kolleginnen und Kollegen, sind wir
in Gefahr, uns lächerlich zu machen. Wenn es ein Verdienst unserer jetzt scheidenden Vorsitzenden gab, dann
den Versuch, diesen kleinen Haushaltskontrollausschuss
zu einem seriösen Ausschuss zu machen. Deshalb warne
ich davor, weiterhin solche Dummheiten zu machen.
Zum Zweiten sollten wir, Frau Kommissarin, ein bisschen vorsichtig sein mit Selbstbeweihräucherungen.
Wenn ich schaue, was bei der ganzen EurostatGeschichte – die Kolleginnen und Kollegen sind schon
darauf eingegangen – von der Kommission geleistet
wurde, dann war das ein äußerst bescheidenes Ergebnis.
Insofern bescheiden, als Sie viele Monate lang die diesbezüglichen Berichte und Entschließungen des Europäischen Parlaments simpel ignoriert haben. Das ist etwas,
was wir auch als ausgehendes Parlament sagen können:
Wir erwarten von einer zukünftigen Kommission hier
eine andere Vorgehensweise. Ich hoffe, dass wir das in
Zukunft in einer anderen Form erleben werden. Das liegt
in unserer Verantwortung und auch in der der Kommission.
2-430
Van Dam (EDD). – Voorzitter, dit Parlement had de
Commissie vorig jaar nog maar net kwijting verleend
voor 2001 toen de Eurostat-affaire aan het licht kwam.
Dat bevestigde het door mijn fractie ingenomen standpunt dat uitstel van de kwijting noodzakelijk was. Nog
steeds, zo bleek vandaag, weigert de Commissie verantwoordelijkheid te nemen voor de fraude bij Eurostat. Dat
tekent de arrogante en minachtende houding van de
Commissie tegenover het Parlement en de burgers, om
wier belastinggeld het uiteindelijk gaat.
Een tweede voorbeeld van wanbeleid betreft de ondeugdelijk georganiseerde terugvordering van onterecht uitbetaalde bedragen. Het is werkelijk stuitend dat de
Commissie nog steeds doodleuk geld aan de lidstaten
uitbetaalt, terwijl zij weet dat de controle- en beheerssystemen in vijftien procent van de gevallen niet op orde
zijn. Wanneer stopt de Commissie daarmee en schort zij
de betaling voor een deel op? Wanneer heeft de Commissie een volledig en deugdelijk debiteurenregister in
de boekhouding? Tot nu toe blijft zij dweilen met de
kraan open.
Voorzitter, ik verzoek de Commissie toe te zeggen dat
zij het Parlement vóór 1 mei aanstaande, dus binnen
veertien dagen, een evaluatie zal voorleggen van de
steun aan de probleemgebieden, ongeacht of alle lidstaten hebben voldaan aan hun informatieplicht. Dan wordt
meteen duidelijk welke lidstaten bijzondere aandacht
11
behoeven en kunnen wij onze collega's in de nationale
parlementen druk op hun regeringen laten uitoefenen.
Met die probleemgebieden is heel veel mis. De geldigheid van de indeling is discutabel en de reeks indicatoren
geeft de lidstaten in feite carte blanche. Agrariërs die in
vergelijkbare omstandigheden werken, ontvangen ongelijke compensaties en ga zo maar door. Genoeg werk aan
de winkel voor u en uw opvolgers om dit recht te trekken.
Ten slotte vraag ik een duidelijke reactie van de Commissaris op het voorstel om met ingang van 2005 een
apart directoraat-generaal te creëren voor boekhouding
en fraudebestrijding, zodat aan de functievermenging in
het huidige DG Begroting radicaal een eind komt.
2-431
Heaton-Harris (PPE-DE). – Mr President, I would like
to start by saying how much I like the rapporteur for the
2002 discharge. He is a remarkably nice man and obviously a great author - an author of fiction. The Committee on Budgetary Control's report on the discharge of the
2002 Commission's accounts is probably the greatest
work of fiction I have seen since I came to this Parliament. I am not as well read as many other Members
here, but certain sections of it even have a science fiction
tilt.
One wonders whether one is looking into the future and
talking about what is happening or going to happen in
2005, or whether we are dealing with 2002, which is the
year in question. It was in early January 2002 that Marta
Andreasen started work for the Commission, and five
months into 2002 that she was suspended from her role
as an accounting officer for the Commission. So we
know that in 2002 there are five months in which there
was something wrong with the Commission's accounts.
It makes no difference which side of this particular argument you are on - whether you think Marta Andreasen
was completely unqualified for the task she was given,
whether you think she was completely incompetent or
whether you actually think she was right and tried to
present a reform that was then blocked from inside the
Commission.
The Commission must have thought that Christmas had
come early when the rapporteur presented his report. It
probably heard the reindeers' bells jingling and could not
believe its luck.
Today a number of journalists have been following me
around the Parliament; something seems to happen when
an election is imminent, and there is more interest in
what we do and say. It is very difficult to explain to
these journalists - for example the reporter from Rutland
Radio who will reach the humble punter in Oakham why between 5% and 8% of the Commission's budget
goes missing through fraud, mismanagement and waste
each year.
How can one explain to the readers of the Lincolnshire
Echo why it is that the accounts have been not been
signed off by the European Court of Auditors? These are
12
flawed accounts, there are problems in them and I certainly will not be voting for them.
2-432
Casaca (PSE). – Senhor relator, para quem vão em primeiro lugar as minhas palavras, palavras de enaltecimento pelo seu trabalho, pela honestidade com que
olhou para aquilo que tinha pela frente: não quero deixar
de o felicitar e de dizer-lhe ao mesmo tempo que não
consigo entender a razão pela qual o seu grupo político,
talvez de acordo com o que foi expresso pelo seu colega
Heaton-Harris, resolveu retirar a questão do Eurostat do
seu relatório. É claro que a questão Eurostat não está de
forma alguma terminada, é claro que temos muito ainda
a ver, a aprender e a seguir sobre isso. Estou certo que o
próximo Parlamento não deixará de o fazer até às últimas consequências, até porque o assunto não engloba
apenas o Eurostat, tem muitos outros vectores, pois
muitos outros departamentos da Comissão nele estiveram envolvidos. Este Parlamento, tenho a certeza, vai
assegurar-se que os graves erros e os graves desvios que
aqui foram detectados vão ser corrigidos. Isso é uma
coisa, outra coisa é seguir uma agenda eleitoral, é fazer o
que de facto o nosso colega Heaton-Harris nos lembrou:
há eleições daqui a dois meses e, por causa delas, há
quem tente, fora do contexto, fora do sítio próprio, fazer
alguma demagogia para tirar algum efeito eleitoral. Para
isso não contem connosco, para esse tipo de folclore não
precisamos do trabalho parlamentar.
2-433
Bonde (EDD). – Hr. formand. Der er forskel på skyld og
ansvar. Man kan godt have et ansvar uden at være skyldig. Med vores mistillidsvotum ønsker vi ikke at placere
skylden for Eurostat-skandalen hos Solbes eller nogen
anden kommissær. Vi insisterer blot på, at Kommissionen selv placerer ansvaret. Den ansvarlige kan så forklare, hvad han har gjort for at placere skylden og undgå
gentagelse. Vi kan så tage en forklaring til efterretning.
Så enkelt er det. Vi har ikke noget ønske om at se bestemte hoveder på et fad. Det er derimod fuldstændig
uacceptabelt, når den kommissær, som har det formelle
ansvar kommer til os og siger: "Jeg har ikke noget ansvar, for jeg viste ikke, hvad der foregik". Konsekvensen
af Solbes' svar til os er, at alle kommissærer bliver ansvarsfri og vil instruere deres medarbejdere om at holde
enhver sag væk fra deres bord. Jeg vil gerne se, hvem
der tør stemme for den logik.
Min gruppe godkender ikke EU's regnskaber. Det år,
hvor man suspenderede regnskabschefen, Marta Andreasen. Det anerkendte revisionsfirma Lloyd har i 1997
anslået den årlige svindel til 8 mia. EUR. Siden har vi
fået færre sager, men der er større beløb involveret. Tallene er måske meget værre, da ingen kontrolmyndigheder har fuldt overblik. Revisionsretten kan ikke få alle
bilag, Ombudsmanden har ikke ret til at se alt, Budgetkontroludvalget får kun overfladisk information. Som
medlem af dette Parlament i 25 år har jeg bedt om elementære informationer om anvendelsen af Unionens
midler og aldrig fået seriøse svar, f.eks. om fordelingen
af landbrugsstøtte eller antallet af arbejdsgrupper og
deres meddeltagere. Der er kun et sprog, som topembedsmændene i Kommissionens talrige kongeriger for-
20-04-2004
står. Hvis vi nægter at godkende regnskaberne, får Prodi
og kollegaerne chancen for at regere deres eget hus. I
dag er de bare fanger af årtiers dårlige vaner. Befri dem,
forkast regnskabet og placer det politiske ansvar.
2-434
Schreyer, Kommission. - Herr Präsident! Ich möchte
nur noch einmal kurz das Wort ergreifen und das noch
einmal aufnehmen, was Frau Avilés Perea gesagt hat.
Sie hat noch einmal danach gefragt, wie garantiert ist,
dass ein ähnlicher Fall wie Eurostat nicht mehr passieren
kann. Genau das ist ja auch die wesentliche Frage. Gerade der Eurostat-Fall hat gezeigt, wie wichtig die Maßnahmen waren, die die Kommission in der Reform ergriffen hat, beispielsweise die Rotation von Generaldirektoren. Wie der Rechnungshof es dargelegt hat: Es
darf einfach keine kulturellen Fürstentümer mehr geben,
sondern es muss nach gleichen Standards gehandelt
werden. Die Haushaltsordnung hat mehrere Regularien,
die ausschließen, dass so etwas noch einmal passieren
kann.
Auch aus der Frage, wie wir verhindern können, dass,
wenn etwas passiert ist, der Informationsfluss nicht
funktioniert, so wie es beim Eurostat-Fall war, haben wir
die Konsequenzen gezogen. Wir haben ganz klare Regeln festgelegt, dass die Kommissare über OLAFBerichte zu unterrichten sind, dass sie über AuditBerichte zu unterrichten sind, die in ihrer Generaldirektion oder vom internen Audit-Dienst erstellt worden
sind, so dass es hier also nicht mehr passieren kann, dass
jemand nicht zeitnah informiert wird. Der Vorschlag für
eine Änderung der OLAF-Verordnung dient ja auch dazu klarzustellen, dass die zuständigen Kommissare,
wenn OLAF etwas untersucht bzw. einen Fall vorliegen
hat, die entsprechenden Informationen bekommen.
Ich kann nur noch einmal festhalten: Wir haben in der
Tat die Lektion aus dem Eurostat-Fall gelernt. Herr Prodi war zweimal hier in diesem Hohen Hause und hat
dargelegt, welche Maßnahmen wir ergreifen. Er hat Zusagen gegenüber dem Parlament, gegenüber dem Haushaltskontrollausschuss gemacht, und wir haben diese
Zusagen erfüllt.
Ich darf mich nochmals für die Debatte, für den ausgezeichneten Bericht und insgesamt für die intensive kritische, aber konstruktiv kritische Zusammenarbeit mit
dem Haushaltskontrollausschuss in den letzten Jahren
bedanken. Vielen herzlichen Dank.
2-435
Der Präsident. - Ich möchte zwei Bemerkungen machen. Zunächst, Herr Kollege Bonde, ich gebe immer
etwa 10 % der Redezeit zu. Wenn jemand drei Minuten
hat, ist das halt ein bisschen mehr als bei der Redezeit,
die Sie haben. Sie sind nicht ungerecht behandelt worden.
Zweitens möchte ich persönlich erklären, dass ich es
sehr bedaure, dass der Staranwalt des europäischen
Steuerzahlers, Herr Hans-Peter Martin, heute Abend bei
der Debatte, wo es um Sacharbeit geht, leider nicht hier
ist. Ich vermisse ihn sehr.
20-04-2004
Zum Abschluss der Erklärung der Kommission habe ich
sechs Entschließungsanträge gemäß Artikel 37 Absatz 2
GO zu Eurostat erhalten.1
Die Abstimmung über die Berichte findet Mittwoch,
12.00 Uhr, statt.
Über die Texte zur Erklärung zu Eurostat wird am Donnerstag abgestimmt.
Die Aussprache ist geschlossen.
2-436
Acuerdo CE/EE.UU. sobre el tratamiento y la transferencia de los datos de los expedientes de los pasajeros
Aftale EF/USA om PNR-oplysninger
Abkommen EU/USA: Verarbeitung von Fluggastdatensätzen
Συµφωνία ΕΚ/ΗΠΑ σχετικά µε τη διαβίβαση
προσωπικών δεδοµένων επιβατών
EC-USA agreement on PNR
Accord CE/USA sur les données PNR
Accordo CE/USA sui dati PNR
Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens
Acordo CE-EUA sobre dados PNR
PNR-tietoja koskeva sopimus EY/Yhdysvallat
Avtal mellan EG och USA om behandling och överföring av passageraruppgifter
2-437
Der Präsident. - Nach der Tagesordnung folgt der Bericht (A5-0271/2004) von Frau Boogerd-Quaak im Namen des Ausschusses für die Freiheiten und Rechte der
Bürger, Justiz und innere Angelegenheiten über den
Vorschlag für einen Beschluss des Rates [KOM(2004)
190 - C5-0162/2004 - 2004/0064(CNS)] über den Abschluss eines Abkommens zwischen der Europäischen
Gemeinschaft und den Vereinigten Staaten von Amerika
über die Verarbeitung von Fluggesellschaften an das
Bureau of Customs and Border Protection des US Departement of Homeland Security.
2-438
Patten, Commission. - I hope you will excuse me if I
speak for slightly longer than the two minutes, thirty
seconds I am allocated, but the issues we are addressing
this evening are extremely important and I would like to
give them the attention they deserve.
I want to say at the outset that I am very grateful for this
opportunity of addressing you tonight on the subject of
passenger name records. My friend and colleague, Mr
Bolkestein, spoke to you yesterday about the case for a
so-called adequacy finding on this issue. I want to underline once again the fact that the Commission will
carefully consider the points of view expressed by
1
Siehe Protokoll.
13
Members in the debate in March, when my colleague
also spoke, before making its final decision.
Another issue the House knows we will have to consider
is the question of the onward transfer of passenger name
records data by US customs. As Commissioner Bolkestein made clear yesterday in the plenary, these transfers
are a matter of concern to us. Commissioner Bolkestein
and I have been in contact with Secretary Ridge of the
Homeland Security Department on the kind of assurances that we want on the circumstances in which such
transfers would take place. I spoke to Secretary Ridge
myself yesterday evening. We look forward to studying
his comments, and I can assure the House that his response to our questions will form an important part of
our ultimate college decision on an adequacy finding.
It is my task this evening to present the case for the other
part of the package, namely the international agreement
we have negotiated with the United States. It would provide a sound legal basis for allowing airlines to transfer
passenger data to the United States.
Let me start by setting out briefly the background to this
issue. None of us will ever forget the horrific attacks on
the Twin Towers on 11 September 2001. The United
States was profoundly shocked by them. In fact we were
all shocked by those attacks. In Europe we have suffered
from terrorist attacks for decades - most recently the
appalling bombing of passenger trains in Spain last
month. We stand, I hope, shoulder to shoulder with
America in the fight against terrorism and I repeat that in
my judgment if we had suffered anything like the attacks
on the Twin Towers, we perhaps might have an even
greater appreciation of how great US concern is over air
transport.
Since those attacks the US authorities have taken a
whole range of measures to provide their citizens with
greater security. The requirement for the transfer of PNR
data is one of these. We immediately saw a conflict between the requirements of the US legislation and our
own data protection legislation. European airlines were
faced with a dreadful dilemma: either to comply with the
PNR requirement and risk being taken to court by their
national data protection authorities, or not to comply,
which would have triggered intrusive extra searches of
their passengers. This would have resulted in enormous
delays and a potentially serious loss of business for EU
airlines to US airlines, which were supplying the required data.
The European Commission had a responsibility to do
what it could to help our airlines and their passengers
out of this situation. In the short term we made an arrangement with the US which provided for assurances
on how the data would be used. This gave some comfort
to the airlines, but we recognised that it did not provide a
sound legal footing on which to proceed. That is why we
have spent the last 15 months negotiating with the
United States.
14
As far as possible, we wanted to uphold the concerns of
our citizens for their privacy to be protected. The Committee on Citizens' Freedoms and Rights, Justice and
Home Affairs understandably had a long list of objectives that it wanted us to secure. In the real world
though, we were never going to be able to secure everything they would have wished. All negotiation involves
compromises and, on this occasion, we had to face the
fact that the US was already obtaining the data it wanted.
As outlined in the Commission communication of December 2003, the bilateral international agreement with
the US that we are debating today is a necessary element
in the framework that the Commission is seeking to put
in place both for legal and for political reasons. Firstly,
there is a legal reason related to the data protection directive. Determining that there is adequate protection for
personal data at the recipient's end is part of what a data
controller needs to do before transferring data to a third
country. In addition, the controller - in this case the airline - needs a legitimate reason for transferring the data,
such as being required to do so by law. However, by law
we mean Community law or Member State law. An obligation imposed by a third country cannot automatically
justify processing of data within the Community. This
international agreement, which will become part of the
Community legal framework, creates such a requirement, but subject to one very important condition: the
existence of adequate data protection in the recipient
country, namely the United States. It is important to underline here that this agreement does not take for granted
the existence of such adequate protection in the United
States. The obligation on airlines is applicable only if an
adequacy finding has been made, and for as long as it
remains in force. On 31 March the European Parliament
adopted a resolution in which it disagrees with the
Commission that the current US undertakings represent
adequate protection, and the College will decide in due
course how to proceed. However, whatever the Commission decides, this part of the agreement will only be applicable if there is an adequacy finding. Therefore, there
is no reason for Parliament to reject the entire agreement
on this basis.
Secondly, there is a legal reason for this international
agreement, linked to international law. The European
Commission took the position of principle that US law
enforcement authorities could only get access to databases situated in the Community if they had been explicitly allowed to do so. Through this agreement the
Community grants this permission, subject to a double
condition. First, that there is adequate data protection in
the US. Second, that a 'push' system is not yet in place. I
would make it clear that the Commission shares Parliament's view that 'push' should replace the current 'pull'
as soon as possible and the date requested by Parliament
- namely 1 July - has been duly noted. We are doing our
best to put in place the conditions that will make 'push'
possible very soon. However, since the aim is to provide
legal certainty today, we need to address this issue now
and then work to change it as soon as possible.
20-04-2004
From a more political point of view, this agreement fulfils four additional important objectives. First, it ensures
the future assistance of the US Government on the basis
of reciprocity in ensuring that airlines transfer PNR data
to Community authorities if the Community or any of its
Member States were to introduce such a system.
Second, it also contains a statement that the US Bureau
of Customs and Border Protection is implementing the
undertakings that the adequacy finding is based upon,
which is, as the House recognises, an important international commitment on the part of the United States.
Third, the agreement also enshrines the commitment to
undertake joint reviews on matters relating to the agreement. Last, but not least, the agreement protects travellers against unlawful discrimination on the basis of nationality and country of residence.
Before concluding, allow me to refer briefly to the report
that has been submitted, which highlights two legal
problems. The first is procedural. The rapporteur considers that Parliament should have been asked to give its
full assent rather than just being consulted. My reply
would be, as Commissioner Bolkestein explained yesterday, that nothing in this agreement entails amendment
to the data protection directive, which is the condition
established by Article 300 of the Treaty for the assent
procedure to apply. There is a second concern highlighted in the report, which stipulates that: 'The real
scope of the international agreement will evolve at the
discretion of the US administration without any legally
binding participation from the European Union side'. Let
me be clear that the essential link between the three elements of the package - international agreement, adequacy finding and US undertakings - is there to ensure
coherence between them. No adequacy finding without
undertakings; no legal effect on airlines as regards the
agreement without an adequacy finding. So any unilateral change to the US undertakings that would lead to
non-compliance with the principles of adequacy would
also lead to a suspension of the adequacy finding. Simultaneously, it would also lead to the non-application
of the two key clauses of the international agreement,
the obligation on airlines to provide the data and the
authorisation to the US to pull without any need to
modify or evoke the international agreement. This crucial safety valve is built into the agreement to prevent
precisely what the report fears, i.e. the European Union
side being forced to accept any unilateral change to the
US requirements for receiving passenger name records.
To conclude, I would like to urge Members to support
the adoption of this agreement, despite their misgivings
about the adequacy finding. For the reasons I have explained, this would not necessarily be incompatible with
the position Parliament has taken on the adequacy finding. The resolution adopted by the European Parliament
on 31 March calls for a wider international agreement
incorporating a series of data protection principles. I
believe that such an agreement is beyond what is achievable today. That is why I would ask Parliament to back
this agreement, not because it is perfect but because it is
20-04-2004
a great deal better for our airlines to operate under legal
certainty and it is a great deal better for passengers to
have much improved safeguards than the legal void that
would result from a collapse of a package which we
have worked so long and hard to negotiate.
I apologise for speaking at such length, but I know this
is an issue of considerable importance to Parliament and
I wanted to try to deal with the main issues that have
been raised.
2-439
President. - Commissioner, I understand why you have
spoken at such length. Indeed, our Rules of Procedure
clearly state that you can speak for as long as you want.
On the other hand, our Rules also state that the President
should try to reach an agreement with the Commission
about speaking time. With all due respect, may I ask you
to be brief in summing up at the end of each debate this
evening.
2-440
Boogerd-Quaak (ELDR), rapporteur. – Dank u wel
voorzitter, dank u wel Commissaris voor uw uitgebreide
toelichting. Wij zijn het er allemaal over eens dat terroristen moeten worden bestreden. Dat mag echter geen
vrijbrief worden voor zaken die wij uiteindelijk niet
kunnen verantwoorden. Ik moet u zeggen, Commissaris,
u hebt mij vanavond niet overtuigd. Allereerst hebt u
gezegd dat het overdragen door het douanebureau voor u
een punt van zorg is. Het is op dit moment zo dat de
Commissie in overweging 20 van de beschikking spreekt
over doorgifte aan andere overheidsinstanties, inclusief
buitenlandse overheidsinstanties. Wij horen sinds enkele
dagen voor het eerst dat het voor u een punt van zorg is
hoe dit is geregeld. Een aantal maanden geleden hebt u
het Parlement gevraagd om een adequacy finding. Ondertussen is ons zowel door de heer Bolkestein als door
uzelf meegedeeld dat deze adequacy finding er in feite
nog steeds niet is.
Dan de kwestie van de overeenkomst als zodanig. Het
Parlement vraagt om een echte internationale overeenkomst. Het Parlement vraagt om non-discriminatie van
EU-burgers bij het gebruik van de gegevens. Het Parlement vraagt om gelijkwaardigheid in de Verenigde Staten en efficiënte, onafhankelijke correctiemogelijkheden
van onjuiste gegevens en een duidelijke rechtsgang voor
EU-burgers die in de problemen komen. U hebt gezegd
dat er sprake is van wederkerigheid. Welnu Commissaris, in artikel 6 van de overeenkomst staat dat voor zover
haalbaar en op basis van strikte wederkerigheid, de medewerking van onder zijn bevoegdheid vallende luchtvaartmaatschappijen actief bevorderd zal worden. Dat is
geen wederkerigheid. In artikel 1 staat wat wij moeten
doen. Het CBP krijgt elektronische toegang tot de PNRgegevens in de boekings- en vertreksystemen van de
luchtvaartmaatschappijen die zich op het grondgebied
van de lidstaten van de Europese Gemeenschap bevinden. Zulks strikt overeenkomstig het besluit en zolang
het besluit van kracht is. Voorzitter, daarmee legaliseren
wij wat wij de hele tijd niet hebben gewild en dat nu is
de reden voor het Parlement om te vragen om een echte
overeenkomst, die de instemming van het Parlement
15
heeft. U zegt dat dit niet nodig is, want de rechtsgrondslag die de Raad heeft gekozen is richtlijn 1995/45 en
deze overeenkomst zou de richtlijn inhoudelijk niet veranderen. Hoe kunt u dat nu zeggen als in artikel 2 van de
overeenkomst wordt bepaald dat alles overeenkomstig
de wetgeving van de Verenigde Staten zal worden behandeld? Naar mijn mening introduceren wij hier wetgeving van de Verenigde Staten. Dit is geen echte overeenkomst. Dit is een overeenkomst waarvan de heer
Bolkestein zegt dat tal van zaken nog niet zijn opgelost.
Ik heb het nog niet gehad over de connectie van deze
overeenkomst met CAPS II, maar ook daarin staat in de
undertakings dat deze overeenkomst straks in feite ook
aansluit op het nieuwe geavanceerde systeem CAPS II in
de Verenigde Staten. Daarvan heeft het Congres in de
Verenigde Staten gezegd dat het niet deugt en het heeft
het teruggestuurd naar de bevoegde instanties.
Om een lang verhaal kort te maken, de manier waarop
deze deal tot stand is gekomen, is niet juist. De heer
Bolkestein heeft in september beloofd dat het Parlement
als volwaardige partner zou worden behandeld. Helaas
heeft hij deze belofte niet waargemaakt. Veel sterker
nog, de Europese Commissie en de Raad hebben doelbewust geprobeerd het Europees Parlement buitenspel te
zetten. Volgens het Verdrag was de instemmingsprocedure van het Parlement vereist, maar daar hebt u niet
voor gekozen. Dat was ook de reden waarom ik mij sterk
heb gemaakt binnen het Parlement en Voorzitter Cox via
de juridische commissie heb laten aanbevelen een beroep te doen op artikel 300, lid 6, van het Verdrag om
deze overeenkomst te laten toetsen door het Europese
Hof van Justitie. Dat is de enige weg die voor ons overblijft om nog iets aan deze overeenkomst te doen en onze burgers op een adequate manier te beschermen. Nu
worden zij nu niet op een adequate manier beschermd.
Ik vind dat buitengewoon spijtig. Ik had graag gezien dat
u de overeenkomst terugtrok.
Ik deel uw mening dat terrorisme vreselijk is, maar om
dat alles nu maar als vrijbrief te gebruiken om onze wetgeving met voeten te treden en de Amerikanen toegang
te geven tot onze gegevens zonder wettelijke bescherming, want de Amerikaanse grondwet en de Privacy Act
gelden niet voor Europese burgers, gaat te ver. Ik vraag
u dehalve nogmaals dringend deze overeenkomst terug
te trekken en met een echte overeenkomst naar het Parlement te komen.
2-441
Hernández Mollar (PPE-DE). – Señor Presidente, señor Comisario, queridos colegas, una vez más abordamos la transmisión de datos PNR a los Estados Unidos,
pero esta vez ya en la fase final, puesto que ahora tenemos en la mesa el proyecto de acuerdo internacional,
tantas veces solicitado por esta Cámara.
No creo que sobre el fondo podamos aportar ninguna
novedad, porque nuestras posiciones a lo largo de todos
estos debates están suficientemente claras. En la comisión que presido hemos tenido la oportunidad de escuchar a los expertos. El Sr. Bolkestein, los comisarios
implicados e incluso entidades directamente afectadas,
16
20-04-2004
como es el caso de las compañías aéreas, han comparecido en repetidas ocasiones.
partimento per la sicurezza interna degli Stati Uniti, ai
sensi della normativa statunitense.
Éste es nuestro último pronunciamiento político en esta
legislatura sobre el tema. Al igual que mi Grupo, entiendo que sería una irresponsabilidad por nuestra parte dejar sin resolver una situación de flagrante alegalidad e
inseguridad jurídica que se produce cada vez que viajar a
los Estados Unidos conlleva que las compañías aéreas
transmitan a las autoridades norteamericanas los datos
de sus pasajeros, sin ningún tipo de garantías ni de fundamento jurídico que ampare el tratamiento y la utilización de dichos datos. Eso viene ocurriendo desde hace
ya un año. Es, precisamente, con todos sus defectos y
todas las críticas que desde aquí le hemos hecho, ese
marco jurídico lo estamos debatiendo hoy.
Questa modifica della direttiva, che la Commissione si
ostina a negare, avrebbe comportato, fra l'altro, ai sensi
dell'articolo 300 del Trattato, che il Parlamento - colegislatore della direttiva - esprimesse parere conforme, come già aveva annunciato il Commissario Bolkenstein
alla commissione per le libertà pubbliche il 9 settembre
scorso e come non avviene. Occorrerebbe, dunque, un
vero trattato internazionale che desse una base giuridica
alla modifica della direttiva e alla cessione di sovranità
che si vuole attuare.
Por otra parte, nadie puede negar hoy que la lucha contra
el terrorismo es una prioridad absoluta y que en estos
momentos, en que la sociedad europea vive atemorizada
por quienes amenazan su seguridad y estabilidad no podría entenderse la ausencia de colaboración entre aquellos países que le han plantado cara al terrorismo. La
Unión Europea y los Estados Unidos comparten este
objetivo común y es fundamental, y absolutamente urgente y necesaria, su cooperación.
Señorías, no creo que esto sea un cheque en blanco a los
Estados Unidos, como algunos quieren hacernos creer.
Es la solución a un problema real que nos afecta desde
que comenzaron las transmisiones hace más de un año.
Permítame, señor Presidente, que aproveche también
esta ocasión para decir que espero que el nuevo Gobierno socialista de España –con el Sr. Zapatero al frente–
defienda en el Consejo este acuerdo, porque estoy convencido de que los ciudadanos españoles prefieren dar
sus datos personales a quienes lo necesiten para estos
fines o puedan también obtenerlos por razones de seguridad, igual que hacen los Estados Unidos, antes de que
los responsables de la matanza del 11 de marzo puedan
provocar otro brutal atentado, ya sea en mi país o en
cualquier parte del mundo.
Por todo ello anuncio, Señorías, Señor Presidente, que
vamos a votar en contra del informe de la Sra. BoogerdQuaak.
2-442
Paciotti (PSE). – Signor Presidente, concordo pienamente con la relatrice. Contrariamente a ciò che sostiene
la Commissione, il progetto di accordo che ci viene sottoposto è in radicale contrasto con la direttiva sulla protezione dei dati personali e, quindi, con l'articolo 286 del
Trattato CE. Infatti, mentre l'articolo 7 della direttiva
attribuisce agli Stati membri il potere di regolamentare il
trattamento dei dati personali per ragioni di sicurezza,
nel progetto di accordo la Comunità sottrae questa competenza agli Stati membri per attribuirla a un'autorità
straniera. Nel progetto si prevede che le compagnie aeree europee siano obbligate a trattare i dati dei passeggeri europei come richiesto dall'Ufficio doganale del Di-
Inoltre, il progetto vìola uno dei diritti fondamentali dei
cittadini europei, quello alla riservatezza dei dati personali, di cui alla Convenzione europea per i diritti dell'uomo e alla Carta dei diritti fondamentali dell'Unione.
Tale diritto prevede, tra l'altro, che gli interessati possano accedere ai dati raccolti e ottenerne la rettifica - il che
non è garantito nel progetto di accordo - e questo aspetto
è rilevante sotto un profilo pratico, perché i dati raccolti
per fini commerciali, e non controllati né filtrati da
un'autorità responsabile, possono essere inesatti o persino volutamente non rispondenti alla realtà. Queste difformità - che non si verificherebbero nel caso di dati
consapevolmente trasmessi per fini di sicurezza - possono causare gravi inconvenienti e danni concreti ai nostri
cittadini.
E' dunque necessario che si cambi il testo dell'accordo e
si ricorra, comunque, alla Corte di giustizia per ottenerne
il parere.
(Applausi)
2-443
Watson (ELDR). – Mr President, I congratulate Mrs
Boogerd-Quaak on an excellent report. It is perfectly
possible to be both tough on terrorism and true to the
Treaties that we have signed on individual freedoms
such as privacy. This matter has taken a sorry course.
Commission Bolkestein told us on 9 September that
progress on the issues had been disappointing. Commissioner Patten has told us tonight that data transfers remain a matter of concern for the Commission. The fact
is that there is no real agreement between the European
Union and the United States on the scope of data required, on purpose limitation, on data storage periods or
on the transfer of data to third countries.
In proposing this amendment, the College of Commissioners should be ashamed of itself. Its proposals would
do justice to the authors of the United Kingdom's Official Secrets Act of 1911.
Commissioner Patten, you normally address this House
in an open style, almost ad-lib. That is something we
welcome. Tonight you read carefully from your script;
dare I say with your lips moving faster than those of a
policeman giving corrupt evidence. You constructed a
quasi-legal case that is no more stable than a house of
20-04-2004
cards. You can hardly be surprised that you face criticism from all sides of this House.
The Commissioner told us there is no reason for Parliament to reject the entire agreement. The fact is that we
are not even being offered the chance to do so. Despite
Commissioner Bolkestein's assurance on 9 September
that the procedure would involve the European Parliament's assent, as required by Article 300 of the Treaty,
neither this Parliament nor national parliaments are being given the chance to comment on this.
This is a disgraceful demonstration of Europe's democratic deficit. We therefore call on the Commission to
withdraw this agreement and to replace it with a proper
international agreement. Failing that we will have to
refer the matter to the European Court of Justice.
(Applause)
2-444
Buitenweg (Verts/ALE). – Voorzitter, de vraag is simpel. Deugt het akkoord en was de Europese Commissie
gemachtigd dit akkoord te sluiten? Mijn fractie wil daar
een juridisch oordeel over. Daar kan de Europese Commissie toch niet op tegen zijn, zelfs als zij ervan overtuigd is dat alles OK is.
Commissaris Patten zei zojuist dat het akkoord beter is
dan niets. Daar ben ik het niet mee eens. De Europese
Commissie heeft er een aantal beperkingen door gekregen, maar het akkoord bevat nog steeds teveel gegevens
en die worden voor een absurd lange tijd bewaard. Privacy is niet heilig, maar inbreuken moeten wel proportioneel zijn. Ik vind dus dat wij verder moeten gaan met
de onderhandelingen met de Verenigde Staten. Als de
Verenigde Staten dat niet willen, dan geven wij die gegevens gewoon niet. Natuurlijk is het zo dat de Verenigde Staten die gegevens dan wel gaan vragen aan de passagiers op vliegvelden, maar dan zullen burgers meteen
zien om hoeveel gegevens het gaat en ik denk dat je op
deze wijze dan ook verzet organiseert vanuit een andere
hoek. Ik denk dat heel erg belangrijk is. Het is een
kwestie van politieke wil om ervoor te zorgen dat onze
eigen Europese wetten worden nageleefd. Ik vind dat het
de plicht is van de Europese Commissie om te zorgen
dat deze worden gecontroleerd.
(Applaus)
2-445
Cappato (NI). – Commissario Patten, credo che, in
realtà, l'Unione europea si trovi in condizioni di debolezza perché abbiamo rinunciato ad applicare le nostre
regole. Il progetto di accordo è contrario, non solo alla
direttiva ma anche ai principi fondamentali dell'Unione
europea. Anche se si trattasse di uno Stato membro, sarebbe illegale utilizzare sistematicamente dati raccolti a
fini commerciali e per motivi di sorveglianza. Questo è
il problema!
E' chiaro che bisogna lottare contro il terrorismo ed è
chiaro che bisogna farlo con delle regole che rispettino i
principi fondamentali della nostra Unione europea.
17
Quello che è falso è che la sospensione del rispetto della
legge, che ormai dura da oltre tredici mesi, sia in qualche modo imposta alle nostre compagnie aeree. Non è
così, perché questa misura si applica a tutte le compagnie aeree, anche alle compagnie aeree americane quando la prenotazione viene fatta in Europa.
Avete quindi deciso di adottare una posizione debole e
perdente. Non si possono riformare le regole. Non si fa
la riforma quando non si ha rispetto della forma!
2-446
Pirker (PPE-DE). – Herr Präsident, geschätzte Kollegen! Terrorismus - das ist ein Faktum - ist die Geißel der
Gegenwart. Erfolgreich werden wir nur sein, wenn wir
gemeinsame Strategien entwickeln in der Europäischen
Union und gemeinsam mit Partnern wie den Vereinigten
Staaten. Und wir werden nur dann erfolgreich sein,
wenn wir all diese Strategien auch effektiv umsetzen.
Das heißt, wir können erwarten, dass Maßnahmen, die
wir beschließen, Fakten werden. Die Terroristen fürchten sich nämlich nicht vor diesen Diskussionen, die wir
hier führen. Sie fürchten sich auch nicht vor Verordnungen und vor Richtlinien, sondern nur vor wirksamen
Maßnahmen. Daher sind Handlungen notwendig, und
wir sind gefordert, hier Handlungen zu setzen, auch was
die Weitergabe von Flugdaten anbelangt. Natürlich sind
gewisse Schutzmaßnahmen notwendig, wenn es um die
Weitergabe von personenbezogenen Daten geht. Natürlich sind die Datenschutzbestimmungen der Europäischen Union einzuhalten. Aber wir müssen auch zugestehen, dass relevante Daten zum Schutz vor Terrorismus weitergegeben werden.
Wir sind daher als Europäische Volkspartei für den Abschluss des Übereinkommens mit den USA auf der Basis
der mit der Kommission ausverhandelten Punkte, weil
wir damit erreichen, dass endlich der vertragslose Zustand beendet wird, der Weg frei gemacht wird für den
Datenaustausch, aber auch vor allem für weitere Verbesserungen und für weitere Verhandlungen. Wir sind daher
auch gegen den Bericht Boogerd-Quaak, der allein aus
ideologisch überzogenen Forderungen agiert und der das
Abkommen ablehnt und damit eine Rechtsbasis verhindert und die Kooperation gegen den Terror unmöglich
macht.
Die Bürger, für die wir stehen und von denen wir gewählt sind, erwarten nicht, dass wir hier endlos diskutieren, sondern sie erwarten, dass wir gemeinsam mit denen, die Vernunft bewahrt haben, auch handeln. Der
Kampf gegen den Terrorismus muss Priorität haben.
2-447
Terrón i Cusí (PSE). – Señor Presidente, efectivamente
el terrorismo es una materia que requiere la cooperación
internacional, lo sabemos, y como vengo de un país que
ha sufrido largamente el terrorismo sé también que la
cooperación en la lucha contra el terrorismo y cualquier
acción que se tome debe hacerse en el absoluto respeto
del sistema de sociedad que los terroristas quieren cancelar.
18
Eso es lo que nosotros estamos intentando defender, no
el trabajo de los terroristas. Es absurdo, levantar esto
como sospecha. Ese no es el problema. El problema,
señor Presidente, es que el Parlamento viene encontrándose en una situación bastante intolerable respecto a las
decisiones que ha ido tomando la Comisión en este terreno. Primero nos anunciaron una especie de acuerdo
sobre el que no podíamos opinar, luego nos dijeron que
habría un acuerdo internacional y resulta que este acuerdo internacional se celebra sin consulta obligatoria al
Parlamento.
No le extrañe que pidamos para esta Cámara las mismas
prerrogativas que tiene el Congreso de los Estados Unidos en esta materia. Nosotros hemos decidido en el Pleno y en la Comisión de Asuntos Jurídicos y Mercado
Interior consultar al Tribunal de Justicia sobre el acuerdo
internacional porque tenemos dudas sobre la forma y
sobre el contenido de lo que ha hecho la Comisión.
No creo, como el Sr. Hernández Mollar, que un ciudadano español prefiera encontrarse en una situación de
indefensión cuando no se le permite entrar en Estados
Unidos porque pesa sobre él una sospecha infundada,
por ejemplo de terrorismo. En ese caso no tendrá dónde
recurrir ante una situación tan seria que puede amenazar,
por ejemplo, su trabajo. No creo que sin este sistema va
a estar más desprotegido. No creo que esto sea así. Lo
que pedimos a la Comisión es que haga respetar las
normas.
Por último, señor Presidente, permítame hacer una pregunta. El Sr. Patten ha dicho de paso que los Estados
Unidos recibían ya la información que querían. Me puede decir ¿por parte de quién y qué ha hecho la Comisión,
si lo sabía, para impedirlo?
2-448
Patten, Commission. - Mr President, I am only sorry
that we have not had opportunities on previous occasions to set out some of the arguments in greater detail. I
apologise for speaking for so long at the beginning of
this debate, but I would just like to respond to one point.
20-04-2004
lines and passengers that this would provoke. When that
happens, who will be blamed? You will not see the honourable Member and some others for a puff of dust!
Everybody else will get the blame; everybody else will
be blamed for the uncertainty.
I say this in all conscience: we have thought about these
issues extremely carefully. Nobody should think we
have blazed into this with no regard for civil liberties. I
happen to think that what we are proposing is much
better than what we would have if we did not put these
arrangements in place, and that we would have greater
protection for civil liberties than would otherwise be the
case.
I hope that when the Parliament votes on this it will not
do so on the basis that the honourable Member and everybody else is moral, honest and right, and the rest of us
are corrupt and dishonourable. I hope Parliament will
recognise that we have tried to provide some legal certainty and that even if there is a disagreement, we have
tried to behave in a way which is honourable and sensible and in a way which will be more favourable and
more sensible for airlines and for passengers in the
months and years ahead.
2-449
Watson (ELDR). – Mr President, I did not accuse the
Commissioner of acting like a policeman giving corrupt
evidence, I said that his lips were moving faster than
those of a policeman giving corrupt evidence. However,
I accept that my remark might have appeared insulting
and I would therefore like to withdraw it.
2-450
Der Präsident. - Vielen Dank, Herr Kollege, für diese
Klarstellung. Das dient der Hygiene im Haus. Der
Kommissar hat ein Recht darauf, dass das ausgeräumt
wird.
Die Aussprache ist geschlossen.
Die Abstimmung findet morgen um 12.00 Uhr statt.
2-451
I am now drawing to the end of a rather excessively long
political career and I have got a pretty thick skin. But
when somebody accuses me of behaving like the policeman presenting corrupt evidence, I have to say that I
regard that as an attack on my honesty and my honour. I
hope the honourable Member will think pretty hard
about what he said. I would like to say this to the honourable Member: what if there is no agreement? What if
we wait for six months until we get an opinion? We have
little doubt about what an opinion would be from the
European Court of Justice. What if?
I will make one simple point. Taking into account the
reservations that I expressed earlier about onward transfer, if the proposed package of an adequacy finding and
an international agreement is suspended, it is undoubtedly the case that some data protection authorities will
have very little choice but to start ordering airlines to
suspend data transfers with all the consequences for air-
Libertad de expresión y de información
Ytrings- og informationsfriheden
Freiheit der Meinungsäußerung und Informationsfreiheit
Ελευθερία έκφρασης και ενηµέρωσης
Freedom of expression and information
Liberté d'expression et d'information
Libertà di espressione e di informazione
Vrijheid van meningsuiting en informatie
Liberdade de expressão e de informação
Sananvapaus ja tiedonvälityksen vapaus
Yttrande- och informationsfriheten
2-452
20-04-2004
Der Präsident. - Nach der Tagesordnung folgt der Bericht (A5-0230/2004) von Frau Boogerd-Quaak im Namen des Ausschusses für die Freiheiten und Rechte der
Bürger, Justiz und innere Angelegenheiten über die Gefahren der Verletzung des Rechts auf freie Meinungsäußerung und Informationsfreiheit (Artikel 11 Absatz 2 der
Charta der Grundrechte) in der EU, vor allem in Italien.
Dem Präsidenten ist ein Brief des Kollegen Ribeiro e
Castro zugegangen, der Zweifel hat, ob diese Debatte
zulässig ist. Ich gebe deshalb diesem Kollegen zunächst
für zwei Minuten das Wort, damit er das erläutert.
2-453
Ribeiro e Castro (UEN). – Senhor Presidente, caros
colegas, de facto apresentei, em nome do meu grupo,
uma moção de inadmissibilidade deste relatório a propósito de questões que tive ocasião, na oportunidade, de
levantar na comissão. E pedi na comissão, no fecho do
debate, que fosse elaborado um parecer jurídico pelo
respectivo secretariado, pelo Serviço Jurídico do Parlamento ou pela Comissão dos Assuntos Jurídicos sobre
assuntos sérios de legalidade ou de ilegalidade deste
relatório que suscitei e apresentei na altura.
Fiquei com a ideia de que o meu pedido tinha sido aceite, mas até esta altura ainda não ouvi esse parecer. E, de
facto, o relatório contém algumas constatações de factos
e de direito que são inadmissíveis no nosso Parlamento.
Nomeadamente, são feitas afirmações de factos sobre os
quais jamais foi produzida na Comissão qualquer prova,
como, por exemplo, acusações a uma empresa editorial
"Agora", no parágrafo 50, da Polónia; notas sobre a
composição do grupo "Media 7", que admito que estejam certas mas não foi apresentada nenhuma evidência
no parágrafo 57, nota 1; no parágrafo 58, nota 1, sobre
repartição de investimento publicitário em Itália, que
desconheço por inteiro.
E, mais grave do que isso, apreciações de direito que são
completamente inadmissíveis neste Parlamento porque
nos obrigariam a entrar na discussão de leis de Estados-Membros e, mais do que isso, de competências legislativas dos Estados-Membros e até de decisões dos
tribunais de Estados-Membros. É o caso de uma referência no parágrafo 49 a uma decisão do Tribunal Constitucional Federal da Alemanha, no parágrafo 49 a uma proposta de lei apresentada pelo Bundesrat. Espanto-me:
como é que nós podemos apreciar o processo legislativo
desencadeado no Bundesrat da Alemanha, ou apreciar a
legalidade ou não de determinados factos à luz da lei
nacional italiana, da Lei 249/97, ou deliberações de autoridades nacionais italianas, ou de decisões de acórdãos
do Tribunal Constitucional Italiano?
Tudo isto são matérias que eu não estou em condições
de disputar por uma razão simples: o nosso Parlamento
não tem competência para isso, e por isso peço que este
relatório seja considerado inadmissível ou que seja reenviado à Comissão até que seja apresentada uma apreciação jurídica em sentido próprio sobre estas questões, que
são sérias.
2-454
19
Der Präsident. - Verehrter Herr Kollege, Sie hätten
nach der Geschäftsordnung eigentlich nur eine Minute
gehabt. Sie verdanken es meiner Großzügigkeit, dass Sie
zwei bekommen haben. Dass Sie zweieinhalb Minuten
gesprochen haben, ist eigentlich nicht in Ordnung.
Jetzt zur Sache selber. Wir haben in der Geschäftsordnung eine Bestimmung, wonach solche Anträge auf
Nichtzulässigkeit 24 Stunden vorher eingehen müssen.
Diese Frist ist nicht eingehalten worden. Selbst wenn Sie
die Frist eingehalten hätten, hat der Präsident unabhängig davon entschieden, dass Ihr Antrag inhaltlich zurückgewiesen werden muss, und ich teile diese Meinung.
Wir werden in die Debatte eintreten.
2-455
Boogerd-Quaak (ELDR), rapporteur. – Voorzitter,
collega's, toen ik de taak op me nam om rapporteur te
worden voor dit verslag was ik mij zeer wel bewust van
het feit dat het geen gemakkelijke taak zou zijn. Om die
reden heb ik dan ook een groot aantal toetsen toegepast
die, naar mijn opvatting, dienen te worden toegepast in
een zo moeilijke situatie. Zo hebben wij begin dit jaar
een hoorzitting georganiseerd waarin tal van deskundigen het woord hebben gevoerd en hun opvattingen hebben gegeven over de vrijheid van meningsuiting en bescherming van het pluralisme. Daarnaast is het Instituut
voor de media in Düsseldorf, een zeer gerenommeerd
instituut, verzocht een onderzoek uit te voeren in alle
landen in Europa. Naar mijn opvatting een onderzoek
dat in feite allang door de Europese Commissie had
moeten zijn uitgevoerd. Dit onderzoek is straks voor de
Europese Commissie beschikbaar. Ik heb met zeer veel
deskundigen gesproken en allen, of zij nu de koepel van
journalisten, publieke media of commerciële media vertegenwoordigden, hadden waardering voor mijn aanbevelingen. Ook heb ik een reeks aanbevelingen geformuleerd om pluralisme in Europa te bevorderen. Een van
die aanbevelingen betreft de afbakening van minimumvoorwaarden in de gehele Europese Unie om ervoor te
zorgen dat de publieke omroepen onafhankelijk zijn en
vrij van inmenging door de regering, zoals aanbevolen
door de Raad van Europa. Andere aanbevelingen betreffen regels inzake transparantie van de eigendom van
media, met name grensoverschrijdend eigendom, en
openbaarmaking van informatie over aanzienlijke belangen in media. Ik verzoek voorts om onderzoek naar de
noodzaak van het opnemen van een pluralismetest in de
concentratieverordening en het verlagen van drempels
met betrekking tot mediaconcentraties, alsook naar de
noodzaak van het opnemen van voorschriften dienaangaande in de nationale regels. Ik ga hier niet al mijn
aanbevelingen opsommen. Ik weet alleen dat zeer velen
in Europa zitten te wachten op een update van het
Groenboek van de Commissie en op voorstellen om haar
rol met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting
nadere invulling te geven.
Het is in een democratie van buitengewoon groot belang
dat pluralisme wordt geëerbiedigd. Ik heb op basis van
alle gesprekken die ik heb gevoerd alsook op basis van
het rapport van het Instituut voor de media een aantal
zorgen uitgesproken en een van die zorgen betreft inder-
20
daad Italië. Dit stond immers in de opdracht voor dit
verslag en deze opdracht, mijnheer de Commissaris,
collega's, heb ik niet zelf verzonnnen. Deze opdracht
met deze titel is mij door de Conferentie van voorzitters
doorgegeven. Het was dus mijn plicht om op basis van
een verzoekschrift en op basis van het verzoek van de
Conferentie van voorzitters specifiek aandacht te besteden aan Italië. Veel van mijn collega's hebben de aandacht die ikzelf al aan Italië had gegeven nog versterkt.
Worden er in dit verslag nu zaken aan de orde gesteld
die niet kunnen? Mijnheer de Voorzitter, ik vind van
niet. Er worden feiten gepresenteerd op basis waarvan
wij tegen de Europese Commissie zeggen: hebt u niet de
morele plicht om beleid te ontwikkelen met betrekking
tot pluriformiteit in de media? Naar mijn opvatting heeft
de Commissie deze plicht. Ik heb bij mijn adviezen ook
geconstateerd dat wij waar het gaat om pluriformiteit
zwaardere eisen mogen stellen aan publieke media dan
aan commerciële media. Als rapporteur ben ik mij er
zeer wel van bewust dat de markt zijn werk doet en ik
heb daar ook in het geheel geen bezwaar tegen.
De vraag waar het om draait, is of de pluriformiteit door
concentraties of anderszins wordt bedreigd, omdat bepaalde media te veel in een hand zijn. Dat is niet nieuw,
Commissaris. Wij doen dit op allerlei beleidsterreinen.
Het is een van onze interne-markttaken om erop te letten
dat er geen te grote concentraties ontstaan. Al wat ik
vraag is de vrijheid van meningsuiting te waarborgen,
ten behoeve van een goede democratie. Ik vind het heel
erg jammer dat bepaalde collega's, die zich van meet af
niet in het debat hebben gemengd, nu plotseling zeer
veel amendementen hebben ingediend om dit verslag te
doen vallen. Ik vind dat dit verslag dat niet verdient, ik
had dit niet verwacht en ik vind het ook niet democratisch.
2-456
Tajani (PPE-DE). – Signor Presidente, intervengo a
norma degli articoli 3, 28, 64, 118, 151, 171 e 172, relativi all'accesso dei documenti. Un documento pubblicato
dal Parlamento a cura della direzione della stampa e dell'audiovisivo annuncia che la libertà di informazione in
Italia è il tema più importante di questa tornata e riannuncia che la libertà di informazione in Italia è a rischio.
Nessuna relazione, nessun documento in votazione ha
questo titolo. Mi pare che sia una strumentalizzazione da
parte dei funzionari, e perciò invito la Presidenza del
Parlamento a fare in modo che i funzionari del Parlamento, delle commissioni, non prendano posizioni politiche ma rispettino le regole fondamentali e gli atti ufficiali del Parlamento.
La prego di mettere a verbale questa mia osservazione.
Ho già formulato una protesta formale, ieri, al presidente
della commissione per le libertà pubbliche, che ha inviato una lettera di protesta ufficiale al Presidente del
Parlamento.
2-457
Der Präsident. - Herr Kollege Tajani, im Protokoll sind
Sie ohnehin, weil Sie gesprochen haben. Ich werde dar-
20-04-2004
über hinaus Ihr Begehren natürlich an den Präsidenten
weiterleiten, aber es ändert nichts daran, dass wir jetzt
mit der Debatte fortfahren.
2-458
Patten, Commission. - Firstly, as a matter of courtesy, I
would like to thank the rapporteur for this own-initiative
report and let me say how fascinating it is to see so
many people here in the Chamber at this hour.
(Applause)
I think I am the Commissioner who has spoken most in
Parliament during the life of this Commission. I have
spoken quite often at this time of night; I have spoken
about human rights in Africa and all sorts of issues of
life and death, but I have never found as many people
here at this hour as I do tonight. I envy Commissioner
Vitorino, for whom I am standing in: if this is what he
gets every time he speaks in the Chamber, then, my
goodness, I got the wrong job in the Commission!
(Laughter and applause)
In the light of the fact - and this is where I come back to
my policeman role -that Parliament has not yet agreed
on the final shape of this report, I will reply tonight in
fairly general terms and the Commission will follow up
with a more detailed written response in the normal way.
The freedom of expression and information, which includes the freedom and pluralism of the media, is one of
the principles common to all Member States and on
which the Union is founded, as Article 6 of the Treaty
on European Union states. This right is also provided for
in Article 11 of the Charter of Fundamental Rights of the
European Union. It is therefore no surprise that the
Commission fully agrees with the statement that a free
and pluralist media sector is a prerequisite for freely
functioning democracies. We all need to remain most
vigilant as regards all aspects of media pluralism in the
European Union.
However, I should stress that the protection of media
pluralism is primarily a task for the Member States. The
question of subsidiarity is crucial in this context. National measures to promote medial pluralism could, for
example, include provisions determining share ownership in media companies or measures promoting culturally and linguistically diversified content.
The aim of all measures aiding media pluralism is to
protect freedom of expression and to ensure that the media reflect a spectrum of views and opinions characteristic of a democratic society. At present, secondary Community legislation does not contain any provisions specifically aimed at safeguarding the pluralism of the media. However, Community law allows the application of
national safeguards with regard to media pluralism.
Nevertheless, a number of existing Community legal
instruments contribute either directly or indirectly to the
aim of preserving media pluralism. For example, the
Television without Frontiers Directive contributes to the
20-04-2004
safeguarding of media pluralism through a number of
content-related provisions, in particular through its provisions on the promotion of European productions and
of the work of independent producers.
The Media Programme also plays an important role,
whilst the application of competition rules impacts positively on media pluralism. Whilst the primary objective
of Community competition law is economic - that is, to
ensure workable competition between market operators it also helps to prevent an excessive degree of control or
cumulative holdings in media companies which might
endanger the existence of a wide spectrum of views and
opinions in the media market.
In conclusion, I would like to reiterate what was said by
my colleague Commissioner Vitorino during the debate
on fundamental rights last month. The Commission is
committed to ensuring that respect for all fundamental
rights across the Union is properly monitored. We also
very much look forward to the incorporation of the
Charter into the Constitutional Treaty, giving it full legal
status.
I am only sorry that this debate has not given me the
opportunity to comment in extenso - as they used to say
in Rome - on the ownership of the media in the country
which I know best. I would have been able to express
my views to Parliament about media, much of which
believes passionately in nationalism except when it
comes to the ownership of the media.
I would have been able to express my views about media
proprietors who wish to exercise considerable political
influence without ever standing for electoral office,
partly because they are not citizens of the country I
know best. I am sorry that I do not have the opportunity
to make those points this evening. News International
and Mr Murdoch are also very sorry that I do not have
the opportunity to make those points, but perhaps on a
future occasion there will be a plethora of members of
the party with which I am associated who will press me
to make those points about media ownership in the
United Kingdom; and when I am encouraged to do so, I
will try to ensure that Commissioner Vitorino handles
the debate.
2-459
Gargani (PPE-DE), relatore per parere della commissione giuridica e per il mercato interno. – Signor Presidente, nella mia veste di presidente della commissione
giuridica e per il mercato interno, mi consenta di dire
che mai, come stasera, sono stato orgoglioso di essere il
presidente di una commissione che, serenamente e con
molto approfondimento, ha dato un parere e dei suggerimenti alla commissione per le libertà, con grande consapevolezza e con grande serenità, senza contrasti, in
maniera molto rigorosa, sollecitando un impegno per la
diversificazione delle proprietà e del controllo delle telecomunicazioni e delle telediffusioni, sollecitando una
libera concorrenza, sollecitando il principio del pluralismo che deve realizzarsi anche all'interno delle emittenti, mettendo in rilievo la necessità di un pluralismo dei
21
mezzi di comunicazione, perché questo costituisce un
diritto fondamentale.
Abbiamo quindi formulato una serie di valutazioni e
proposto anche modifiche da apportare, che la commissione per le libertà non ha tenuto in alcuna considerazione. Noi abbiamo discusso serenamente e la commissione
per le libertà, nella sua maggioranza, vuole solo e in
maniera ostruzionistica - quello, sì, è ostruzionismo! - in
qualche modo tener conto di una situazione solo politica,
e cercare di buttare contro l'Italia una situazione e una
valutazione che non le appartengono - giacché non si
deve consentire di dare una valutazione negativa all'Italia nel suo complesso - arrivando quindi a una direttiva e
a una soluzione di cui il Parlamento non può certamente
andare orgoglioso.
2-460
Perry (PPE-DE), draftsman of the opinion of the Committee on Culture, Youth, Education, the Media and
Sport. – Mr President, it is a particular pleasure to participate in a late-night debate, and the issue of media
concentration is serious and certainly merits debate. One
only has to read the British press today and speculations
on why Tony Blair has made his U-turn on an EU referendum to see that is the case.
However, I regret the focus in this report on the attacks
made on the Italian Government. That has detracted
from the quality of the report. The Committee on Culture, for which I am speaking, has taken the issue very
seriously and has repeatedly underlined that pluralism in
the media is fundamental for safeguarding democracy
and cultural diversity in Europe. In our report on the
television without frontiers directive, we asked for a
Green Paper from the Commission and a special study
on this subject. We are still waiting for that Green Paper.
We recognise that the Member States have primary responsibility. However, in today's rapidly shrinking
world, the European Union cannot ignore its responsibilities and its special position free from the power of
one or two powerful press magnates. It is a pity this report has confused these aims with naked political attacks
on the Italian Government. The issue deserved better.
2-461
Frassoni (Verts/ALE), relatore per parere della commissione per gli affari costituzionali. – Signor Presidente, intervengo in sostituzione dell'onorevole Voggenhuber, relatore per parere della commissione per gli affari
costituzionali.
La commissione per gli affari costituzionali ha adottato
all'unanimità il suo parere, che si articola in tre punti
fondamentali: il primo punto è quello del conflitto di
interessi, dove si auspica - ripeto, si auspica - all'unanimità che ci sia una legislazione intesa a vietare a personalità politiche o candidati di detenere interessi economici di rilievo nel settore dei mezzi di comunicazione; il
secondo punto afferma che è necessario definire una
procedura attraverso la quale il Parlamento, in modo
autonomo, possa avviare - autonomamente, ripeto - procedure che consentano di condurre un'inchiesta sulla
situazione dei diritti fondamentali in uno Stato membro,
22
conformemente all'articolo 7, paragrafo 1, del nostro
Trattato; il terzo punto, infine, è quello in cui la commissione per gli affari costituzionali ritiene che qualsiasi
azione di uno Stato membro che arrivi a limitare la libertà di espressione e la libertà di informazione al suo
interno rappresenti una violazione di questo articolo.
Vorrei sottolineare che non c'è un intento persecutorio
ma, semplicemente, la volontà unanime, almeno della
commissione per gli affari costituzionali, di definire una
procedura per sapere come il Parlamento europeo, la
Commissione e il Consiglio devono agire in tali delicati
casi.
2-462
Santini (PPE-DE). – Signor Presidente, se mi consente
un pizzico di ironia - che in questo momento può essere
un escamotage per uscire da un dibattito così delicato direi che ufficialmente si apre, questa sera, in questo
Parlamento europeo, la campagna elettorale della sinistra
italiana in vista delle elezioni europee.
Il documento che stiamo discutendo, infatti, è ostaggio
di un fine indiretto - che toglie qualsiasi valore alla ricerca culturale, scientifica, tecnica che il titolo annuncia
- anche se proprio nel titolo la sottolineatura dell'Italia
come paese in cui vi sarebbero più rischi che in altri per
la libertà di informazione anticipa conclusioni di parte
che intendono colpire, tout court, il governo italiano e,
soprattutto, il suo Presidente.
A supporto di questa relazione, la relatrice presenta le
conclusioni di uno studio portato a termine da un istituto
di Düsseldorf - mai autorizzato da questo Parlamento con indicazioni tutt'altro che chiare e definitive. Lo studio annuncia, in apertura, l'ambizione di mettere a confronto le realtà dell'informazione dei venticinque paesi
membri; poi fornisce qualche dato soltanto su otto paesi,
dichiarando esplicitamente la provvisorietà e le carenze
di questa indagine. Mi viene spontanea una domanda,
Presidente, che giro a questo Parlamento: ma perché
tanta fretta? Perché non aspettare che lo studio si compisse fino a completare l'elenco dei venticinque paesi? Io
l'avrei una risposta, ma forse sono troppo malizioso.
Il testo originario è stato farcito di una serie di emendamenti che presentano la situazione italiana in maniera a
dir poco paradossale, con citazioni e critiche personali al
Presidente del Consiglio italiano non conformi allo stile
e al lessico del Parlamento europeo. Questo l'ha scritto
oggi in una lettera il Presidente Cox, il quale ha invitato
la relatrice a correggere il tono e a cancellare le citazioni
personali. La relatrice ha, infatti, proposto qualche ritocco di tipo cosmetico - così l'hai definito lei - come gesto
di apprezzabile disponibilità. Francamente, cara collega,
è troppo poco. Qui ci vuole un lifting profondo per ridare
dignità alla risoluzione.
La situazione in Italia è ben diversa da quella descritta.
Lo dice un rapporto dell'anno scorso di Reporters sans
frontières, organizzazione sicuramente non vicina al
governo italiano e al suo Presidente, anzi, molto critica.
Eppure scrive: "Il panorama editoriale italiano rispecchia
20-04-2004
la varietà delle posizioni politiche che si ritrovano
espresse in Parlamento e presenta un ventaglio di opinioni esauriente, spesso critico nei confronti del governo". Il rapporto analizza poi le diverse connotazioni
delle testate televisive e radiofoniche, dei quotidiani, dei
periodici, eccetera, osservando: "La stampa scritta offre
una rappresentazione equilibrata dello scacchiere politico italiano subendo, tuttavia, le conseguenze economiche dell'egemonia dei mezzi di comunicazione". Infine,
un'ultima annotazione dice che: "Il panorama della carta
stampata penalizza il governo e la maggioranza".
Signor Presidente, dove sta, quindi,la verità? Peccato,
perché la verità proprio non si capisce dove stia. Questa
relazione avrebbe potuto contribuire a difenderla. Noi
sappiamo dov'è. Purtroppo la relazione la tradisce e la
mortifica.
(Applausi)
2-463
Paciotti (PSE). – Signor Presidente, vorrei ringraziare la
relatrice per il prezioso lavoro svolto con competenza e
imparzialità; la ringrazio in particolare per la grande
pazienza dimostrata di fronte alle ingiustificate polemiche e agli ostruzionismi di questi ultimi giorni, motivati
non certo dall'interesse per la tutela di un diritto fondamentale dei cittadini europei.
La relazione, elaborata dietro autorizzazione e secondo
le indicazioni della Conferenza dei presidenti, affronta il
tema della libertà e del pluralismo politico e culturale dei
mezzi di informazione, che sono elementi essenziali per
una compiuta democrazia che, a sua volta, costituisce un
valore fondante dell'Unione europea, a norma dell'articolo 6 del Trattato. La relazione, pienamente condivisibile, analizza i criteri da rispettare, gli strumenti che è
possibile adottare per vedere garantite la libertà e il pluralismo dell'informazione e suggerisce possibilità di intervento della Comunità e degli Stati membri nel rispetto
del principio di sussidiarietà. Questo lavoro analitico e
propositivo è di grande rilievo per il futuro di una Comunità allargata a venticinque Stati membri.
La relazione prende in esame anche i rischi di violazione
della libertà di espressione e di informazione e, come
richiesto nel mandato conferito alla Commissione, particolarmente in Italia. Rischi ve ne sono dappertutto, sempre, ma è difficile negare l'anomalia italiana dovuta a
fattori oggettivi e incontestabili: un tasso di concentrazione del mercato audiovisivo che è il più elevato d'Europa, caratterizzato dal duopolio di un ente pubblico, la
RAI, e di un gruppo privato, Mediaset, che raccolgono il
96,8 per cento delle risorse pubblicitarie, dal fatto che il
gruppo Mediaset è controllato dall'attuale Presidente del
Consiglio dei ministri, dal fatto che in Italia l'organigramma e la programmazione del servizio televisivo
pubblico sono influenzati dal governo e dalla sua maggioranza, dal fatto che è tuttora non regolamentato il
conflitto di interessi del Presidente del Consiglio. Inoltre, com'è attestato da numerose sentenze della Corte
costituzionale italiana, il sistema radiotelevisivo italiano
opera da anni in una situazione illegittima, cui il legi-
20-04-2004
slatore non ha ancora posto rimedio; infatti, le leggi finora approvate, che ratificavano le occupazioni di fatto
delle frequenze, cioè l'esercizio di impianti senza autorizzazioni e concessioni da parte del maggiore gruppo
privato, al di fuori di ogni logica di incremento del pluralismo, sono state via via dichiarate incostituzionali, e
l'ultima legge di riforma del settore audiovisivo è stata
rinviata alle Camere dal Presidente della Repubblica
perché non conforme ai principi affermati dalla Corte
costituzionale.
Di fronte a questi incontestabili fatti non v'è chi non veda la gravità del rischio di concreta e ripetuta violazione
del diritto fondamentale al pluralismo dell'informazione
che corrono, in Italia, i cittadini europei.
2-464
Calò (ELDR). – Signor Presidente, è sorprendente e
divertente il fatto che molti dati citati, che si mettono in
dubbio e di cui si chiede la prova, sono indicati nel sito
Internet di Mediaset. Ma è possibile che Mediaset menta? D'altra parte, i fatti che ci sono stati presentati e che
riguardano i rischi per la libertà di informazione in Italia
sono così evidenti e gravi che ribadirli sarebbe inutile.
Desidero, invece, commentarli con alcune riflessioni.
Non si sbaglia affermando che, nel mio paese, esiste
ancora la libertà di espressione, ma si è fortemente contratto lo spazio della libertà di informazione. Si assiste
infatti ad un fenomeno che, in questi giorni, sta pericolosamente espandendosi. In Italia, la mancanza di pluralità
dell'informazione sta diventando, oggi, mancanza di
informazione tout court, e perfino il processo che riguarda un parlamentare europeo, imputato in un procedimento penale per il reato di collusione mafiosa, passa
sotto silenzio nei media. La ripetitività e la frequenza
delle violazioni sono, poi, tali da far pensare ad un sistema chiuso e autoriferito che, con tenacia, persegue
quegli obiettivi antidemocratici che erano alla base del
piano di rinascita di Licio Gelli e della sua loggia massonica deviata, la P2, alla quale il Cavalier Berlusconi
era iscritto con la tessera numero 1816.
Quale spazio avrebbero, in un altro paese europeo, le
notizie di un processo per mafia che coinvolgesse il
braccio destro del Premier, cofondatore del suo partito?
Una legge per risolvere il devastante conflitto di interessi del Presidente del Consiglio italiano - e, a cascata, di
molti dei suoi ministri - è oggi assolutamente indispensabile. Sotto gli occhi di tutti è, poi, l'ostruzionismo che
in questi giorni è stato messo in atto contro la relazione
Boogerd-Quaak. Si vuole impedire che sia discussa in
questa legislatura per non mettere sotto accusa un sistema informativo destinato a produrre solo consenso per
chi lo possiede o lo controlla.
Non è mai piacevole parlar male del proprio paese, ma il
risvolto più negativo è rappresentato dai fatti che avvengono in Italia. Contro di essi dobbiamo levare forte e
chiara la nostra voce di riprovazione e di denuncia.
2-465
Di Lello Finuoli (GUE/NGL). – Signor Presidente,
siamo finalmente arrivati alla discussione in Aula della
23
relazione della collega Boogerd-Quaak: una relazione
eccellente, che nasce dalla preoccupazione - condivisa
dalla stragrande maggioranza del Parlamento - per la
libertà di informazione e di espressione nell'Unione europea.
Certo, avremmo preferito che in questi cinque anni si
fosse mossa la Commissione esecutiva con una specifica
proposta di direttiva. La situazione, infatti, si fa sempre
più preoccupante in tutti i paesi dell'Unione, a seguito di
massicce concentrazioni dei mezzi di informazione e di
tentativi sempre più palesi dei governi di orientare, dominare e utilizzare i mezzi di informazione al fine di
mantenere e rafforzare il proprio potere.
Il cattivo esempio italiano, però, è quello che più ci
preoccupa, sia per i danni che ha prodotto alla libertà di
informazione sia per il modello che offre agli altri paesi
europei. L'Europa non può continuare a tacere di fronte
allo scandalo di un Presidente del Consiglio che è proprietario delle tre reti televisive private, è proprietario
della più grande società di raccolta della pubblicità televisiva, controlla le tre reti pubbliche e, al comando di
queste ultime, mette tutti i suoi simpatizzanti politici,
annunciando perfino pubblicamente il licenziamento di
giornalisti come Enzo Biagi e Michele Santoro, a lui
sgraditi.
In questa Europa sempre più neoliberista e antidemocratica, nella quale il potere mediatico gioca un ruolo funzionale al pensiero unico, alle guerre, allo smantellamento dello Stato sociale, è necessario dare un segnale
di svolta o, quantomeno, di ripensamento.
La relazione Boogerd-Quaak nel campo dei media va in
questa direzione e, pertanto, avrà il voto favorevole del
nostro gruppo, la Sinistra confederale europea/Sinistra
verde nordica.
2-466
Frassoni (Verts/ALE). – Signor Presidente, in questa
relazione si vogliono realizzare tre obiettivi: il primo è
quello di ribadire, ancora una volta, che la maggioranza
di questo Parlamento ritiene che occuparsi di libertà di
espressione dei media stia perfettamente all'interno della
competenza dell'Unione europea, e che quindi sia necessario agire giacché questa questione potrebbe diventare
un vero problema - un rischio, appunto - per la democrazia.
Questo tema non è nuovo. Questa volta è stato trattato in
modo più specifico ed elaborato, più sostanziato da
esempi, ma non è molto diverso da quello che il Parlamento aveva unanimemente votato qualche tempo fa,
quando aveva chiesto alla Commissione di attivarsi.
Questa attivazione non c'è mai stata, e mi piacerebbe
saperne i motivi, se lei li conosce, Commissario Patten.
Il secondo obiettivo è quello di portare alcuni esempi
concreti di questi rischi, che sicuramente esistono in vari
paesi, ma che trovano in Italia una dimostrazione assolutamente flagrante, che risiede semplicemente nella
concentrazione del potere politico, mediatico ed econo-
24
mico in una sola persona, cosa che - da un punto di vista
politico, culturale e legislativo - sarebbe praticamente
impossibile in qualsiasi altra democrazia occidentale.
Il terzo punto che mi interessa sottolineare di questa relazione sono le raccomandazioni che vengono fatte. Sono raccomandazioni che vengono fatte ai paesi, e in particolare all'Italia - non molto diverse, peraltro, dalle conclusioni del rapporto citato dal collega Santini, cioè la
risoluzione del conflitto di interessi e la risoluzione, anche, della concentrazione in due soggetti del potere mediatico in Italia - nonché, e lo ripeto ancora una volta
perché mi sembra particolarmente importante, la richiesta alla Commissione di attivarsi per legiferare su questo
tema.
Ripeto la mia domanda al Commissario Patten: vorrei
sapere che cosa ha fatto la Commissione di questa richiesta e che cosa farà, visto che questo testo verrà sicuramente adottato.
2-467
Angelilli (UEN). – Signor Presidente, nonostante l'apparenza, cioè circa duecento emendamenti che ho presentato in commissione, in realtà questo dibattito non mi
appassiona affatto; anzi, in qualche modo mi deprime,
perché sin dall'inizio l'oggetto del dibattito non è stato
certo il pluralismo e la libertà d'informazione in Europa,
bensì un semplice attacco del tutto ideologico e pretestuoso. Trovo deprimente che certa sinistra italiana, accecata dalla necessità di mettere sotto accusa il Presidente del Consiglio italiano, e quindi il governo tutto che, mi piace ricordare, è stato democraticamente eletto
a maggioranza - architetti e consenta una relazione inquisitoria, come questa, dedicata, com'è scritto nel titolo,
"particolarmente all'Italia", con l'unico scopo di screditare l'Italia stessa. Non accetto la spregiudicatezza né il
finto moralismo di questa sorta di continua crociata antitaliana, supportata anche da certi deputati della sinistra
europea, noti prima per aver insultato l'Italia durante il
semestre italiano, ancor più noti dopo perché, sospettati
dai loro stessi compagni di partito, hanno apposto firme
false nel registro delle presenze. Non accetto lezioni di
moralismo da chi non ha ancora avuto il coraggio di
mettere sotto accusa, realmente, la Commissione europea per l'ignobile scandalo di Eurostat.
Mi piacerebbe, in conclusione, che questa sinistra italiana ed europea trovasse il tempo, e soprattutto il coraggio, di dedicare una relazione altrettanto attenta al conflitto di interessi di Romano Prodi, che nei ritagli di
tempo fa il Presidente della Commissione europea e
fulltime il leader dell'Ulivo in Italia, e che, pur di far
politica rigorosamente contro l'Italia, ha finito, nostro
malgrado, per indebolire e danneggiare anche l'immagine stessa della Commissione europea.
(Applausi)
2-468
Der Präsident. - Frau Kollegin Angelilli, ich lege als
Sitzungspräsident wert auf die Feststellung, dass es keinen belegten Fall gibt, wo ein Abgeordneter dieses Hauses oder ein Beobachter sich mit einer falschen Unter-
20-04-2004
schrift eingetragen hat. Das bin ich den Kollegen hier im
Hause schuldig, dass ich das feststelle.
2-469
Napoletano (PSE). – Intervengo per fatto personale,
signor Presidente. Ho sentito che, nel suo intervento, la
collega Angelilli si riferiva ad alcuni colleghi, di cui non
ha fatto il nome, e ha dichiarato che queste persone
mettono firme false sul registro del Parlamento europeo.
Vorrei che lei, Presidente, si facesse dire dalla signora a
chi si riferisce - nome e cognome - e che le chieda di
portare le prove della dichiarazione effettuata in quest'Aula.
Questo non è accettabile. Già il Presidente Cox ha avuto
modo di dichiarare chiaramente qual è la posizione e
quali sono i diritti dei parlamentari che lavorano in quest'Aula. Questa cosa, Presidente, non si può accettare.
Chiedo alla collega di fare i nomi.
2-470
Der Präsident. - Ich habe das Notwendige dazu gesagt,
und ich lasse jetzt angesichts der fortgeschrittenen Zeit
keine weitere Debatte darüber zu.
2-471
Dillen (NI). – Voorzitter, collega's, in tegenstelling tot
nogal wat andere niet-Italiaanse collega's in de commissie die niet toevallig tot de immer moraliserende linkerzijde behoren, wens ik mij niet te bemoeien met de interne aangelegenheden van een soeverein lid van de
Unie en wens ik geen holle beschuldigingen aan het
adres van zijn legitieme regering te uiten.
Als Vlaming kan ik alleen maar vaststellen met welke
hypocrisie de kampioenen van de selectieve verontwaardiging opnieuw menen de Italiaanse regering lessen in
democratie te moeten geven. De rapporteur heeft hun
vandaag echter het voorbeeld gegeven en daarom zou ik
haar dringend de raad willen geven eens wat onderzoek
te verrichten naar de wijze waarop de oppositie in mijn
land, België, door de openbare omroep systematisch
wordt geboycot. De verslaggever zou kunnen ontdekken
hoe de eerste minister van mijn land een hoofdredacteur
onder druk zet om positief over de regering te berichten.
Zij zou kunnen ontdekken hoe de openbare omroep in
een soort Pravda-achtige slaafsheid enkel nog dient om
de vedettecultus van die eerste minister te waarborgen.
Zij zou kunnen merken hoe de minister van Buitenlandse Zaken onlangs nog heeft geprobeerd de uitzending
van een documentaire over de misdaden van België en
het vorstenhuis in de voormalige kolonie Congo te verhinderen. Zij zou kunnen noteren, ten slotte, hoe mijn
partij, het Vlaams Blok, dat 18% van de kiezers vertegenwoordigt, door een vet gesubsidieerde overheidsinstelling voor de rechter wordt gedaagd omwille van een
zuiver opiniedelict. Dat zijn pas schendingen van de
opinievrijheid. Ik vind ze evenwel niet terug in dit verslag. Dit is dan ook geen evenwichtig verslag dat oprecht is bekommerd over eventuele tekortkomingen binnen de Unie op het gebied van de vrijheid van meningsuiting. Dit verslag is een intimidatiepoging van links, dat
maar niet kan verkroppen dat de Italiaanse kiezer politiek niet correct blijkt te hebben gestemd.
20-04-2004
2-472
Terrón i Cusí (PSE). – Señor Presidente, si se me permite, me gustaría decir algunas palabras sobre este tema,
aunque no pertenezca a la izquierda italiana, porque, al
igual que muchos diputados de otras nacionalidades y de
otros Grupos, como la Sra. Boogerd-Quaak, me he preocupado por este asunto.
La Carta de Derechos Fundamentales afirma que la pluralidad es un elemento indispensable para el funcionamiento democrático. Lo que ha recogido esta Cámara es
un creciente malestar innegable entre amplios sectores
de los profesionales de la información y entre amplios
sectores de ciudadanos en relación a la información que
reciben a través de los medios de comunicación.
La concentración de los medios privados en pocas manos y el mal uso de los medios de comunicación públicos por parte del poder, por parte de los gobiernos, son
las dos preocupaciones centrales en este terreno. Y qué
decir, cuando ambas preocupaciones van unidas, o cuando una posición política y un interés empresarial mediático coinciden.
La normativa comunitaria, señor Presidente, debería
tener en cuenta esta necesidad de pluralidad y debería
tener instrumentos para defenderla de forma activa. Esto
es lo que esta Cámara propone en el informe de la Sra.
Boogerd-Quaak, a quien agradezco su esfuerzo y paciencia.
Señor Presidente, creo que la Comisión y los Estados
miembros deberían estudiar estas propuestas y hacerlas
propias o, por lo menos, decirnos qué opinan sobre ellas.
Creo que esto sería bien recibido por esta Cámara y por
los ciudadanos.
Me parece, señor Presidente, que la Comisión de Libertades y Derechos de los Ciudadanos, Justicia y Asuntos
Interiores, hasta el día que votó este informe en comisión, votó y trabajó como estos últimos 5 años, es decir,
de una manera razonable y sensata, escuchando -cosa
que parece que no es común hoy en esta Cámara-, escuchando los unos las razones de los otros.
Esta va a ser mi última intervención en este Pleno, porque no voy a volver por voluntad propia al Pleno que
viene y quiero agradecer al Presidente de la comisión,
Jorge Hernández Mollar, la manera como ha conducido
la comisión hasta hoy y también en este asunto dificilísimo.
No quiero acabar, volviendo a lo que nos ocupa, sin decir -y es el fondo de la cuestión- que los ciudadanos,
señor Presidente, -y lo han demostrado en los últimos
días en mi país, en España-, cuando creen que la información los somete a una manipulación intolerable, reaccionan. Por lo tanto, soy optimista en este tema. Espero
que las instituciones estén a la altura de lo que los ciudadanos esperan de nosotros.
2-473
Manisco (GUE/NGL). – Mr President, let me speak in
English to spare the interpreters.
25
I can only be dismayed and also somewhat amused by
the very odd performance in this House by my honourable colleagues in the Berlusconi group. There are very
serious parliamentarians - grave to the point of sounding
ponderous - like Mr Podestà, who is also Vice-President
of this House, suddenly behaving as if they have gone
into a rhetorical spasm, with Mr Tajani transformed into
the Incredible Hulk and many other respected Members
of this House beating their chests like King Kong.
What has happened? Obviously, the gentleman in Rome
has issued some very precise orders to his group, which
he is quite entitled to do, and the order is to stop the report by Mrs Boogerd-Quaak at any cost. Filibustering is
more than understandable and more than justified, even
as some acceptable form of obstructionism; but I wonder
whether we have not gone too far, beyond the rules and
traditions of this House, with these continuous attempts and we will see many more before tomorrow, because
rumours circulate very fast in this House - to postpone
consideration of this report and take it off the agenda.
Let me say that I disapprove of this behaviour - not because I belong to a nostalgic Communist group or am a
Bolshevik, as I have been called, but because I still respect this House, its traditions, its standards and its rules.
2-474
Morera i Catalá (Verts/ALE). – Señor Presidente, creo
que el debate al que estamos asistiendo no es un debate
únicamente italiano. Yo soy valenciano e, históricamente, los valencianos tenemos mucha relación con los
italianos –de hecho dos Papas (Calixto III y Roderic de
Borja) fueron Papas en Italia durante el Renacimiento–,
pero creo que es un tema fundamental y europeo y son
de agradecer las intervenciones del Comisario Patten y
de la ponente Boogerd-Quaak.
Creo que, a través de la subsidiariedad y también de la
iniciativa de la Comisión, habría que regular y actuar
sobre la articulación del pluralismo, los medios y, sobre
todo, la neutralidad.
Vengo de una región europea –el País Valenciano– donde la neutralidad no se ha visto en un medio de comunicación público. No hablo ya de Televisión Española,
caso flagrante, sino de Canal Nou, televisión valenciana,
que es un ejemplo de manual de cómo se utiliza de forma partidista una televisión pública. La neutralidad no
supone ser ni partidista, ni objeto de utilización gubernamental, de manipulación informativa o de uso por
parte de un partido político en el caso de un medio de
comunicación público, como ha sido el caso de la televisión valenciana. Por eso creo que, a través de las iniciativas de la Comisión, se tendrían que llevar adelante
iniciativas para regular, para que haya consejos asesores.
En ese sentido, envidiamos modelos de televisión pública como la BBC y nos gustaría, como valencianos, que
tanto Televisión Española como Canal Nou, nuestra
televisión valenciana, fueran neutrales y, en un futuro,
pudiéramos disponer de una televisión neutral que diese
cabida a todos los partidos. Un partido como el mío, que
es la tercera fuerza política municipal en nuestro país, no
26
tiene presencia en nuestra televisión y creo que éste es
un asunto fundamental para la construcción europea.
2-475
Segni (UEN). – Signor Presidente, nel prendere la parola a titolo personale e nel parlare in italiano - perché
non ho la padronanza dell'inglese dell'onorevole Manisco - voglio dire che il tema del pluralismo dell'informazione è un tema europeo, e le parole del Commissario
Patten l'hanno profondamente sottolineato. Ma proprio
questo, signor Commissario, dimostra che grande latitante in questo dibattito è la Commissione europea.
Da due anni il Parlamento europeo ha invitato, per due
volte, la Commissione ad elaborare una proposta di direttiva, e questo non è stato fatto. Questo non è un tema
né di destra né di sinistra, ed è riduttivo pensare che si
applichi solo all'Italia. In questo Parlamento il tema è
stato portato da una risoluzione firmata, assieme a me,
da altri trentun parlamentari del gruppo del Partito popolare europeo o dei gruppi di destra, perché è molto più
profondo dell'Italia e riguarda un bene che è di tutta l'Europa e di ogni civiltà.
Certo, in Italia il tema ha superato il livello di guardia. A
una televisione pubblica che non è mai sfuggita al controllo dei partiti si aggiunge una televisione privata totalmente in mano politica del governo. Questo, purtroppo, è grave, e in questo la relazione ha ragione. Io voterò
a favore, signor Presidente.
2-476
Borghezio (NI). – Signor Presidente, l'Italia non è il
Qatar e neanche una repubblica sudamericana. Non è
vero quello che è scritto in questa indecente relazione,
che la relatrice avrebbe potuto fondare, per esempio, sui
dati di un istituto indipendente, come l'Osservatorio di
Pavia. Ma la relatrice ha preferito ignorare molte cose:
ignora persino quello che è avvenuto a pochi passi dal
Parlamento europeo al giornalista Tillach. Non ne leggiamo parola.
Non sono Al-Jazeera né il TG1, né i telegiornali di Canale 5, i telegiornali di proprietà di Berlusconi o quelli
che - dice - sono controllati dal governo italiano, anche
se, tutte le sere, fino a qualche sera fa, vedendo un'elegante signora rossa che chiamava "resistenti" i guerriglieri mujaheddin e "resistenza" gli attacchi agli occidentali, si poteva pensare anche quello. Non è AlJazeera il sistema delle televisioni pubbliche e private
del nostro paese, nelle quali pascolano, a centinaia di
milioni di compenso, giornalisti di sinistra, mentre i
quotidiani dell'estrema sinistra - che sparano a zero contro il governo - prendono i soldi dal governo. Vorrei
sapere se Libération, in Francia, prende i soldi dal signor
Raffarin. In Italia è così.
C'è ampia libertà di opinione e, per quanto riguarda le
persecuzioni in Francia ai giornalisti per le cause di diffamazione, beh, qualche parolina sulle cattive abitudini
della magistratura italiana di perseguitare chi esprime
liberamente le proprie opinioni poteva proprio scriverla.
Insomma: una penosa relazione, che fa vergogna a questo Parlamento!
20-04-2004
2-477
Fiori (PPE-DE). – Cara collega Boogerd-Quaak, il bello
della democrazia è poter avere, su uno stesso soggetto,
idee completamente diverse. Infatti, rispetto a questa
relazione sono profondamente deluso ed amareggiato,
sia sotto l'aspetto tecnico che sotto l'aspetto politico.
Sotto l'aspetto della tecnica giuridica rappresenta quasi
un abuso della procedura parlamentare: cita fatti e persone spesso a sproposito, senza alcuna prova a sostegno
delle gravi affermazioni che descrive; utilizza soggetti
terzi come fonte autentica d'informazione senza aver
espletato una corretta procedura di assegnazione d'incarico, come da Regolamento; dà valutazioni gravi su paesi che ancora devono divenire soggetti attivi della nostra
Istituzione senza prove a sostegno; non tiene in adeguato
conto le valutazioni espresse dalle competenti commissioni per parere; vìola un criterio base della nostra attività giuridica, la sussidiarietà, soprattutto per gli aspetti
legislativi; arriva a censurare parlamenti nazionali; e
potrei continuare in un lungo elenco. E' una relazione
talmente malcostruita che lo stesso Presidente del Parlamento, Pat Cox, in risposta ad una lettera dell'onorevole Podestà, afferma che, anche se ricevibili, alcune
parti del testo necessitano modifiche in modo da rispettare pienamente la pratica parlamentare e le nostre regole interne.
Sotto il profilo politico, purtroppo, tutto questo passa in
secondo piano, rispetto alla volontà dello scontro politico fondato sulla calunnia, e questo per me, parlamentare
che ama la politica e la ritiene strumento insostituibile
per costruire una società migliore, è il fatto veramente
grave. Relazioni come questa e l'utilizzo delle Istituzioni
come strumento a fini elettorali colpiscono al cuore la
nostra Istituzione.
Questa Istituzione ha una sua dignità e una credibilità
costruita in anni di duro lavoro, di coerenza e serietà
nelle posizioni assunte. Divenire il teatro di dispute nazionali a scopo elettoralistico danneggia mortalmente il
futuro di questa Istituzione e ne mina le fondamenta e la
credibilità presso i cittadini europei.
2-478
Der Präsident. - Die Aussprache ist geschlossen.
Die Abstimmung findet am Donnerstag um 12.00 Uhr
statt.
2-479
Sellado sistemático de los documentos de viaje de los
nacionales de terceros países
Stempling af rejsedokumenter
Schengener Übereinkommen: Abstempeln der Reisedokumente von Drittausländern
Συστηµατική σφράγιση των ταξιδιωτικών εγγράφων
των υπηκόων τρίτων χωρών
Stamping of travel documents
Compostage des documents de voyage des ressortissants de pays tiers
20-04-2004
Timbratura dei documenti di viaggio dei cittadini di
paesi terzi
Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen
van derde landen
Aposição de carimbo nos documentos de viagem dos
nacionais de países terceiros
Kolmansien maiden kansalaisten matkustusasiakirjojen leimaaminen
Stämpling av tredjelandsmedborgares resehandlingar då medlemsstaternas yttre gränser passeras
2-480
Der Präsident. - Nach der Tagesordnung folgt der Bericht (A5-0229/2004) von Frau Angelilli im Namen des
Ausschusses für die Freiheiten und Rechte der Bürger,
Justiz und innere Angelegenheiten über den Vorschlag
für eine Verordnung des Rates [KOM(2003) 664 - C50580/2003 - 2003/0258(CNS)] zur Verpflichtung der
zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten zum systematischen Abstempeln der Reisedokumente von Drittausländern beim Überschreiten der Außengrenzen der
Mitgliedstaaten und zur diesbezüglichen Änderung des
Schengener Durchführungsübereinkommens und des
Gemeinsamen Handbuchs.
2-481
Patten, Commission. - Mr President, I am only sorry
that the House is melting away as we come to these important issues, but perhaps for the next few moments I
will not find myself trapped between these passions as I
have been recently! Let me come to calmer matters.
In February 2003, in response to the conclusions of the
December 2002 Justice and Home Affairs Council, the
Commission presented a package of practical measures
which seek to alleviate legal inconsistencies and practical difficulties in relation to the stamping of third country nationals' travel documents at the external borders of
the Member States. In November 2003 the Commission
presented a proposal for a regulation which seeks first to
impose an obligation on the Member States to stamp
such travel documents systematically; secondly, to lay
down the conditions in which the absence of an entry
stamp may constitute prima facie evidence that the individual has overstayed in the Member State's territory;
and thirdly to ensure that the checks on individuals at
external borders are only relaxed in exceptional and unforeseen circumstances.
The obligation on the Member States' authorities to
stamp the travel documents of third country nationals
systematically will make it possible to use the lack of an
entry stamp as prima facie evidence of an illegal stay.
This presumption of illegality may be challenged by any
other evidence that the third country national may be
able to produce.
To allow Member States time to put in place the necessary practical arrangements for implementation, the
regulation will not come into effect until 1 May this
year. On this date many of the practical implementation
27
challenges will, in our judgment, cease to exist because
enlargement will mean that the travel documents of citizens of the new Member States will no longer need to be
stamped. I hope that those honourable Members who
have delayed bedtime to listen to these remarks will find
them helpful and I look forward to listening to the debate.
2-482
Angelilli (UEN), relatore. – Signor Presidente, voglio
innanzitutto ringraziare i miei colleghi per aver arricchito con i loro emendamenti questa proposta: una proposta di regolamento del Consiglio che stabilisce l'obbligo, per le autorità competenti degli Stati membri, di
procedere all'apposizione sistematica di timbri sui documenti di viaggio dei cittadini dei paesi terzi al momento dell'attraversamento delle frontiere esterne degli
Stati membri. Questo provvedimento modifica a tal fine
la convenzione d'applicazione dell'accordo di Schengen
e il cosiddetto Manuale comune.
Apparentemente sembrerebbe un provvedimento solo
burocratico; in realtà mira a garantire, in vista del prossimo, imminente allargamento, in vista quindi dell'enorme estensione delle frontiere esterne dell'Unione
europea, una gestione più razionale dell'attraversamento
delle frontiere stesse, soprattutto al fine di garantire
l'immigrazione legale e di scoraggiare e contrastare efficacemente l'immigrazione clandestina ed i fenomeni
criminali ad essa legati. L'obiettivo, quindi, in vista della
completa abolizione dei controlli alle frontiere interne
degli Stati membri, è quello di trasferire questi controlli
alle frontiere esterne, rafforzando la cooperazione giudiziaria, doganale e di polizia con misure per così dire
compensatorie che possono garantire la sicurezza nel
territorio dell'Unione europea.
E' importante uno sforzo di razionalizzazione ed armonizzazione dei sistemi di controllo alle frontiere: infatti,
la progressiva realizzazione dello spazio Schengen ha
prodotto in ciascuno Stato membro procedure diverse in
merito ai controlli delle proprie frontiere. Questo ha
avuto ripercussioni negative anche sulle verifiche dell'adempimento delle condizioni del soggiorno, soprattutto di corta durata, dei cittadini dei paesi terzi che si
trovano nel territorio degli Stati membri. La Commissione ha pertanto presentato questa proposta di regolamento del Consiglio proprio al fine di stabilire l'obbligatorietà e regole comuni relative all'apposizione sistematica di un timbro sul documento di riconoscimento di
tali cittadini al momento del controllo all'attraversamento delle frontiere esterne.
E' evidente che si tratta di uno dei tanti strumenti operativi, ma l'apposizione sistematica di un timbro sul documento di viaggio può contribuire efficacemente alla lotta
contro l'immigrazione clandestina.
Vorrei, infine, precisare che questo regolamento è certamente solo un primo passo verso una riforma più completa del sistema, che preveda tra l'altro l'apposizione
sistematica di un timbro - quindi un controllo serio anche all'uscita dal territorio dello spazio Schengen.
28
2-483
Oreja Arburúa (PPE-DE). – Señor Presidente, quisiera
en primer lugar, evidentemente, felicitar a la Comisión
por su propuesta y a la ponente por el trabajo que ha
realizado, tanto desde el punto de vista técnico como de
colaboración con otros colegas, ya que ha permitido que
incorporáramos algunas de nuestras propuestas a su informe.
No cabe duda de que la ampliación del espacio de la
Unión Europea supone un nuevo paso en la gestión de
las fronteras exteriores. La Unión Europea es un proyecto ambicioso y abierto de integración que ya ha traspasado los meros fines económicos conforme ha ido
ampliando sus objetivos y, en la medida en que los Estados miembros le han atribuido cada vez más competencias, ha aumentado también sus desafíos.
Desde el año de 1995, cuando se adoptó el Convenio de
Schengen, ha habido una creciente voluntad de suprimir
fronteras y barreras entre los Estados suscritos al mismo.
La libre circulación de personas, la inmigración y el
asilo, o la gestión de las fronteras exteriores son políticas
de máxima prioridad y ello se ha observado sin duda en
las conclusiones de algunos Consejos como los de Sevilla, Tampere o Salónica.
Uno de los objetivos de la política comunitaria es el
control de la inmigración para fomentar, por un lado, su
integración y también, por otro, el retorno seguro a los
países de origen cuando se trata de inmigración ilegal.
En este sentido, el control de las fronteras exteriores de
los países suscritos al Convenio de Schengen es vital
para conseguir dichos objetivos.
Si bajo este Reglamento se consigue unificar un sistema
de sellado automático para documentos de viaje de los
nacionales de los terceros países se va a dar coherencia y
simplicidad a los procedimientos relativos a la gestión
de las fronteras exteriores.
Uno de los éxitos de la Unión Europea ha sido sin duda
eliminar barreras a los ciudadanos para moverse libremente por todos los países que la forman sin hacer ningún tipo de distinción. Si queremos mejorar la seguridad
y convertir a la Unión Europea en una zona más segura,
debemos mejorar también el funcionamiento de nuestras
fronteras exteriores y, en particular, de las fronteras
Schengen.
En relación con el informe del Sr. Angelilli, diré que
nuestro Grupo votará a favor de la propuesta y, sin embargo, hemos pedido una votación por separado de la
enmienda 13 porque consideramos que es mejor la propuesta de la Comisión que la de la Comisión de Libertades. Por lo tanto, en ese punto nada más tendremos una
votación por separado y nosotros votaremos en contra.
Considero este Reglamento un paso adelante para controlar la inmigración ilegal y poder avanzar así hacia una
política común de inmigración.
2-484
Der Präsident. - Die Aussprache ist geschlossen.
20-04-2004
Die Abstimmung findet morgen um 12.00 Uhr statt.
Für das Protokoll bedanke ich mich beim Kollegen Podestà, dass er mich für eine Minute vertreten hat.
2-485
Observatorio Europeo de la Droga y las Toxicomanías
Europæisk overvågningscenter for narkotika
Europäische Beobachtungsstelle für Drogen und
Drogensucht
Ευρωπαϊκό Κέντρο Παρακολούθησης Ναρκωτικών
και Τοξικοµανίας
European Monitoring Centre for Drugs and Drug
Addiction
Observatoire européen des drogues et des toxicomanies
Osservatorio europeo delle droghe e delle tossicodipendenze
Europees waarnemingscentrum voor drugs en
drugsverslaving
Observatório Europeu da Droga e da Toxicodependência
Euroopan huumausaineiden ja niiden väärinkäytön
seurantakeskus
Europeiska centrumet för kontroll av narkotika och
narkotikamissbruk
2-486
Der Präsident. - Nach der Tagesordnung folgt der Bericht (A5-0248/2004) von Herrn Ceyhun im Namen des
Ausschusses für die Freiheiten und Rechte der Bürger,
Justiz und innere Angelegenheiten über den Vorschlag
für eine Verordnung des Rates [KOM(2003) 808 - C50060/2004 - 2003/0311(CNS)] über die Europäische
Beobachtungsstelle für Drogen und Drogensucht (Neufassung).
2-487
Patten, Commission. - Mr President, the basic regulation establishing the European Monitoring Centre for
Drugs and Drug addiction has now been in place for ten
years. It has been amended only on an ad hoc basis. The
aim of the proposal was to reform the basic regulation
on the Centre in order to take into account the evolution
in the patterns of drug use, the way in which the Centre
currently operates, the effects of enlargement and the
horizontal measures that the Commission would like to
see applied to agencies in general. The legal basis of the
Centre remains unchanged: it is Article 308.
The main changes from the previous regulation are as
follows. Firstly, there is the strengthened role of the
Centre. The Commission proposes that the Centre
should now be responsible for collecting, recording and
analysing data on emerging trends in multiple drug use,
including the combined use of legal and illegal psychotropic substances. In addition, the Centre will devise
tools and methods for evaluating drug policies and
20-04-2004
strategies implemented in the European Union. The
Centre will also be able to provide technical assistance
to the western Balkans.
Secondly, in order to take account of enlargement, we
have introduced a number of measures enabling the
Centre to operate effectively in an enlarged Europe - for
example the creation of a post of vice-chairman and a
steering committee, and a review of the composition of
the Centre's Scientific Committee. Given that the Scientific Committee is, by definition, a non-political body,
we propose that it should be composed of only 18 experts appointed by the Centre's management board on
the basis of their qualifications.
Thirdly, there is the question of the participation of the
European Parliament in the management board. Given
that Parliament is now the discharge authority for agencies, any potential conflict of interest that could arise
should be avoided. I want to point out that out of the 15
Community agencies only three - the Environment
Agency, the Medicines Agency and the Monitoring
Centre on Racism and Xenophobia - have European
Parliament representatives on their management boards.
The other new element in the Commission proposal is of
a more technical nature, concerning either corrections
related to the consolidation exercise or the updating of
procedures in the new agencies.
To conclude, this proposal introduces simplifications
through consolidation and it should enable the European
Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction to
operate effectively in an enlarged European Union.
2-488
Ceyhun (PSE), Berichterstatter. – Herr Präsident, Herr
Kommissar! Der Herr Kommissar hat eigentlich alles
gesagt, was der Berichterstatter sagen sollte. Ich denke,
wir als Parlament sind uns erst einmal einig, was die
Notwendigkeit einer Neufassung dieser Verordnung
betrifft. Ich glaube, da kann ich einfach nur meinen
Dank an die Kommission, an die Kollegin Malliori, an
die Geschäftsführung der Beobachtungsstelle hier öffentlich aussprechen. Einen Punkt, bei dem wir uns
wahrscheinlich nicht einig sind, obwohl ich davon ausgehe, dass wir den Vorschlag des Berichterstatters morgen wahrscheinlich als Parlamentsentscheidung verabschieden werden, ist die Frage, ob die Mitglieder dieses
Hauses als Mitglieder des Verwaltungsrates tätig sein
dürfen. Die Kommission war dagegen. Sie hat das begründet. Der Ausschuss für die Freiheiten und Rechte
der Bürger, Justiz und innere Angelegenheiten war damit nicht einverstanden. Ich war als Berichterstatter bei
dieser Frage eigentlich offen, aber ich akzeptiere die
Entscheidung des Innenausschusses, der Mehrheit dieses
Gremiums. Der Innenausschuss hat keine Probleme gesehen, was Interessenkonflikte betrifft. Aus diesem
Grund gehe ich davon aus, dass wir diese Beobachtungsstelle wie die anderen drei Agenturen auch so akzeptieren können, und wenn das Parlament glaubt, dass die
Mitglieder für die Arbeit dieses Gremiums eine wichtige
Rolle spielen, dann nehme ich an, dass die Kommission
29
das auch letztendlich als demokratische Entscheidung
dieses Hauses akzeptieren wird.
Letztendlich haben beide Seiten das Ziel, dass demnächst die Arbeit möglichst effektiv gestaltet wird und
diese Beobachtungsstelle letztendlich viel besser funktioniert. Diesem Zweck, denke ich, dient unsere Arbeit,
und in diesem Sinne gehe ich davon aus, dass wir morgen eine vernünftige Entscheidung treffen werden und
die Beobachtungsstelle deutlich gestärkt ihre Arbeit fortsetzen kann.
2-489
Μαλλιώρη (PSE), Εισηγήτρια της γνωµοδότησης της
Επιτροπής Περιβάλλοντος, ∆ηµόσιας Υγείας και
Πολιτικής των Καταναλωτών. – Κύριε Πρόεδρε, κύριε
Επίτροπε, η τροποποίηση του Κανονισµού για τη
λειτουργία του Ευρωπαϊκού Κέντρου Παρακολούθησης
Ναρκωτικών και Τοξικοµανίας κρίνεται απαραίτητη.
Αφενός λόγω της διεύρυνσης και αφετέρου, λόγω των
νέων τάσεων που παρατηρούνται σε νεαρά άτοµα µε την
παράλληλη χρήση νόµιµων, όπως το αλκοόλ, και
παράνοµων ουσιών. Σύµφωνα µε την πρόταση της
Επιτροπής, τα κύρια καθήκοντα του Κέντρου είναι η
συλλογή, η ανάλυση και η επεξεργασία διακρατικών
δεδοµένων σχετικά µε τα προβλήµατα που συνδέονται
µε τα ναρκωτικά. Κρίνω όµως απαραίτητο το Κέντρο να
κινηθεί και προς την κατεύθυνση της αξιολόγησης των
διαφορετικών εθνικών πολιτικών αντί να αποτυπώνει
απλώς τα δεδοµένα. Μόνο έτσι θα παρέχεται στα κράτη
µέλη
η
γνώση
για
τις
καλύτερες
και
αποτελεσµατικότερες πρακτικές στον δύσκολο αυτόν
τοµέα.
Κύριε Πρόεδρε, θεωρώ εξίσου σηµαντικό το ζήτηµα της
εκπροσώπησης του Ευρωπαϊκού Κοινοβουλίου στο
διοικητικό συµβούλιο του Κέντρου, γι’ αυτό προτείνω
να οριστούν δύο µέλη του Κοινοβουλίου ως
εκπρόσωποι, που θα υποβάλλουν τακτικές σχετικές
εκθέσεις στην αρµόδια επιτροπή. Όσον αφορά τον
ορισµό του διευθυντού, η διαδικασία θα πρέπει να είναι
η ίδια µε όλους τους άλλους κοινοτικούς οργανισµούς,
δηλαδή η υποβολή αίτησης. Η δε επιλογή θα πρέπει να
είναι διαφανής και να προσελκύει το ενδιαφέρον όλων
των δυνητικά υποψηφίων. Για όλα τα παραπάνω
υπέβαλα τροπολογίες
που
έγιναν
αποδεκτές.
Κλείνοντας, θα ήθελα να ευχαριστήσω τον εισηγητή για
την εποικοδοµητική του συνεργασία.
2-490
Oostlander (PPE-DE). – Voorzitter, het verslag van
collega Ceyhun gaat over een heel belangrijk thema, het
drugsbeleid, en met name over het agentschap, het
waarnemingscentrum, in Lissabon. Mijn fractie vindt dit
een zeer nuttig instrument, dat haar helpt om haar beleid
op feiten te baseren. Gezien de politisering van al het
spreken over drugs, en vanuit Nederland is deze politisering zeer overtuigend, kunnen wij een dergelijk centrum
echt niet meer missen.
Het centrum heeft, zoals de Commissaris zojuist zei, tot
taak het verzamelen, standaardiseren, analyseren en vergelijken van gegevens. Tot mijn verbazing wordt nu in
een reeks van amendementen gepoogd deze taak uit te
30
breiden tot evaluatie van het beleid van de lidstaten. Dat
is echter niet iets voor een wetenschappelijk-technisch
bureau of een agentschap, dat nog ver van de politiek
afstaat ook. Het maken van deze evaluatie is een opdracht van de politiek en om deze evaluatie te kunnen
maken, moeten wij de middelen aangereikt krijgen door
bijvoorbeeld dit centrum. Volgens mijn fractie is het
onaanvaardbaar als deze politiek wordt vertechniseerd,
als deze politieke taak uit handen wordt gegeven.
Behalve dit kernbezwaar, waar onze stem voor het verslag uiteindelijk van afhangt, hebben wij nog enkele
andere opmerkingen. Wij vinden niet dat er leden van dit
Parlement in de raad van bestuur van het centrum moeten zitten, dat is een staatsrechtelijk monstrum. Een
tweetal door ons aangewezen vertegenwoordigers, nietleden zijnde, zoals nu het geval is, vinden wij een stuk
beter en deze oplossing heeft ook heel goed gefunctioneerd. Wij willen niet dat wij in onze controlerende taak
worden geremd omdat wij zelf in de bestuursraad zitten.
Dat kan helemaal niet. Wij hebben ook niets tegen een
goed contact met de directeur, die ons regelmatig moet
informeren over de gang van zaken in het centrum. Dat
hoeven niet onze vertegenwoordigers te zijn, hoewel wij
hen uiteraard ook ter verantwoording kunnen roepen.
Anders dan de rapporteur vinden wij een gremium zoals
een dagelijks bestuur, dat de vergaderingen van de raad
van bestuur voorbereidt, een goede vondst.
Met dit commentaar volgt de Europese Volkspartij een
al eerder ingeslagen weg. Ik neem aan dat Raad en
Commissie ook inzien dat een politiek mandaat iets anders is dan een ambtelijk mandaat. Met andere amendementen van onze gewaardeerde rapporteur kan mijn
fractie van harte instemmen.
Ten slotte wil ook ik Commissaris Vitorino, onder wie
deze kwestie valt, loven voor de inzet die ik de afgelopen jaren van zijn kant heb mogen ervaren.
2-491
Der Präsident. - Die Aussprache ist geschlossen.
Die Abstimmung findet morgen um 12.00 Uhr statt.1
Der Kollege Ceyhun hat leider Recht behalten, als er
sagte, er kommt nach Mitternacht dran. Mein Ehrgeiz
bei Nachtsitzungen war immer, dass wir pünktlich um
24.00 Uhr fertig sind. Das ist heute nicht ganz gelungen.
Wir sind zehn Minuten über die Zeit, aber ich bedanke
mich beim Herrn Kommissar, der sehr dazu beigetragen
hat, dass es nur zehn Minuten sind. Ich bitte die Dolmetscher in den Kabinen und die Menschen hinter den Kulissen um Verständnis, dass es zehn Minuten länger gedauert hat. Wir haben uns bemüht!
(Die Sitzung wird um 00.12 Uhr geschlossen.)
1
Tagesordnung der nächsten Sitzung: Siehe Protokoll.
20-04-2004
20-04-2004
31
ÍNDICE
SESIÓN DEL MARTES II, 20 DE ABRIL DE 2004.... 3
Aprobación de la gestión 2002 (continuación).............. 3
Acuerdo CE/EE.UU. sobre el tratamiento y la
transferencia de los datos de los expedientes de
los pasajeros ................................................... 13
Libertad de expresión y de información...................... 18
Sellado sistemático de los documentos de viaje de los
nacionales de terceros países ........................... 26
Observatorio Europeo de la Droga y las Toxicomanías28
INDHOLD
MØDET TIRSDAG II, DEN 20. APRIL 2004 ............. 3
Decharge 2002 ............................................................ 3
Aftale EF/USA om PNR-oplysninger......................... 13
Ytrings- og informationsfriheden ............................... 18
Stempling af rejsedokumenter.................................... 26
Europæisk overvågningscenter for narkotika .............. 28
INHALT
SITZUNG AM DIENSTAG II, 20. APRIL 2004.......... 3
Entlastung 2002 (Fortsetzung) ..................................... 3
Abkommen EU/USA: Verarbeitung von
Fluggastdatensätzen ........................................ 13
Freiheit der Meinungsäußerung und Informationsfreiheit
....................................................................... 18
Schengener Übereinkommen: Abstempeln der
Reisedokumente von Drittausländern .............. 26
Europäische Beobachtungsstelle für Drogen und
Drogensucht ................................................... 28
ΠΕΡΙΕΧΟΜΕΝΑ
ΣΥΝΕ∆ΡΙΑΣΗ ΤΗΣ ΤΡΙΤΗΣ (II) 20 ΑΠΡΙΛΙΟΥ 20043
Απαλλαγές 2002 (συνέχεια)......................................... 3
Συµφωνία ΕΚ/ΗΠΑ σχετικά µε τη διαβίβαση
προσωπικών δεδοµένων επιβατών................... 13
Ελευθερία έκφρασης και ενηµέρωσης ........................ 18
Συστηµατική σφράγιση των ταξιδιωτικών εγγράφων των
υπηκόων τρίτων χωρών................................... 26
Ευρωπαϊκό Κέντρο Παρακολούθησης Ναρκωτικών και
Τοξικοµανίας.................................................. 28
CONTENTS
SITTING OF TUESDAY II, 20 APRIL 2004............... 3
2002 discharges (continuation)..................................... 3
EC-USA agreement on PNR ...................................... 13
Freedom of expression and information...................... 18
Stamping of travel documents.................................... 26
European Monitoring Centre for Drugs and Drug
Addiction........................................................ 28
SOMMAIRE
SÉANCE DU MARDI II, 20 AVRIL 2004................... 3
Décharges 2002 (suite) ................................................ 3
Accord CE/USA sur les données PNR........................ 13
Liberté d'expression et d'information.......................... 18
Compostage des documents de voyage des ressortissants
de pays tiers.................................................... 26
Observatoire européen des drogues et des toxicomanies
....................................................................... 28
INDICE
SEDUTA DI MARTEDI' II 20 APRILE 2004.............. 3
Discarichi 2002 (proseguimento) ................................. 3
Accordo CE/USA sui dati PNR.................................. 13
Libertà di espressione e di informazione .................... 18
Timbratura dei documenti di viaggio dei cittadini di
paesi terzi ....................................................... 27
Osservatorio europeo delle droghe e delle
tossicodipendenze........................................... 28
INHOUD
VERGADERING VAN DINSDAG II, 20 APRIL 2004 3
Kwijtingen 2002 (voortzetting).................................... 3
Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens ................ 13
Vrijheid van meningsuiting en informatie .................. 18
Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van
derde landen ................................................... 27
Europees waarnemingscentrum voor drugs en
drugsverslaving .............................................. 28
INDICE
SESSÃO DE TERÇA-FEIRA II, 20 DE ABRIL DE
2004 ................................................................. 3
Quitações 2002 (continuação)...................................... 3
Acordo CE-EUA sobre dados PNR............................ 13
Liberdade de expressão e de informação .................... 18
Aposição de carimbo nos documentos de viagem dos
nacionais de países terceiros............................ 27
Observatório Europeu da Droga e da Toxicodependência
....................................................................... 28
SISÄLTÖ
ISTUNTO II TIISTAINA 20. HUHTIKUUTA 2004.... 3
Vastuuvapaus 2002 (jatkoa)......................................... 3
PNR-tietoja koskeva sopimus EY/Yhdysvallat ........... 13
Sananvapaus ja tiedonvälityksen vapaus .................... 18
Kolmansien maiden kansalaisten matkustusasiakirjojen
leimaaminen ................................................... 27
Euroopan huumausaineiden ja niiden väärinkäytön
seurantakeskus................................................ 28
INNEHÅLL
SAMMANTRÄDET TISDAGEN (II) DEN 20 APRIL
2004 ................................................................. 3
Ansvarsfrihet 2002 (fortsättning) ................................. 3
Avtal mellan EG och USA om behandling och
överföring av passageraruppgifter ................... 13
Yttrande- och informationsfriheten ............................ 18
Stämpling av tredjelandsmedborgares resehandlingar då
medlemsstaternas yttre gränser passeras .......... 27
Europeiska centrumet för kontroll av narkotika och
narkotikamissbruk .......................................... 28
EDICIÓN PROVISIONAL
La presente edición contiene todas las
intervenciones en la lengua usada por el orador.
La edición definitiva en cada una de las lenguas
oficiales será publicada posteriormente.
Las correcciones que los oradores deseen
efectuar en el texto de su intervención deben ser
enviadas a la División de Actos de la Sesión
Plenaria lo antes posible. Los textos corregidos
que no hayan podido ser enviados a la citada
división antes del fin del período parcial de
sesiones deberán enviarse a la dirección que
figura en la última página.
FORELØBIG UDGAVE
Denne udgave indeholder samtlige taler på det af
taleren anvendte sprog. En endelig udgave på
hvert af de officielle sprog offentliggøres
senere.
Afdelingen for Plenarmødedokumenter bør så
hurtigt som muligt underrettes om de ændringer,
som talerne måtte ønske at foretage i deres
indlæg. De rettede tekster, der ikke har kunnet
afleveres direkte til denne afdeling inden
mødeperiodens afslutning, bedes sendt til den på
bagsiden anførte adresse.
VORLÄUFIGE AUSGABE
Diese Ausgabe enthält alle Reden in der vom
Redner verwendeten Sprache. Eine endgültige
Ausgabe in jeder der Amtssprachen wird später
veröffentlicht.
Etwaige Korrekturen, die die Redner am Text ihrer
Reden vorzunehmen wünschen, sollten so rasch
wie möglich der Abteilung Parlamentarische Akte
mitgeteilt werden. Korrigierte Texte, die nicht bis
zum Ende der Tagung unmittelbar dieser Abteilung
zugeleitet werden können, sind an die auf der
Rückseite angegebene Adresse zu senden.
¶ƒ√™øƒπ¡∏ ∂∫¢√™∏
∏ ·ÚÔ‡Û· ¤Î‰ÔÛË ÂÚȤ¯ÂÈ Ù· ÚˆÙfiÙ˘· fiψv
Ùˆv ·ÁÔÚ‡Ûˆv. ∏ ÙÂÏÈ΋ ¤Î‰ÔÛË Û ηıÂÌ›·
·fi ÙȘ Â›ÛË̘ ÁÏÒÛÛ˜ ı· ‰ËÌÔÛÈ¢ı›
·ÚÁfiÙÂÚ·.
√È ·ÁÔÚËÙ¤˜ Ô˘ ÂÈı˘ÌÔ‡v v· ÂÈʤÚÔ˘v
‰ÈÔÚıÒÛÂȘ ÛÙȘ ·ÁÔÚ‡ÛÂȘ ÙÔ˘˜ ηÏÔ‡vÙ·È v·
ÙȘ ‰È·‚È‚¿ÛÔ˘v ÛÙÔ ∆Ì‹Ì· ∫ÔÈvÔ‚Ô˘Ï¢ÙÈÎÒv
¶Ú¿Íˆv √ÏÔ̤ÏÂÈ·˜ ÙÔ Û˘vÙÔÌfiÙÂÚÔ ‰˘v·Ùfi.
∆· ‰ÈÔÚıˆÌ¤v· ΛÌÂv· Ô˘ ‰Â ı· ‹Ù·v ‰˘v·Ùfi
v· ‰È·‚È‚·ÛıÔ‡v ·¢ı›·˜ ÛÙËv ·ÚÌfi‰È·
˘ËÚÂÛ›· ÚÈv ·fi ÙÔ Ù¤ÏÔ˜ Ù˘ ÂÚÈfi‰Ô˘
Û˘vfi‰Ô˘ ı· Ú¤ÂÈ v· ·ÔÛÙ·ÏÔ‡v ÛÙË
‰È‡ı˘vÛË Ô˘ ·v·ÁÚ¿ÊÂÙ·È ÛÙÔ ÔÈÛıfiÊ˘ÏÏÔ.
PROVISIONAL EDITION
This edition contains the original texts of all
speeches. A final edition in each of the official
languages will be published later.
Speakers wishing to correct their speeches are
requested to transmit the revised versions to the
Parliamentary Acts Division as soon as possible.
Corrected speeches which could not be handed in
direct to the above-mentioned division before the
end of the part-session should be sent to the
address shown on the back cover.
EDITION PROVISOIRE
Dans la présente édition, chaque intervention
figure dans la langue utilisée par l’orateur. Une
édition définitive dans chacune des
langues officielles sera publiée
ultérieurement.
Les orateurs qui désirent voir apporter des
corrections au texte de leur intervention sont priés
de transmettre celles-ci à la division des Actes de
la Séance plénière le plus rapidement possible.
Les textes corrigés qui n’auraient pu être remis
directement avant la fin de la période de session,
au service indiqué, doivent être envoyés à
l’adresse figurant en dernière page.
Lista de las siglas que siguen a los nombres de los oradores
PPE-DE
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
Liste over de forkortelser, som anvendes efter talerens navn
PPE-DE
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
NI
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
EN
Group of the European People’s Party (Christian Democrats) and
European Democrats
Group of the Party of European Socialists
Group of the European Liberal, Democrat and Reform Party
Group of the Greens/European Free Alliance
Confederal Group of the European United Left/Nordic Green Left
Union for Europe of the Nations Group EDD Group for a Europe of
Democracies and Diversities
Non-attached
Liste des sigles suivant les noms des orateurs
PPE-DE
EL
√Ì¿‰· Ùo˘ ∂˘Úˆ·˚Îo‡ §·˚Îo‡ ∫fiÌÌ·Ùo˜
(ÃÚÈÛÙÈ·vo‰ËÌoÎÚ¿Ù˜) Î·È Ùˆv ∂˘Úˆ·›ˆv ¢ËÌoÎÚ·ÙÒv
√Ì¿‰· ÙÔ˘ ∂˘Úˆ·˚ÎÔ‡ ™ÔÛÈ·ÏÈÛÙÈÎÔ‡ ∫fiÌÌ·ÙÔ˜
√Ì¿‰· ÙÔ˘ ∂˘Úˆ·˚ÎÔ‡ ∫fiÌÌ·ÙÔ˜ Ùˆv ºÈÏÂÏ¢ı¤Úˆv ¢ËÌÔÎÚ·ÙÒv ηÈ
ªÂÙ·ÚÚ˘ıÌÈÛÙÒv
√Ì¿‰· Ùˆv ¶Ú·Û›vˆv / ∂˘Úˆ·˚΋ ∂χıÂÚË ™˘ÌÌ·¯›·
™˘vÔÌÔÛÔv‰È·Î‹ √Ì¿‰· Ù˘ ∂˘Úˆ·˚΋˜ ∂vˆÙÈ΋˜
∞ÚÈÛÙÂÚ¿˜/∞ÚÈÛÙÂÚ¿ Ùˆv ¶Ú·Û›vˆv Ùˆv µÔÚ›ˆv ÈÚÒv
√Ì¿‰· ã∂vˆÛË ÁÈ· ÙËv ∂˘ÚÒË Ùˆv ∂ıvÒv
√Ì¿‰· ÁÈ· ÙËv ∂˘ÚÒË Ù˘ ¢ËÌoÎÚ·Ù›·˜ Î·È Ù˘ ¢È·ÊoÚ¿˜
ªË ∂ÁÁÂÁÚ·Ì̤vÔÈ
List of symbols to be added after speakers’ names
PPE-DE
DE
Fraktion der Europäischen Volkspartei (Christdemokraten) und
europäischer Demokraten
Fraktion der Sozialdemokratischen Partei Europas
Fraktion der Liberalen und Demokratischen Partei Europas
Fraktion der Grünen / Freie Europäische Allianz
Konföderale Fraktion der Vereinigten Europäischen Linken/Nordische
Grüne Linke
Fraktion Union für das Europa der Nationen
Fraktion für das Europa der Demokratien und der Unterschiede
Fraktionslos
™˘vÙÔÌÔÁڷʛ˜ Ô˘ ·ÎÔÏÔ˘ıÔ‡v Ù· ÔvfiÌ·Ù· Ùˆv ÔÌÈÏËÙÒv
PPE-DE
DA
Gruppen for Det Europæiske Folkeparti (Kristelige Demokrater)
og De Europæiske Demokrater
De Europæiske Socialdemokraters Gruppe
Det Europæiske Liberale og Demokratiske Partis Gruppe
Gruppen De Grønne/Den Europæiske Fri Alliance
Den Europæiske Venstrefløjs Fællesgruppe/Nordisk Grønne Venstre
Gruppen Union for Nationernes Europa
Gruppen for Demokratiernes og Mangfoldighedens Europa
Løsgængere
Abkürzungen hinter den Namen der Redner
PPE-DE
ES
Grupo del Partido Popular Europeo (Demócrata-Cristianos) y
Demócratas Europeos
Grupo Parlamentario del Partido Socialista Europeo
Grupo del Partido Europeo de los Liberales, Demócratas y Reformistas
Grupo de los Verdes/Alianza Libre Europea
Grupo Confederal de la Izquierda Unitaria Europea/Izquierda Verde
Nórdica
Grupo Unión por la Europa de las Naciones
Grupo por la Europa de las Democracias y las Diferencias
No inscritos
FR
Groupe du Parti Populaire Européen (Démocrates-Chrétiens) et
Démocrates Européens
Groupe Parlementaire du Parti Socialiste Européen
Groupe du parti européen des libéraux, démocrates et réformateurs
Groupe des Verts/alliance libre européenne
Groupe confédéral de la gauche unitaire européenne/gauche verte
nordique
Groupe Union pour l’Europe des nations
Groupe pour l’Europe des démocraties et des différences
Non inscrits
EDIZIONE PROVVISORIA
La presente edizione contiene tutti i discorsi nella
lingua usata dall’oratore. L’edizione definitiva in
ciascuna delle lingue ufficiale sarà pubblicata
successivamente.
Gli oratori che desiderino rivedere il testo dei loro
interventi sono pregati di far pervenire il più presto
possibile le correzioni alla Divisione degli Atti della
Seduta plenaria. Nel caso in cui non sia stato
possibile rimettere direttamente i testi corretti al
competente servizio entro la tornata stessa, questi
debbono essere inviati all’indirizzo indicato
all’ultima pagina.
VOORLOPIGE UITGAVE
Deze uitgave omvat alle redevoeringen in de
taal waarin zij zijn uitgesproken. Een definitieve
uitgave in elk van de officiële talen zal later
verschijnen.
Sprekers die verbeteringen in de tekst van hun
redevoeringen wensen aan te brengen, wordt
verzocht deze zo spoedig mogelijk aan de
Afdeling Verslaglegging plenaire vergaderingen te
doen toekomen. Gecorrigeerde teksten die niet
vóór het einde van de vergaderperiode aan deze
dienst konden worden overhandigd, dienen naar
het op de achterkant aangegeven adres te worden
gezonden.
EDIÇÃO PROVISÓRIA
Esta edição contém todas as intervenções na
língua utilizada pelo respectivo orador. A edição
definitiva será publicada ulteriormente em cada
uma das línguas oficiais.
Pede-se aos oradores que desejarem corrigir o
texto das respectivas intervenções o favor de
transmitir as correcções à Divisão dos Actos da
Sessão Plenária o mais rapidamente possível. No
caso de não ter sido possível entregar os textos
corrigidos ao serviço citado antes do fim do
período de sessões, estes deverão ser enviados
para o endereço indicado na última página deste
caderno.
VÄLIAIKAINEN VERSIO
Julkaisu sisältää kaikkien puheiden alkuperäiset
versiot. Lopullinen julkaisu ilmestyy myöhemmin
kaikilla virallisilla kielillä.
Puhujia, jotka haluavat tehdä korjauksia
puheisiinsa, pyydetään toimittamaan korjatut
versiot täysistuntoasiakirjoista vastaavalle jaostolle
mahdollisimman nopeasti.
Korjatut puheet, joita ei voida toimittaa yllä
mainitulle jaostolle ennen istunnon päättymistä,
on lähetettävä takakannessa mainittuun
osoitteeseen.
PRELIMINÄR UTGÅVA
Denna utgåva innehåller samtliga anföranden på
originalspråket. Talare som önskar justera sina
anföranden bör så snart som möligt underrätta
Avdelningen för plenarandlingar. De justeringar
som det inte varit möligt att anmäla direkt till
denna avdelning, bör sändas till nedan angivna
adress. En slutlig version med översättningar till
vart och ett av de officiella språken kommer att
offenliggöras senare.
Elenco delle sigle che seguono i nomi degli oratori
PPE-DE
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
Lijst van afkortingen van de fracties, achter de naam van de sprekers
PPE-DE
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) en
Europese Democraten
Fractie van de Partij van de Europese Sociaal-democraten
Fractie van de Europese Liberale en Democratische Partij
Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie
Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links
Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten
Fractie Europa van Democratieën in Diversiteit
Niet-ingeschrevenen
Lista das siglas consoante o nome dos oradores
PPE-DE
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
PSE
ELDR
Verts/ALE
GUE/NGL
UEN
EDD
NI
Gruppen för Europeiska folkpartiet (kristdemokrater) och
Europademokrater
Europeiska socialdemokratiska partiets grupp
Europeiska liberala, demokratiska och reformistiska partiets grupp
Gruppen De gröna/Europeiska fria alliansen
Gruppen Europeiska enade vänstern/Nordisk grön vänster
Gruppen Unionen för nationernas Europa
Gruppen för demokratiernas och mångfaldens Europa
Grupplösa
PARLEMENT EUROPEEN
Secrétariat général - Division des Actes de la séance plénière
L-2929 LUXEMBOURG
Internet: http://www.europarl.eu.int/plenary
Intranet: http://www.europarl.ep.ec/plenary
PT
FI
Euroopan kansanpuolueen (kristillisdemokraatit) ja Euroopan
demokraattien ryhmä
Euroopan sosiaalidemokraattisen puolueen ryhmä
Euroopan liberaali- ja demokraattipuolueen ryhmä
Vihreät / Euroopan vapaa allianssi –ryhmä
Euroopan yhtyneen vasemmiston konfederaatioryhmä/Pohjoismaiden
vihreä vasemmisto
Unioni kansakuntien Euroopan puolesta -ryhmä
Demokratian ja monimuotoisuuden Eurooppa -ryhmä
Sitoutumattomat
Förkortningar för gruppnamnen, som står efter en talares namn
PPE-DE
NL
Grupo do Partido Popular Europeu (Democratas-Cristãos) e dos
Democratas Europeus
Grupo do Partido dos Socialistas Europeus
Grupo do Partido Europeu dos Liberais, Democratas e Reformistas
Grupo dos Verdes/Aliança Livre Europeia
Grupo Confederal da Esquerda Unitária Europeia/Esquerda Nórdica
Verde
Grupo União para a Europa das Nações
Grupo para a Europa das Democracias e das Diferenças
Não-inscritos
Puhujien nimien jäljessä olevat lyhenteet
PPE-DE
IT
Gruppo del Partito Popolare Europeo (Democratico-cristiano) e
Democratici Europei
Gruppo del Partito del socialismo europeo
Gruppo del Partito europeo dei liberali, democratici e riformatori
Gruppo Verde/Alleanza libera europea
Gruppo confederale della Sinistra unitaria europea/Sinistra verde nordica
Gruppo “Unione per l’Europa delle nazioni”
Gruppo per l’Europa delle democrazie e delle diversità
Non iscritti
SV