M
us
A
2 juni 2012
Farnace, dramma per musica
musica di Antonio Lucio Vivaldi
libretto di Antonio Maria Lucchini
pompeo
Diego Fasolis
dirigent
Daniel Behle
tenor
farnace
berenice
Max Emanuel Cencic
countertenor
Mary-Ellen Nesi
mezzosopraan
tamiri
selinda
Sara Mingardo
alt
Carol Garcia
mezzosopraan
gilade
aquilo
Vivica Genaux
sopraan
Emiliano Gonzalez Toro
tenor
vertaling Evianne de Kup
eerste concert O-serie 47e seizoen • 8 september 2007 14.00 uur
Atto primo
2
scena 1
Eerste akte
scène 1
Riviera dell’Eusino con folta selva, che
ingombra tutta la scena. Farnace con spada
nuda in mano, poi Tamiri
Kust van Eusino met een dicht bos dat het hele
toneel vult. Farnace met getrokken zwaard,
dan Tamiri
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Benché vinto, e sconfitto
perfide stelle, io son Farnace ancora.
Di Mitridate il figlio
ha in pugno ancor di Mitridate
il brando,
ha in seno ancor di Mitridate il core.
Per lacerar i lauri in su la chioma
alla superba Roma
risorgerò, nemico ognor più crudo,
cenere anche sepolte, e spirto ignudo.
Overwonnen, verslagen,
toch, valse sterren, ben ik nog Farnace.
De zoon van Mitridate
heeft in zijn hand nog Mitridate’s
zwaard,
heeft in zijn borst nog Mitridate’s hart.
Ik scheur de lauwerkrans op de panache
van het hovaardige Rome,
want ik verrijs, vijandiger onversaagder,
al ben ik louter geest, dood en begraven.
Tamiri
Tamiri
Mio consorte, mio re, deh per le sacre
Mijn gemaal, mijn koning, ah, om de
heilige
en eerbiedwaardige vlammen
van liefde, van Hymen, om het geloof
dat onzen zielen verbond, ga niet voort.
venerabili fiamme
d’amor, e d’Imeneo, per quella fede
che annodò le nostre alme, arresta il
piede.
Farnace
Farnace
Non ami ben, se l’onor mio non ami.
Je hebt niet lief, als je mijn eer niet
liefhebt.
Tamiri
Tamiri
Amo, sì, l’onor tuo, ma mi spaventa
l’orror dell’imminente alto periglio.
Zeker heb ik je eer lief, maar ik vrees
het gruwzame van het dreigende gevaar.
Farnace
Farnace
Dov’è più di periglio, è più di gloria.
Waar meer gevaar is, is ook meer glorie.
Tamiri
Tamiri
Vanne dunque, o crudel, e qui mi lascia
Ga dan, meedogenloze, en laat me hier
3
tra le fiere agonie de’ miei timori.
Lascia in balìa del vincitor superbo
4
la sposa desolata,
e l’infelice, oh dio! tenero figlio,
perché vadano entrambi
tra le schiave più vili a torcer lane,
ed a baciar le clamidi romane.
in de bittere agonie van mijn angsten.
Laat in de macht van de hovaardige
winnaar
je troosteloze gade
en je onzalige, o God, jonge zoon,
opdat ze beiden tussen
abjecte slaven wollen garen twijnen
en de chlarys kussen van de Romeinen.
Tamiri
Tamiri
Due gran prove mi chiedi,
signor, del mio coraggio.
L’una è degna di me perché son moglie,
l’altra è indegna di me perché son
madre.
Tweemaal vraag je aan mij,
heer, een blijk van mijn moed.
De een ben ik waardig want echtgenote,
de andere ben ik onwaardig want moeder.
Farnace
Farnace
Ook ik heet vader, ik gebied het je.
Zo’n naam ontneemt ons niet
de hoge noodzaak als groten te handelen.
Keer terug naar de stad, Tamiri, adieu,
met deze omhelzing verg ik
van jou gehoorzaamheid. Dien het gebod
dat je zwoer voor mijn liefde, voor mijn
glorie.
Farnace’s gemalin
ben je niet als er geen kracht in je is.
Farnace
Farnace
(Questo solo pensiero
urta la mia costanza;
ma lo domi virtù robusta, e forte.)
Sposa Tamiri, ascolta.
(Alleen al de gedachte
beukt in op mijn volharding;
maar robuuste, krachtige deugd zal haar
temmen.)
Tamiri, gade, luister.
Tamiri
Tamiri
Il cenno attendo.
Ik wacht je aanwijzing.
Anch’io son padre, e te ’l comando. A noi
questo nome non toglie
l’alta necessità d’oprar da grandi.
Torna tosto in città, Tamiri, addio,
con quest’amplesso impegno
l’ubbidienza tua. Servi alla legge
che giurasti al mio amor, e alla mia
gloria,
e pensa che consorte
di Farnace non sei se non sei forte.
Farnace
Farnace
Aria
Aria
Quest’acciaro fatal prendi, o regina,
e sovra d’esso giura
d’eseguir quella legge,
che uscirà dal mio labbro.
Neem dit fatale zwaard, o koningin,
ter hand en zweer erop
het gebod uit te voeren
dat uit mijn mond zal komen.
Farnace
Farnace
Tamiri
Tamiri
Eccomi pronta.
Ik ben gereed.
Farnace
Farnace
Ricordati che sei
Regina madre, e sposa,
Che dell’onor gelosa
Ti vuol la maestà.
Pria che soffrir la pena
D’una servil catena,
Sì, sì questa tu déi
Pietosa crudeltà.
Weet dat je echtgenote,
Koningin-moeder bent,
En dat aan eer gehecht
Jou wenst de majesteit.
Voordat in slavenboeien
Je wonden zullen bloeden,
Ja, is voor jou van node
Milde hardvochtigheid.
La tiranna del mondo
puote ancora esser vinta;
ma se l’empia Fortuna,
idolatra di lei per lei pugnando,
farà che sul mio capo
l’aquile abominate alzino il volo,
tutto nel cor del figlio, indi nel tuo
tu questo ferro immergi.
Dall’indegno servaggio esso vi sciolga,
Zij, de tiran van de wereld,
ze kan verwonnen worden;
maar als wrede Fortuna
idolaat van haar is en voor haar vechtend
maakt dat boven mijn hoofd
de verafschuwde adelaars opvliegen,
steek je diep in ’t hart van je zoon, daarna
in het jouwe, dit zwaard.
Dat het u uit onwaardig
knechtschap weghaalt,
dat ’t zwaard de schendingen der
zwaarden wegneemt.
e l’ingiurie del ferro il ferro tolga.
scena 2
scène 2
Tamiri sola
Tamiri alleen
Recitativo
Recitatief
Tamiri
Tamiri
Ch’io mi tolga col ferro
all’onta del trionfo
è giustizia, è ragione, e sì grand’atto
stabilito era già ne’ miei pensieri.
Ma che col ferro stesso
Dat ik me aan de schande
van de triomf met ’t zwaard
onttrek, is juist, terecht, zo’n grote daad
was al in mijn gedachten vastgelegd.
Maar dat ik met dit zwaard
5
io sveni il caro figlio, il figlio amato
è fierezza crudel d’ingiusto fato.
mijn lieve zoon dood, mijn beminde
zoon,
dat lot is onterecht meedogenloos.
e se non mente della fama il grido
già ne’ vicini campi
dal romano valor fu debellato.
Als het gerucht niet bedriegt, werd hij al
op het nabije slagveld
verdelgd door de Romeinse heldenmoed.
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Tamiri
Tamiri
Fu debellato, sì, ma non fu vinto.
Combattono quest’alma
La Gloria, la Pietà,
l’Amor, la Fedeltà.
Lo sposo, il figlio.
Lo sposo tradirò?
Il figlio ucciderò?
Ah che l’ingiusta palma
Non so di chi sarà,
Cieli consiglio!
In deze ziel weergalmen
Glorie en Piëteit,
Liefde, Loyaliteit,
Mijn zoon, mijn gade.
Mijn gade zal ik loochenen?
Mijn zoon zal ik vermoorden?
De onterechte palmtakken,
Van wie zouden die zijn,
O hemel, raad me!
Verdelgd ja, maar hij werd niet
over­wonnen.
Gilade
Gilade
Se con l’armi di Roma
le tue congiungi il tuo trionfo è certo.
Als bij ’t leger van Rome
je ’t jouwe voegt, is je triomf een feit.
Berenice
Berenice
Sì, da Roma invitata
a guerreggiar contro Farnace io venni.
Ja, door Rome genodigd
kwam ik om te strijden tegen Farnace.
Gilade
Gilade
Nunzi del nostro arrivo
al gran duce romano invia messaggi.
Stuur de Romeinse leider
boodschapppers met bericht van onze
aankomst.
Berenice
Berenice
È già noto a Pompeo che Berenice
con cento amiche schiere
dell’Eusino guerrier preme le sponde.
Pompeo weet al dat Berenice met
honderd bevriende troepen
strijdlustig op Eusino’s oever landt.
Gilade
Gilade
Ma qual gente improvvisa a noi
s’appresa?
Wie komen daar onverwacht naar ons
toe?
Berenice
Berenice
Io vedo
nell’insegne ondeggiar l’aquila invitta.
Op ’t vaandel
deint de onoverwinnelijke adelaar.
6
7
scena 3
Escono guastatori, che troncando in breve la
selva la riducono ad un’aperta campagna,
vedendosi in fondo il mare, e in esso l’armata
navale di Berenice, e da una parte la città di
Eraclea con ponte, che introduce nella medesima. Approdano le navi, e gettati i ponti
sbarca sul lido l’esercito, e dopo sbarcano da
ricco naviglio Berenice, e Gilade con numeroso
reale accompagnamento
scène 3
Infanteristen hakken in korte tijd het bos
om. Op de achtergrond van de open vlakte
verschijnt de zee met de marine van Berenice.
Terzijde ligt de stad Eraclea, met een brug.
De schepen landen, het leger gaat van boord;
uit een rijk versierd schip komen Berenice en
Gilade met koninklijk gevolg
Coro
Koor
Dell’Eusino con aura feconda
Approda alla sponda
La guerriera, l’eccelsa regina.
Qui la gloria d’un’alta vendetta
Invitta l’aspetta
Del nemico all’estrema rovina.
Over d’Eusino, met gunstige wind
Kwam de koningin,
De krijgshaftige, de hooggeëerde.
Onoverwinnelijk wacht ze de roem
Van een hoge genoegdoening,
de vijand volledig ruïnerend.
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Del nemico Farnace
questo è l’impero, e quella
che là si vede torreggiar vicina
è la città de’ regni suoi, regina,
Van Farnace, onze vijand,
is dit het rijk, en wat
we boven alles uit zien steken is
de stad van zijn koninkrijk, koningin.
scena 4
scène 4
Berenice
Berenice
(a Gilade) Principe udisti.
Sotto l’altro comando a tant’impresa
guida tu le nostre armi.
(tegen Gilade) Prins, je hoorde ’t.
Jij voert bij de onderneming ’t leger aan
onder ander commando.
Pompeo, Aquilio con l’esercito romano
e detti
Pompeo, Aquilio met het Romiens leger en
genoemden
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
Gilade
Gilade
Amazzone regal dell’oriente …
Koninklijke amazone van ’t oosten …
Seguirò coraggioso
l’orme di sì gran duce.
Een zo’n groot leider zal ik
Onbevreesd navolgen.
Berenice
Berenice
Debellator de’ più feroci imperi.
Verdelger van de woeste heerschappijen.
Berenice
Berenice
Col suo esempio
o renderai maggior la mia fortuna,
o nell’opre ammirande
lascerai l’ombra almen d’un nome
grande.
Met zijn voorbeeld
maak je mijn fortuin, of je geeft door de
bewonderenswaarde daden
van die grote naam tenminste de
schaduw­.
8
Pompeo
Pompeo
Berenice.
Berenice.
Berenice
Berenice
Pompeo.
Pompeo.
Pompeo
Pompeo
Roma t’accoglie
con le mie braccia.
Rome verwelkomt
je met mijn armen.
Berenice
Berenice
E con le mie riceve
l’Asia gli amplessi tuoi.
En met de mijne ontvangt
Azië je omhelzingen.
Pompeo
Pompeo
Contro i ribelli
della gloria romana
combatteremo uniti.
scena 5
scène 5
Pompeo, Gilade, Aquilio
Pompeo, Gilade, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
De opstandelingen
tegen Romeinse glorie
bevechten we tesamen.
Guerrieri, eccovi a fronte
la città più superba
ove regni Farnace, ove regnasse
il gran nemico Mitridate. In quella
è il più forte riparo
dell’Asia già cadente,
la difesa maggior dell’oriente.
Krijgers, u staat hier voor
een hoogst hovaardige stad;
het heet dat Farnace er heerst, dat vijand
Mitridate er eens heerste. In haar
is de sterkste verschansing
van Azië nu verlopen,
de grootste verdediging van het Oosten.
Berenice
Berenice
Coro
Koor
Mora Farnace. Altro da te non bramo.
Dood aan Farnace. Meer vraag ik je niet.
Pompeo
Pompeo
Mora Farnace. Ad assalir le mura
ov’ei s’asconde io moverò le squadre
de’ più scelti guerrieri,
tu l’assalto feroce
d’altra parte asseconda, e vendicato
a momenti sarai.
Dood aan Farnace. De muren waarachter
hij zich verbergt laat ik bestormen door
mijn uitgelezen krijgers,
jij steunt de woeste stormloop
vanaf de andere kant, en weldra zul je
je genoegdoening krijgen.
Su campioni, su guerrieri
Coraggiosi, arditi, e fieri
A ferire, a fulminar.
Con le fiamme, cogl’acciari
Sdegno atroce si prepari
Quelle mura ad atterrar.
Zet u, krijgers, kampioenen,
Onverschrokken, trots en moedig,
Om te schieten, dood te slaan.
Met de degens, met de vlammen,
Zij gereed gruwzame gramschap
Om de muren neer te slaan.
Segue l’assalto della città, che viene attaccata
sul ponte. Sortiscono gl’assediati, e respingono sul campo gl’asssalitori, i quali incalzano
nella città gl’assaliti, e se ne impadroniscono.
Bestorming van de stad over de brug. De belegerden komen naar buiten en rukken naar
het slagveld op, maar de belegeraars drijven
hen terug en nemen de stad in bezit. Farnace
9
In questo esce dal bosco Farnace co’ suoi soldati. Investe alle spalle i nemici, e dopo fiero
contrasto Farnace co’ suoi resta fugato
komt met zijn krijgslieden uit het bos. Hij
valt de vijand in de rug aan, en na een hevige
strijd slaat hij met de zijnen op de vlucht
10
scena 6
scène 6
Aquilio con Selinda dalla parte della città;
dall’altra Berenice con séguito, Pompeo,
Gilade, e soldati sul campo
Aquilio met Selinda aan de kant van de stad;
aan de andere kant Berenice met gevolg,
Pompeo, Gilade en krijgers
Recitattivo
Recitatief
Selinda
Selinda
Signor, s’anche fra l’armi
pietade ha luogo, e cortesia non toglie
punto di lena a marziali incendi,
Heer, als onder de wapenen
meelij bestaat, en beleefde manieren
niet afdoen aan een martiale
ontvlambaarheid,
dan behoede en beware
een niet abject jong meisje voor
krijgsdapperheid.
me donzella non vile
dal militare ardir salva, e difendi.
scena 7
scène 7
Selinda, Gilade, Aquilio, alcuni soldati
Selinda, Gilade, Aquilio, enkele krijgers
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Nell’intimo del petto
Quel caro, e dolce sguardo,
Mi va cercando il cor.
Non mi difendo, o guardo,
Ma godo del diletto
Che mi promette amor.
Diep binnenin mijn borst
Die blik zo lief en innemend,
Is zoekend naar mijn hart.
Ik hoed me niet noch weer me,
Maar ken al het genot
Dat Amor geven zal.
scena 8
scène 8
Selinda, Aquilio, e alcuni soldati
Selinda, Aquilio, en enkele krijgers
Recitativo
Recitatief
Aquilio
Aquilio
’t Hart overrompelend, mooie Selinda,
schittert op je gelaat
de sereenste idee die uit hoge sferen
neerdaalde om de aarde licht te geven.
Aquilio
Aquilio
(Quanto è vaga costei!)
(Wat is ze mooi, dit meisje!)
A sorprendermi il cor, bella Selinda,
splende nel tuo bel viso
la più serena idea, che mai scendesse
dall’alte sfere ad illustrar la terra.
Gilade
Gilade
Selinda
Selinda
(Quanto è gentile!)
(Wat is ze aardig!)
Duce, me non alletta
aura di vana lode.
Leider, een zweem van lege
lofprijzing lokt me niet.
Pompeo
Pompeo
Sorgi, e il grado palesa.
Sta op, maak je bekend.
Aquilio
Aquilio
Amor favella.
’t Zijn Amors woorden.
Selinda
Selinda
Io son Selinda.
Ik ben Selinda
Selinda
Selinda
Berenice
Berenice
Amore
in un eroe romano?
De liefde
in een Romeinse held ?
Selinda di Farnace
la superba germana?
Selinda, de hovaardige
zuster soms van Farnace?
Aquilio
Aquilio
Che? Non amano forse anche gl’eroi?
Hoezo dat? Hebben helden soms niet lief ?
Selinda
Selinda
Vanne, e pensaci bene Aquilio, addio.
Kom, denk ’r eens goed over, Aquilio,
adieu.
Pompeo
Pompeo
Avrai nel nostro campo,
bella Selinda, e sicurezza e scampo.
Je zult, mooie Selinda,
in ons kamp veiligheid en redding
vinden.
11
12
Aria
Aria
Aquilio
Aquilio
Begl’occhi io penserò.
Ma che risolverò?
Se ho già risolto, sì, di sempre amarvi.
Voi siete il pensier mio,
Ad altro non poss’io
Pensar che a vagheggiarvi.
O mooie ogen, ik denk na.
Maar wat ik dan bepaal?
Heb ik niet al bepaald u lief te hebben.
U bent heel mijn gedachte,
Ik kan, van u versmachtend,
Over niets anders denken.
scena 9
scène 9
scena 10
scène 10
Luogo de’ mausolei, in mezzo de’ quali v’è
gran piramide destinata per la sepoltura dei
re di Ponto. Tamiri sol suo piccolo figlio
condotto a mano da un servo
Temidden van de mausolea staat een piramide waar de koningen van Pont worden
begraven. Tamiri met haar kleine zoon, aan
de hand gehouden door een dienaar
Recitativo
Recitatief
Tamiri
Tamiri
Figlio, non v’è più scampo:
l’empia Roma trionfa, e a noi de’ numi
nessun più resta, o restano i men forti.
Zoon, er valt niet te ontsnappen:
goddeloos Rome triomfeert, ons blijft
er van de goden geen, of de minst
krachtigen.
Selinda con alcuni soldati
Selinda met enkele krijgers
Recitativo
Recitatief
Recitativo accompagnato
Accompagnato-recitatief
Selinda
Selinda
Tamiri
Tamiri
Qual sembianza improvvisa
in Gilade abbagliò le mie pupille?
Ah se mai fosse amore! Eh, no, Selinda,
servi, servi al tuo grado. A entrambi lascia
con le lusinghe libertà d’amarti.
Nasceran dall’amor le gelosie,
e dalle gelosie l’ire, e gli sdegni.
Così forse amerai
Roma contro di Roma, e Berenice
contro di Berenice, e così forse
degl’occhi miei con la fatal saetta
io medesima farò la mia vendetta.
Welk aanzicht in Gilade
heeft plotseling mijn pupillen verblind?
Ah, zou dat liefde zijn! Maar nee, Selinda,
dien, dien immer je rang. Laat beiden vrij
om je met vleierijen te beminnnen.
Want uit de liefde komt de afgunst voort,
en uit de afgunst de toorn en de woede.
Zo bemin je misschien
Rome tegen een Rome en Berenice
tegen een Berenice, en zo misschien
met mijn ogen, met de noodlottige pijlen,
zal ik door mezelf genoegdoening krijgen.
O figlio, o troppo tardi
nato all’afflitta patria, e troppo presto
alla madre infelice.
Io ti dono una vita.
Che il genitor condanna,
ma ti riserbo al rischio
d’una servil catena. Abbila in grado
Aria
Aria
Selinda
Selinda
Al vezzeggiar d’un volto,
Al balenar d’un ciglio
Giugne la piaga al cor,
Che non temea d’amor fatal il dardo.
Door lief gelaat bevangen,
Door oogleden bebliksemd,
Komt in het hart de wond,
Het had voor Amors noodlotspijl geen
schrik.
En in het net gevangen
Is waardigheid, kortom,
En ’t vleiende gloeien van een zoete blik.
O zoon, te laat geboren
voor het trieste vaderland, en te vroeg
voor je onzalige moeder.
Ik schenk aan jou een leven,
dat een ouder veroordeelt,
maar hoed je voor ’t gevaar
van slavenketenen. Wees het leven
dankbaar,
of het genadig is of wreed, vergeef.
Ga nu, o zoon.
(De jongen gaat, maar keert
met weerzin om)
Maar eerst, mijn lief,
ontvang je mijn kus,
laatste geschenk van mijn armazalige
liefde.
In hem gaat heel de ziel
over mijn lippen en leert je te volgen..
Kom, in een ogenblik
kom ook ik. Mij zal insluiten hetzelfde
graf dat jou weldra insluit.
Ik sta je steeds terzijde,
zie op je toe, schaduw die je omhult.
kom, mijn idool; verberg je daar, en rust.
(de jongen gaat de piramide in, de dienaar
sluit de deur)
Is van een moeder
E nella rete colto
Resta così il valor,
E’l lusinghiero ardor d’un dolce sguardo.
s’ella è pietà, s’è crudeltà, perdona.
Andianne, o figlio.
(s’incammina, ma ripugnando il fanciullo
torna indietro)
Intanto, o caro,
questo bacio ricevi,
del mio povero amor ultimo dono.
L’alma sen viene in esso
tutta sul labbro, ed a seguirti impara.
Vanne, fra pochi istanti
anch’io verrò. Mi chiuderà l’istessa
tomba, ch’ora ti chiude.
Ti starò sempre al fianco,
veglierò su’ tuoi casi, ombra gelosa.
Vanne, idol mio; colà ti cela, e posa.
(entra il fanciullo nella piramide, e il servo
chiude la porta)
Ma se di madre
13
14
abbastanza si è serbato il costume,
tornisi a ripigliar quel di consorte.
(cava lo stile datole da Farnace)
Fiero ordigno di morte,
delle sciagure mie rimedio estremo,
aprimi il petto, e col mio sangue scrivi
che da regina io vissi,
e da regina, libera,
e coronata seppi ancor morir.
(mentre vuol uccidersi vien arrestata improvvisamente da Berenice)
voldoende de zede gestand gedaan,
dan nu hervat die van de echtgenoot,
(pakt het wapen dat Farnace haar gaf)
trots werktuig van de dood,
laatste remedie tegen mijn ellende,
open mijn borst en met mijn bloed
schrijf op:
ik leefde als koningin,
en als koningin, vrij
en met een kroon, wist ik ook hoe te
sterven.
(als ze zich wil doden, wordt ze onverwacht
dood Berenice tegengehouden)
Berenice
Berenice
Figlia di Berenice, in me
madre or vedi; me sposa di Farnace,
vedi in me la nemica e la tiranna.
Dochter van Berenice, in mij
zie je een moeder; maar gade van Farnace,
zie je in mij de vijand en de tiran.
Tamiri
Tamiri
E in che peccò quell’infelice, amando
la tua prole in Tamiri,
e l’immagine tua nel mio sembiante?
En waarin zondigde de ongelukkige
die je kroost in Tamiri
bemint, en je beeld in mijn aangezicht?
Berenice
Berenice
In che peccò? Non ti rapì l’indegno
Waarin hij zondigde? Rukte de
onwaardige
je niet tot mijn vertoornhied uit mijn
armen?
dalle mie braccia a mio dispetto?
scena 11
Berenice con guardie, e detti
scène 11
Berenice met wachten, en genoemden
Tamiri
Tamiri
Ed io,
qual oltraggio ti feci
con ubbidir al mio destin?
En ik,
hoe heb ik je gekrenkt
door aan mijn lot gehoor te geven?
Berenice
Berenice
Dovresti
alla madre ubbidir pria che al destino.
Je moest
je moeder gehoor geven, niet het lot.
Tamiri
Tamiri
Ah regina …
Ah koningin …
nb: vandaag niet uitgevoerd
Recitativo
Recitatief
Berenice
Berenice
(togliendole lo stile)
Fermati ingrata.
(neem haar het wapen af)
Stop, jij ondankbare.
Tamiri
Tamiri
Qual ingiusta pietà?
Welk onbillijk erbarmen?
Berenice
Berenice
Qual folle ardire?
Welke dwaze driestheid?
Berenice
Berenice
Tamiri
Tamiri
Usurparmi una morte,
che i miei disastri onora?
Me van een dood beroven
die mijn ellende eert?
Non più. Dove ascondesti
del mio fiero nemico
l’odiato germe?
Stop. Waar verborg je van
mijn trotse vijand de
gehate kiem?
Tamiri
Tamiri
Berenice
Berenice
Arbitrar d’una vita
di cui Roma è signora?
Een leven arbitreren
waarover Rome heerst?
Oh dio!
Nella strage dell’Asia il cerco anch’io.
O God!
Ook ik zoek hem in het vernielde Azië.
Berenice
Berenice
Tamiri
Tamiri
Ma tu di Roma amica,
dimmi, se giungi a me madre, o nemica?
Zeg me, vriendin van Rome,
ben je als moeder, of als vijand gekomen?
Nel pallor del tuo volto
la tua frode io ravviso.
Parla: il figlio dov’è?
In je bleke gelaatskleur
bespeur ik je bedrog.
Zeg me: waar is je zoon?
15
16
Tamiri
Tamiri
Tamiri
Tamiri
Dov’è il mio sposo?
Dove il mio regno? E dove
con la mia libertà la mia grandezza?
Waar is mijn gade?
Waar is mijn rijk? En waarheen
is met met vrijheid mijn grandeur
gegaan?
Berenice
Berenice
Signor, miri al tuo piede
dell’invitto Ariarate
una figlia infelice,
odiata così da Berenice
perché serba nel petto
pieno di fede e di costanza il core,
Non passeggia il dolor con tanto fasto
come l’ereditò del genitore.
su le grandi sciagure.
Tu l’occultasti, iniqua.
Ma i tormenti, e le fiamme
ti trarranno dal sen l’alma, o l’arcano.
Diep verdriet wandelt niet met zoveel
praal
over een grote rampspoed.
Je verstopte hem, booswicht.
Maar foltering en vlam
sleuren uit je borst de ziel of het raadsel.
Mijn heer, zie aan je voeten
Van de onoverwinlijke
Ariarate een onzalige
dochter, door Berenice zeer gehaat
want in haar borst bewaart ze
een hart vol van volharding en
getrouwheid,
zoals ze het geërfd heeft van die ouder.
Pompeo
Pompeo
Tamiri
Tamiri
Ben ti risplende in volto
la chiarezza del sangue, e in un dell’alma
nulla io chiedo da te. Sei prigioniera
della tua genitrice. A lei t’inchina,
Pensi di spaventarmi? Io sono avvezza
a sfidar la mia morte.
Svenami, chi te ’l vieta?
Chi ti chiede pietà? Giunta all’estremo
delle miserie mie, nulla più temo.
Denk je me angst aan te jagen? Ik ben
gewend mijn dood te tarten.
Breng me om, wie belet
het je? Wie vraagt je genade? Beland
in de misère weet ik van geen angst.
ed in lei riconosci
la vincitrice tua, la tua regina.
Hoe straalt in je gelaat
de klaarheid van het bloed en van de ziel.
Ik vraag jou niets. Je bent gevangene van
je ouder. Voor haar maak je een knie­
buiging,
in haar erken je je
overwinnares, en je koningin.
Berenice
Berenice
No, no. Resti l’iniqua,
resti pur ne’ tuoi lacci,
finché riveli dove
ostinata nasconde il figlio indegno
ad onta del mio amore, e del mio
sdegno.
Nee. Blijve de onbillijke,
blijve zij in jouw strikken,
tot ze verteld heeft waar
ze koppig verborgen houdt de
onwaardige zoon,
tot schande van mijn liefde, en van mijn
toorn.
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Da quel ferro, ch’ha svenato
Il mio sposo sventurato
Imparai la crudeltà.
Nel mirar un figlio esangue
E bagnato del mio sangue
Mi scordai della pietà.
Deze degen bracht de dood
Aan mijn arme echtgenoot,
’t Heeft me wreedheid onderwezen.
Uit mijn zoon het bloed gevloeid,
’k Zag hem badend in mijn bloed,
De genade ben ik vergeten.
scena 12
scène 12
Pompeo con séguito e dette
Pompeo met gevolg, en genoemdem
Recitativo
Recitatief
Berenice
Berenice
Signor, costei che audace empie le vene
del sangue mio, ma nel suo core
impressa
ha l’immagine sol del suo Farnace,
Heer, zij hier die het waagt de aderen
van mijn bloed te vullen, maar in wier
hart
slechts het beeld gedrukt staat van haar
Farnace,
zij weze uw gevangene.
Haar moeder te zijn, loochen ’k.
Want de feeks loochent ’t mijn dochter
te zijn.
De naam van koningin
wijzige zich in dienares; en van ’t rijk
zij haar amper gebleven
hoeveel een keten rondom af kan meten.
sia pur tua prigioniera.
D’esserle madre io sdegno
da che l’empia sdegnò d’essermi figlia.
Il nome di regina
cangi in quello di serva, e de’ suoi regni
abbia sol tanto appena
quanto può misurarne una catena.
17
scena 13
18
scène 13
Tamiri e Pompeo
Tamiri en Pompeo
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
L’Asia non è ancor doma,
e ben saria cagione
la mia stolta pietà d’alto periglio,
se risorgesse il genitor nel figlio.
Azië is niet getemd,
en mijn domme genade
kan de oorzaak zijn van een groot gevaar
als in de zoon de ouder op zou staan.
Tamiri
Tamiri
Or di Roma forti eroi
che gli imperi soggiogate
come i regni debellate
se un semplice fanciullo vi spaventa.
Non conviene al gran valore
la viltà di quel timore
forti eroi, che vi sgomenta.
Sterke helden van Rome
die de staten onderwerpen,
hoe kunt gij een rijk verdelgen
wanneer een eenvoudig klein kind u
ontstelt.
Grote dapperheid kent geen
lafheid, weet niet van een vrees,
sterke helden, die u ontzet.
Pompeo
Come ben fa veder la donna eccelsa,
che l’insolente arbitrio della sorte
non serba autorità su le grand’alme,
e che un’alta virtude,
benché da lacci involta,
va con libero piè sempre disciolta.
Aria
Aria
Pompeo
Non trema senza stella
Fra il nembo e la procella,
S’è di coraggio armato il buon nocchier
Che ha la virtù per guida
In essa sol affida
E ad onta d’empio fato
Forte non sa temer.
Atto secondo
scena 1
Tweede akte
scène 1
Luogo spazioso d’architettura nella reggia.
Selinda, Gilade e Aquilio
Grote ruimte in het koninklijk paleis
Selinda, Gilade en Aquilio
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Principessa gentil, ciascun di noi
ha l’illustre ardimento
di sospirar per te. Ma le nostr’alme
rivalità soffrir non ponno. Eleggi
qual di noi più ti piace.
Zachtaardige prinses, ieder van ons
heeft de hooggloeiende moed
naar jou te hunkeren. Maar onze zielen
verdragen geen rivaliteit. Kies wie
van ons je ’t meest bevalt.
Aquilio
Aquilio
Già, in fortuna diversa ambo contenti,
l’uno delle sue gioie,
e l’altro si godrà de’ suoi tormenti.
Ja, wisselend fortuin beiden tevreden,
de een zal vrolijk zijn,
de ander blij dat hij veel heeft geleden.
Pompeo
Selinda
Selinda
De uitzonderlijke vrouwe toont wel aan
dat het brutale machtsmisbruik van ’t lot
geen gezag heeft over een grote ziel,
dat als een hoge deugd
in strikken is gevangen,
toch vrijuit wandelt, immer onbevangen.
Ambo dunque per me d’amore ardete,
ed ambo mi chiedete
ch’io rifiuti un di voi?
Voor mij van liefde gloeiend allebei
vraagt beiden dus aan mij
dat ik een van u afwijs?
Gilade
Gilade
Pende il nostro destin da’ cenni tuoi.
Door jouw aanwijzing wordt ons lot
beschikt.
Pompeo
Selinda
Selinda
Zonder zijn ster, niet bevend,
In storm en wolk en regen,
Gaat met moed bewapend de goede
schipper,
Slechts de deugd is zijn gids,
Op haar verlaat hij zich,
Ondanks ’t verwaten lot
Is hij sterk, zal niet schrikken.
Io goderei d’appagarvi,
ma...
Uw wens vervul ik graag,
maar …
Gilade
Gilade
Qual dubbio?
U aarzelt?
Aquilio
Aquilio
Qual tema?
U vreest?
19
20
Selinda
Selinda
Chi sarà poi l’escluso,
si turberà?
Si sdegnerà?
Wie dan wordt uitgesloten,
zal hij vertoornd zijn?
Zal hij verstoord zijn?
Aquilio
Aquilio
Tranquillo.
Gerust.
Gilade
Gilade
Sereno.
Sereen.
Aquilio
Aquilio
Imperturbabile.
Gans onverstoorbaar.
Gilade
Gilade
Costante.
Standvastig.
Aquilio
Aquilio
Soffrirò la ripulsa.
Ik duld de weigering.
(ad Aquilio)
Tu non intendi amor.
(a Gilade)
Tu amor non sai.
(ad Aquilio)
Se poi quando ti piace
Snodar i tuoi legami.
(a Gilade)
Estinguer la tua face.
(ad Aquilio)
Non hai catene al cor.
(a Gilade)
Fiamme non hai.
scena 2
(tegen Aquilio)
Van liefde weet jij niets.
(tegen Gilade)
Jij kent geen liefde.
(tegen Aquilio)
Wanneer je naar believen
Je banden kunt verbreken.
(tegen Gilade)
Je fakkel uit kunt doven.
(tegen Aquilio)
Je hebt geen harteketenen.
(tegen Gilade)
Vuur heb je niet.
scène 2
Gilade, Aquilio
Gilade, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Tempo miglior si scelga onde la bella,
meno schiva e guardinga,
a noi palesi il genio suo.
We zoeken een beter moment waarin
de schone, minder schuw en
behoedzaam, ons haar smaak vertelt.
Gilade
Gilade
Al rival cederò.
Ik wijk voor de rivaal.
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Aquilio
Aquilio
(ad Aquilio)
Quest’è l’amore
Che per me t’arde il core?
(a Gilade)
Mi potesti lasciar con tanta pace
E sospiri per me?
(ad Aquilio)
Finto.
(a Gilade)
Mendace.
(tegen Aquilio)
De liefde is dat
Wat zo gloeit in je hart?
(tegen Gilade)
Met zo veel pais en vree geef je me op,
En je hunkert naar mij?
(tegen Aquilio)
Nep.
(tegen Gilade)
Bedrog.
Son queste
solite ripugnanze
di ritrosa beltà, che poi s’arrende,
già ch’altro non pretende
con quel tenero suo dolce rigore
che aggiunger essa ad un novello amore.
Gewoon
weer die weerbarstigheden
van onwillige schoonheid, die zich dan
geeft,
want niets anders beweert
dan met tedere en zoete strengheid
haar liefde te vernieuwen en verlengen.
Aria
Aria
Aquilio
Aquilio
Alle minacce
Di fiera belva
Non si spaventa
Buon cacciatore.
La rete stende,
O impugna l’arco,
Cauto l’attende,
Door de bedreiging
Van een wild beest
Is niet ontsteld
Een goede jager.
Hij spant het net
Of grijpt de boog,
Wacht nauwgezet;
Aria
Aria
Selinda
Selinda
(ad Aquilio)
Lascia di sospirar.
(a Gilade)
Lascia di vaneggiar.
(tegen Aquilio)
Laat achterwege ’t hunkeren.
(tegen Gilade)
Laat achterwege ’t zuchten.
21
22
E se ritorna,
Morte le dà.
I lacci tende
L’amante ancora
Alla bellezza
Che s’innamora.
Soffre, sospira,
Il tempo attende,
E al fin, in rete,
Decer la fa.
scena 3
Keert ’t beest terug,
Maakt hij het dood.
De strik gelegd
Heeft een geliefde
Voor zoete schoonheid
Die zich verliefde.
Hij lijdt en zucht,
Verbijdt de tijd,
Dan, in het net,
Legt zij het lood.
scène 3
Gilade e Berenice con séguito
Recitativo
Gilade en Berenice met gevolg
Berenice
Berenice
Gilade, già m’avvedo
che divenuto sei
un folle amante.
Sai pur che in cor guerriero
è fallo amor.
Cangia però pensiero.
Gilade, ik bemerk
dat je een dolle minnaar
geworden bent.
Weet dat in krijgersharten
de liefde een fout is.
Verander van gedachte.
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Al tribunal d’amore
Esamina il tuo cuore
E pensa s’esser déi
Guerriero o amante.
Non déi pregar così
Per lei che t’avvilì
Per un sembiante.
Voor het liefdesgericht
Ga je hart onderzoeken
Bedenk dan wie ben ik
Krijger of minnaar?
Je moet niet zoveel bidden
Voor haar die je ontmoedigde
Om een gezicht.
scena 4
Recitatief
scène 4
stimolo di valore,
al pari della gloria è spesso amore.
Contro la mia diletta
Berenice non s’armi, o in pena attenda
ch’io crudeltà per crudeltà le renda.
prikkel tot dapperheid,
aan de roem is liefde vaak gelijk.
Tegen mijn schat bewapene
zich geen Berenice, anders wacht haar
dat ik de wreedheid met wreedheid
betaal.
Aria
Aria
Gilade
Gilade
Quell’usignolo
Ce innamorato
Se canta solo
Tra fronda e fronda,
Spiega del fato
La crudeltà.
S’ode pietoso
Nel bosco ombroso
Chi gli risponda:
Con lieto core
Di ramo in ramo
Cantando va.
De nachtegaal
Die van zijn liefde
Zingend verhaalt
Alleen in ’t lover,
Legt van fortuin
De wreedheid uit.
In bos en schaduw
Antwoorden horend
Vol mededogen:
Met vrolijk hart,
Van tak op tak,
Zingt hij voluit.
scena 5
scène 5
Mausolei con la piramide destinata la
sepoltura­dei re di Ponto
Mausolea met de piramide waarin de
koningen­van Ponto worden begraven
Farnace
Farnace
scena 6
scène 6
Tamiri e detto
Tamiri en genoemde
Recitativo
Recitatief
Tamiri
Tamiri
Pupillen, o u droomt, o hij is vast
mijn lieve echtgenoot.
Gilade solo
Gilade alleen
Pupillo, o voi sognate, o questi è certo
il diletto mio sposo.
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Gilade
Gilade
No che amor non è fallo in cor guerriero,
anzi all’eroiche imprese
Liefde is geen fout in een krijgershart,
veeleer bij heldendaden
(Cieli! Vive Tamiri, e al mio comando
non ubbidì?)
(Hemel! Tamiri leeft, gehoorzaamde niet
aan mijn bevel?)
23
24
Tamiri
Tamiri
Farnace
Farnace
Qual nume
mosso a pietà degli aspri miei tormenti
ti riconduce a consolarmi, o caro?
Een god,
door mijn gekweldheid tot gena bewogen,
brengt je hier om mij te troosten, o lief?
Farnace
Farnace
Quel nume spergiurato
da te vil donna.
Een god misbruikt door jou,
lafhartige vrouw.
Dunque morì l’amata prole? Ah troppo,
troppo ottenne da me la mia sciagura.
Si è servito alla gloria, ormai si serva
alla paterna tenerezza. Parli,
parli alquanto il dolore,
poi la virtù il sommerga entro del core.
Dus hij stierf, het geliefde kroost? Te veel,
te veel verkreeg van mij mijn tegenspoed.
De glorie is gediend, nu zij gediend
de vaderlijke tederheid. Dat spreke,
spreke, even de smart,
en dan de deugd hem dompele in het
hart.
Tamiri
Tamiri
Aria
Aria
Ah che quel nume stesso …
Ah want diezelfde god …
Farnace
Farnace
Gelido in ogni vena
Scorrer mi sento il sangue,
L’ombra del figlio esangue
M’ingombra di terror.
E per maggior mia pena
Vedo che fui crudele
A un’anima innocente,
Al core del mio cor.
IJskoud in iedere ader,
Het bloed dat door mij vloeit,
De schaduw van mijn zoon,
Bloedeloos, schrikt me af.
Tot groot verdriet ervaar ik
Hoe ijzig wreed ik was
Voor een onschuldige ziel,
Voor het hart van mijn hart.
Farnace
Farnace
Taci. Cotanto è dunque
dolce la vita ai miseri, che ponno
goderne ancora in servitù crudele?
Zwijg nu. Is dan zo zoet
het leven voor ellendigen dat ze er nog
van genieten kunnen in wrede
knechtschap?
Tamiri
Tamiri
Io ben volea morendo
fuggir l’ingiurie della mia fortuna,
ma Berenice …
Ik wilde door te sterven
de krenkingen van mijn fortuin
ontvluchten,
maar Berenice …
Farnace
Intendo.
Berenice ti diede
col sangue suo la sua viltà. Ma forse
scena 7
scène 7
Berenice con séguito di soldati e Tamiri
Berenice met gevolg van krijgers en Tamiri
Farnace
Tamiri
Tamiri
Oh dèi! Che sento?
Goden! Wat hoor ik?
Berenice
Berenice
al primo tradimento
il secondo accoppiasti,
e all’oltraggio del barbaro trionfo
il figlio mi serbasti.
Ik begrijp ’t.
Berenice gaf jou
met haar bloed haar abjectheid. Maar
misschien
paarde je aan het eerste
verraad het tweede en als
belediging van barbaarse triomf
bewaarde je mijn zoon.
A voi guerrieri, cada
l’altera mole.
Dat voor u valle, krijgers,
het fier gebouw.
Tamiri
Tamiri
Tamiri
Tamiri
(Oh dio!
Tutto in vano ho tentato.) Empi fermate.
Odimi Berenice.
(O god!
Vergeefs mijn pogingen.) Stop goddelozen.
Luister nu, Berenice.
Ah, lo serbai … (Deh, secondate, o cieli,
l’amorosa menzogna.)
Ma lo serbai di quella tomba in seno.
Ivi è sepolta, oh dio!
l’unica tua delizia, e l’amor mio.
Ah, ik bewaarde hem … (Toe, steun, o
goden, de liefhebbende leugen.)
Maar ik bewaarde hem diep in het graf.
Daar is begraven, god!
míjn liefde en van jou enig genot
Berenice
Berenice
Che dirai?
Wat zeg je?
Tamiri
Tamiri
(Che farò?
Materno amore
(Wat te doen?
Jij, moederliefde
25
seguo, sì; le tue voci, e il tuo consiglio
mi trafigga lo sposo, e viva il figlio.)
volg ik, ja; opdat jouw stem, en jouw aard
doet leven mijn zoon, doorsteekt mijn
gemaal.)
Berenice
Berenice
Spiégati.
Vertel.
Tamiri
Tamiri
Il pargoletto,
che fin or t’occultai, voglio svelarti.
Mia cara madre, hai ben di sasso il core,
s’ei la vita d’un figlio oggi mi niega
io lo darò; ma... poi...
Het kleine kind,
dat ik tot nu toe verborg, wil ik je tonen.
Lieve moeder, ’t hart van jou is van steen,
als ’t mij het leven van een zoon ontzegt,
ik zal hem geven, en …
Berenice
Berenice
Dallo, e poi priega.
Geef hem, en bid.
26
Tamiri
Tamiri
Ecco, o regina, il grande
terror di Roma,
ecco l’avanzo estremo di quel sangue,
che s’aborrì.
Su via, piègati a terra
picciola fronte.
Questi, o regina, è il tuo nipote. In esso
del suo genio guerrier l’indole osserva;
ma col tuo sangue il tuo rigor consiglia,
Dit is dan, koningin,
de schrik van Rome,
dit is het laatste restant van het bloed
dat men verafschuwt.
Toe, buig diep naar beneden
je hoofdje klein.
Hij, koningin, is je kleinzoon. Je ziet
zijn aard van kwade krijgersgenius;
maar laat je strengheid je bloed
raadplegen,
want toch ben je mijn moeder.
che alfin madre mi sei.
Berenice
Berenice
Non mi sei figlia.
Je bent mijn dochter niet.
scena 8
scène 8
il prezioso onore
d’una libera morte? E quando mai
t’insegnò tal viltà la gloria mia?
Or vanne, e porgi ancora
al romano carnefice la spada,
là degli Elisi in su le nere soglie.
de kostbare eer in acht
van een vrije dood? En wanneer heeft ooit
mijn glorie je zo’n lafheid bijgebracht?
Ga nu, en geef alsnog
aan de Romeinse scherprechter dit
zwaard,
dat hij woest en wreed
diep in de jonge zachte borst zal steken.
Ga … nee blijf veeleer … Ik neem uit mijn ogen
dit afschuwwekkend aanzicht,
funest, lafhartig en abominabel;
maar de gerechte straf
ontvlucht je niet. Ik wacht je
als wrekende geest. Laag gedrocht, op de
zwarte
drempel van Elysium zal ik je zien.
Tamiri
Tamiri
Sposo... Farnace... Oh dio...
Gade … Farnace … o God …
Farnace
Farnace
Non mi sei moglie.
Je bent mijn gade niet.
perché fiero e crudele
in quel tenero sen tutta l’immerga.
Vanne … anzi resta … Io tolgo agl’occhi
miei
l’orror di quel sembiante
codardo, abominevole, funesto;
ma la pena dovuta
non fuggirai. T’attendo
spettro vendicator, larva sdegnata
scena 9
scène 9
Tamiri sola
Tamiri alleen
Recitativo accompagnato
Accompagnato-recitatief
Tamiri
Tamiri
Dite che v’ho fatt’io, ditelo, o cieli?
Zeg ’t, wat heb ik u gedaan, zeg ’t,
o goden?
Is het zo’n grote misdaad,
een juist erbarmen, dat gestraft moet
worden
op zo’n barbaarse wijze?
Slechts omdat ’k een miserabele
onschuldige
behoed voor mijn wreed razende
bestemming?
Nu ontkent mijn moeder
de benaming van dochter,
È delitto sì grande
una giusta pietà, che si punisca
Farnace e Tamiri
Farnace en Tamiri
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
dalla rabbia crudel del mio destino?
Questa è la fé spergiura
che tu serbi al consorte?
Così guardi a mio figlio
is dit hoe je de trouw
aan je echtgenoot misbruikt?
Zo neem je bij mijn zoon
Già mi niega la madre
il titolo di figlia,
in sì barbare guise?
Sol perché salvo un misero innocente
27
28
già mi toglie lo sposo
il nome di consorte, e sol mi resta
per mia pena maggiore
di consorte, e di figlia in petto il core.
Aria
ontneemt mijn echtgenoot
me de naam van gade, en tot mijn groot
verdriet blijft in mijn borst
alleen het hart van gade, en van dochter.
Aria
Tamiri
Tamiri
Dividete, o giusti dèi,
Gl’amorosi affetti miei
Nella madre, e nello sposo,
Che pietoso
L’un, e l’altro allor sarà.
Date poi per mio ristoro,
Date a me gl’affetti loro,
Che con quelli del consorte
Il mio cor sarà più forte,
E con quelli della madre
Più spietato diverrà.
Deel, o goden, naar believen
Mijn genegenheid, mijn liefde
In de moeder in de gade,
Dat genadig
De één en de ander weze.
Geef voor mijn weldadigheid,
Geef me hun genegenheid,
Dat met die van een gemaal
’t Hart nog sterker is, van staal,
En dat het met die van moeder
Onbarmhartiger is, wreder.
Aria
Aria
Gilade
Gilade
Quel tuo ciglio languidetto,
Il mio core tutto amore,
Ha saputo incatenar.
E quel placido sorriso,
Il mio petto tutto affetto,
Sempre più fa innamorar.
Jouw zwoel zwijmelende wimpers
Weten het hart, gans verliefd,
Prikkelend te ringeloren.
Die bedaarde zoete glimlach
Doet mijn boezem, gans verinnigd,
Van verliefdigheid vergroten.
scena 11
scène 11
Selinda, Farnace
Selinda, Farnace
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Al mijn getrouwen weten
dat ik in dit paleis
poog Berenice en
Pompeo te doden. Emireno wacht
op de grote daad, dan,
tegen de vijand, onstuimig en trots,
rukt hij zijn troepen op.
Gabinetti reali
Selinda, Gilade
Koninklijk kabinet
Selinda, Gilade
Ai miei fidi è noto
che in questa reggia io tento
di svenar Berenice,
di dar morte a Pompeo. Emireno attende
della grand’opra, e poi
contro i nemici impetuose, e fiere
spingerà le sue schiere.
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Selinda
Selinda
Ah s’egli è ver che m’ami,
principe generoso,
salva il figlio a Tamiri,
salva il nipote a me.
Als het waar is dat jij
me bemint, aardige prins,
red de zoon van Tamiri,
en red de neef van mij.
Maggior ch’io non credea
è il tuo disegno, ed il tuo rischio. Vanne,
vanne german, dove Emiren ti attende,
e a me lascia il pensiero
d’eseguir ciò, che brami.
Groter dan ik dacht
is je plan en je risico. Ga nu,
mijn broer, naar waar Emireno je wacht,
en laat aan mij de zorg
te doen hetgeen je wenst.
Gilade
Gilade
Farnace
Farnace
Per te cara mia fiamma
tutto farò, tutto ardirò, ma poi
di Gilade sarà l’opra e la fede,
d’Aquilio il merto.
Voor jou, mijn lieve vlam,
doe ik alles, waag ik alles, maar dan
is het Gilade’s verrichting en trouw,
Aquilio’s loon.
Ammiro il tuo
generoso, e magnanimo ardimento,
Selinda
Selinda
No,
te n’assicuro,
e per lo stral che mi piagò, te ’l giuro..
Nee,
’k verzeker het je,
bij de pijl die me verwondt,
zweer ik het je.
Ik bewonder je
welwillende, grootmoedige
onversaagdheid
maar wil geen maten bij het grote
waagstuk.
Met te veel ongeduld branden in mij
vaderliefde, wraakrazernij,
De zoon, het rijk, mijn eer
wachten op mij.
scena 10
scène 10
ma compagni non voglio al gran
cimento.
Impaziente troppo freme in me amore
di padre e furor di vendetta,
il figlio, il regno l’onor mio m’aspetta.
29
30
Aria
Aria
Farnace
Farnace
Gemo in un punto e fremo,
Fosco mi sembra il giorno,
Ho cento affanni intorno,
Ho mille furie sen.
Con la sanguinea face
M’arde Megera in petto,
M’empie ogni vena Aletto
Del freddo suo velen.
Ik kerm tegelijk brand ik
De dag schijnt mij verdonkerd
Rond me honderd zorgen
Binnenin duizend furiën.
Met haar bebloede fakkel
Gloeit in mijn borst Megaera,
Alecto vult mijn aderen
Met haar verkillend gif.
scena 12
Scène 12
Berenice col fanciullo, Pompeo con Aquilio,
e Selinda
Berenice met kind, Pompeo met Aquilio,
en Selinda
Recitativo
Recitatief
Berenice
Berenice
Dell’iniquo Farnace eccoti il figlio
vedilo: ha nel sembiante
della madre l’orgoglio
del genitore la perfidia. Abbatti
il papavero infausto,
pria che spiegata la superba spoglia
Hier, de zoon van onbillijke Farnace,
zie hem: in zijn gezicht
van de moeder de trots,
van de vader de perfidie. Sla neer
de fatale papaver,
voordat, als de hovaardige schil zich
uitvouwt,
het veld met stinkend zaden verstopt
raakt.
di pestiferi semi ingombri il campo.
scena 13
scène 13
Berenice, Aquilio, Selinda
Berenice, Aquilio, Selinda
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Amorosa e men irata
Lascerò d’esser credule,
Solo allor che vendicata
Dell’offesa resterò.
E nell’odio e nello sdegno,
Se la strage che desio
Non appaga l’odio mio,
Io l’istessa ognor sarò.
Liefdevol en minder pinnig
Ben ik niet langer lichtgelovig,
Opdat mijn beledigingen
Echt gewroken zullen zijn.
En in haat en toornigheid,
Als de rampspoed die ik wens
Mijn haat niet tevredenstelt,
Zal ik zelf tevreden zijn.
scena 14
scène 14
Selinda, Aquilio
Selinda, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Aquilio, e ben? Pensasti?
Pretendi più di mio campion la gloria?
Aquilio, wel? Wat denk je?
Ding je niet meer naar mijn kampioens
glorie?
Aquilio
Aquilio
Giacché ho quella d’amarti,
anche quella vorrei di meritarti.
’k Heb die je te beminnen,
’k zou ook die van jou te verdienen
willen­.
Aria
Aria
Pompeo
Pompeo
Duetto
Duet
Roma invitta ma clemente
Non precipita nel Tebro
Sangue illustre ed innocente.
Gonfia ben le rapid’onde,
Sormontando argini e sponde
All’orror di crudeltà.
E se beve latte e sangue,
Lei s’infuria e l’onda estolle,
E di sdegno e d’ira bolle,
Assorbir ben si vorria
E trar seco in compagnia,
Chi ricusa la pietà.
Rome, onwinbaar en zachtmoedig,
Slingert nimmer in de Tebro
Adelijk onschuldig bloed.
Snelle golven zwelt ze op,
Spoelend over dijk en oever,
Want ze heeft van wreedheid afschuw.
Moet ze drinken bloed en melk,
Raast ze en tilt de golven op,
Kookt en ziedt van toorn verkropt;
En ze wilde graag verzwelgen,
In haar compganie betrekken,
Wie van mededogen afziet.
Aquilio
Aquilio
Io sento nel petto …
Ik voel in mijn boezem …
Selinda
Selinda
Io sento nell’alma …
Ik voel in mijn ziel …
Aquilio
Aquilio
Sì grande l’affetto …
Die grote gevoelens …
Selinda
Selinda
Sì dolce la calma …
Zo’n rustig plezier …
31
32
Selinda
Selinda
Che avvinto il mio core
Ridirlo non sa.
Dal prode valore
Mi nasce il contento.
Kritiek heeft het niet,
Mijn verstrikkled hart,
Uit moed, stout en vief,
Ontstaat mijn genoegen.
Aquilio
Aquilio
Dal tuo fido amore
Acceso mi sento.
Door jouw trouwe liefde
Voel ik me zo warm gloeien.
Selinda
Selinda
Chi brama godere
S’adopri in piacere
Alla sua beltà.
Wie wenst zaligheid,
Moet zorgen dat hij
Zijn schone bevalt.
Atto terzo
scena 1
Derde akte
scène 1
Piazza d’Eraclea con trofei ed altri apparati
di trionfo
Pompeo, Berenice, Gilade, Aquilio seguìti
da ambedue gl’eserciti vittoriosi
Plein van Eraclea met trofeeën en andere
voorwerpen van triomf
Pompeo, Berenice, Gilade, Aquilio,
gevolgd door zegevierende legers
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Non trova mai riposo
L’anima sconsolata,
Che persa nello sposo
Ha la sua pace.
Or ch’in spavento mira
Il fiero vostro cor,
Ripiglia il suo rigor
E il duolo tace.
Nooit meer kan vredig slapen
De troosteloze ziel
Die haar rust in de gade
Verloren ziet.
Als vol ontzetting kijkt
Uw trotse strenge hart,
Wordt het weer bikkelhard,
En zwijgt het verdriet.
scena 2
Tamiri con servi che portano molti preziosi
doni. Pompeo col suo séguito e Aquilio
scena 3
scène 2
Tamiri met bedienden die kostbare geschenken
dragen. Pompeo met zijn gevolg en Aquilio.
scène 3
Farnace, Tamiri
Farnace, Tamiri
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Quanto mai fu crudele
la tua pietà nel dar la vita al figlio!
Sol così lo perdesti,
sol così l’uccidesti.
Wat was je mededogen
wreed door aan je zoon het leven te
geven!
Slechts zó verloor je hem,
slechts zó doodde je hem.
Tamiri
Tamiri
Ma del ciel la clemenza
con la man di Pompeo a me lo rende.
Son rea però di mille morti, e mille
De hemelse clementie
geeft me hem met Pompeo’s hand terug.
Maar ’k heb schuld aan duizend doden,
en duizend
33
34
a te ne chiedo. Squarcia questo petto.
Ma caro sposo, allor che ai piedi tuoi
languirò moribonda
in questo petto stesso
ravviva la cagion dell’error mio,
e riconosci, oh dio!
che vivo il figlio al genitor serbai
perché nel figlio il genitor amai.
vraag ik er aan jou. Doorklief deze borst.
Maar, lieve gade, als ik aan je voeten
verkwijn, op sterven lig,
dat in diezelfde borst
de oorzaak van mijn dwalingen herleve,
en wil, god! van me weten
dat ik de vaders zoon in leven liet,
want ’k had in de zoon de vader lief.
Aria
Aria
Tamiri
Tamiri
Forse, o caro, in questi accenti
Col tuo labbro mi favella
Qualche nume o qualche stella
Che rigor più non avrà.
Qualche nume che vorrà,
Qualche stella che saprà
Raddolcir i miei tormenti
Consolar la fedeltà.
Is ’r, o lief, met deze woorden
Eén die door jouw mond iets zegt,
Deze god of gene ster
Die geen nijdigheid meer heeft.
Deze god die in me meent,
Gene ster die in me weet
Mijn getrouwheid te vertroosten,
Te verzachten mijn groot leed.
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Sì qualche nume, o qualche stella al fine
ne darà qualche aita. Il cielo sempre
d’atre saette armato
ci fulmina sdegnato,
d’uopo è soffrir fin ch’ei non cangi
tempre.
Ja, deze god en gene ster, tenslotte,
zal hulp ons geven. De hemel met zwarte
pijlen immer bewapend,
bliksemt ons verontwaardigd,
we moeten lijden tot zijn aard verandert.
Aria
Aria
Farnace
Farnace
Quel torrente che s’innalza
Sulla sponda e fuor ne balza,
Ha nel mare alfin la tomba.
Così ancora avverso il fato,
Forz’è ben ch’un dì placato
Cangi aspetto e alfin soccomba.
Als een beek omhoog zich richt,
Buiten steile oevers springt,
Is het zeegraf toch haar eind.
Zo ook het vijandig lot,
Op een dag bedaard alsnog,
Verandert zich en bezwijkt.
scena 4
scène 4
Stanze corrispondenti a giardini
Selinda, Gilade
Kamers grenzend aan de tuin
Selinda, Gilade
Aria
Aria
Gilade
Gilade
Scherza l’aura lusinghiera,
E scuotendo e ramo e fronda,
Col suo dolce mormorio,
Va spiegando il suo goder.
Tale appunto sono anch’io,
Che di tua bellezza altera
Cedo ai vezzi ed al piacer.
’t Vleiend briesje speelt en lacht,
Schuddend takken en gebladerte,
Fluisterend zoet en zacht,
Spreidt het zijn genoegen uit.
Zo genietend ben ook ik,
Die voor aangename aanhalingen
Van een trotse schoonheid zwicht.
35
scena 5
scène 5
Selinda, Aquilio
Selinda, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Aquilio, il braccio forte
preparasti all’impresa?
All’opra dunque. Io voglio
che ritorni a regnar Farnace in soglio.
Aquilio, is je sterke
arm klaar voor de onderneming?
Dan aan het werk.
Ik wil dat op de koningstroon Farnace zit.
Aquilio
Aquilio
Farnace?
Farnace?
Selinda
Selinda
Sì. Vive Farnace, e quando
ei racquisti per te la sua grandezza
ti promette in mercede i miei sponsali.
Ja. Farnace is in leven,
als hij door jou zijn grandeur terug wint,
belooft hij je mijn echtverbintenis.
Aquilio
Aquilio
Ciò da me non dipende.
Zoiets hangt niet van mij af.
Selinda
Selinda
E tu procura
che dipenda da te.
Zorg jij ervoor
dat het wel van jou afhangt.
Aquilio
Aquilio
Che mai far deggio?
Wat dan te doen?
36
Selinda
Selinda
Berenice
Berenice
Dove primo esser puoi
sdegna d’esser secondo.
Fa’ che delle romane altere insegne
ricada in te l’autorità suprema,
e con libero impero allor farai
Chi sei? Volgi la fronte.
Wie ben je? Keer je om.
Farnace
Farnace
quanti re far vorrai.
Kun je de eerste zijn,
acht tweede jou te laag.
Zorg dat van de Romeinse trotse insignes
de hoogste autoriteit op jou neervalt,
en koningen, met volmacht regerend,
maak je
zoveel als je wilt maken.
Io son uno, che teme
nelle sorti seconde,
ma nell’avverse ha in un coraggio
e speme.
Ik ben er één die vreest
als ‘t lot voorspoedig is,
maar bij tegenspoed heeft hij hoop
en moed.
Aquilio
Aquilio
Pompeo
Pompeo
Contro Pompeo pretendi …
Tegen Pompeo eis je …
E ben regina,
il guerrier chi è?
Wel, koningin,
Wie is de krijger?
Selinda
Selinda
Quest’è il comando, è questo
il desiderio mio. Tu pensa il resto.
Dit is mijn bevel,
en dit is mijn wens. Denk jij aan de rest.
Berenice
Berenice
Non lo ravvisi?
Al favellar superbo, al volto audace,
Aria
Aria
Selinda
Selinda
all’orgoglio del cor? Egl’è Farnace.
Herken je hem niet?
Aan ’t brutaal gezicht, aan het fiere
praten,
aan de trots van het hart? Hij is Farnace.
Ti vantasti mio guerriero,
Intendesti il mio pensiero.
Se ricusi d’appagarmi,
Sei codardo, o mentitor.
Non dovevi lusingarmi
A svelarti il mio disegno,
Se bastante al grand’impegno
Non avevi in petto il cor.
Je prees je als mijn krijger aan,
Zou mijn denkwijze verstaan.
Als je mijn voldoening weigert,
Ben je ’n liegbeest of zwakzinnig.
En je hoort me niet te vleien
Dat ’k zou praten van mijn plan,
Als je borst ontbeert een hart
Dat voldoet aan de verplichting.
Pompeo
Pompeo
E nella reggia osasti
entrar furtivo, e contro me t’armasti?
Je durfde steels ’t paleis
in te gaan en je tegen mij te wapenen?
Berenice
Berenice
Trucidatelo, o fidi.
Getrouwen, maak hem af.
Farnace
Farnace
Morirò, ma pugnando
finché avrà lena il braccio, e taglio
il brando.
Ik zal sterven, maar strijdend
zolang de arm sterk is en de degen
snijdend.
Pompeo
Pompeo
Renditi: si disarmi, e s’incateni.
Geef je over: ontwapen hem en boei hem.
Berenice en genoemden
Farnace
Farnace
Recitativo
Recitatief
Non è, non è Farnace
facil trionfo. Io solo …
Farnace is geen makkelijke
triomf. Nee, alleen ik …
Pompeo
Pompeo
Regina,
in costui riconosci un tuo custode.
Koningin,
in hem herken je één van je bewakers.
Mentre Farnace è assalito dalle guardie
sopravviene, ed entra fra l’armi Tamiri
Als Farnace door de wachten wordt overvallen, komt Tamiri en mengt zich in de strijd
scena 6
Aquilio, poi Pompeo, e poi dall’altra parte
Farnace
scena 7
Berenice e detti
scène 6
Aquilio, dan Pompeo, en dan aan de andere
kant Farnace
scène 7
37
scena 8
38
scène 8
Berenice
Berenice
Tamiri e detti
Tamiri en genoemden
Tanto fasto?
Zo’n praal?
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
Tamiri
Tamiri
Tant’orgoglio?
Zo’n trots?
Oh dio! Fermate
fermate i colpi. Ah sposo,
a me quel ferro, a me lo cedi.
Io sono
la tua Tamiri. Io te ne priego. Lascia
che trionfi il mio amore
almen del tuo valore,
se non può trionfar
tutto il mio pianto della
fierezza d’una madre.
O God! Stop, stop
met slaan. Ah echtgenoot,
aan mij dat zwaard, sta ’t aan mij af.
Ik ben
Tamiri. Ik smeek het je. Laat tenminste
mijn liefde triomferen
over jouw grote moed,
wanneer mijn tranenvloed
niet triomferen kan
over een moeders woestheid.
Berenice
Berenice
Morte attendi.
Wacht je dood.
Farnace
Farnace
E morte io voglio.
En dood wil ik.
Tamiri
Tamiri
Madre, sposo, oh dio!
Moeder, gade, o god!
Farnace
Farnace
Farnace
Farnace
Io non chiedo a voi pietà.
Ik vraag u geen mededogen.
Prendi.
(getta la spada a’ piè di Berenice)
Neem.
(werpt zijn zwaard voor de voeten van
Berenice­)
Stil je vertoorndheid met
mijn bloed, en heb je het
gegoten uit de onverschrokken aders,
wreedaardig wild beest, lik je ’t
van de aarde.
Berenice, Pompeo Berenice, Pompeo
Non è tempo di pietà.
’t Is geen tijd voor mededogen.
Tamiri
Tamiri
Questa è troppa crudeltà.
Dit is veel te onmeedogend.
Tamiri, Farnace
Tamiri, Farnace
De gestrengheid en de schrik
Van mijn lot
Maakt mijn vroege dood weer kalm.
Sazia pur la tua rabbia
nel sangue mio, ma quando
sparso l’avrai dalle feroci vene,
fera crudel, ne lambirai l’arene.
Quartetto
Kwartet
Berenice
Berenice
Il rigore, e la fierezza
Della mia sorte
La mia morte appagherà.
Io crudel? Giusto rigore
Ti condanna, o traditore.
Ik wreedaardig? Billijke strengheid,
O verrader, oordeelt jou.
Berenice, Pomepeo
Berenice, Pompeo
La costanza, e la fortezza
Del tuo cor
La tua morte abbatterà.
De constantheid en de wil
Van je hart
Brengt je harde dood ten val.
Pompeo
Pompeo
Non sei degno di mercé.
Je bent erbarmen onwaardig.
Tamiri
Tamiri
Madre, duce, oh dio! Perché
Così barbara sentenza?
Moeder, leider, o mijn god!
Zo’n barbaars vonnis, waarom?
Farnace
Farnace
È viltà chieder clemenza.
Het is laf gena te vragen.
39
scena 9
scène 9
Gilade e Selinda con numeroso séguito,
tutti con l’arme nude, e detti
Gilade en Selinda met een talrijk gevolg, allen
met getrokken degens, en genoemden
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Berenice morrà, morrà Pompeo.
(assaltano le poche guardie di Berenice
e le fugano)
Dood aan Berenice, dood aan Pompeo.
(ze vallen de paar wachten van Berenice aan
en jagen hen op de vlucht)
Berenice
Berenice
Qual fellonia?
Een schurkenstreek?
40
Tamiri
Tamiri
Rifletti, sì, che impiaghi
Tamiri in Berenice.
Son io tanto infelice,
che difender non possa
dalla madre lo sposo,
dallo sposo la madre? Ah se in te resta
scintilla di pietà per chi t’adora
serba in vita colei …
Bedenk dat je Tamiri
verwondt in Berenice.
Ben ik zo ongelukkig
dat ik niet kan behoeden
de gade voor de moeder,
de moeder voor de gade? Heb je nog
voor ’n aanbidster een sprankje
mededogen,
houd in leven degene …
Farnace
Farnace
Voglio che mora.
Ik wil haar doden.
Pompeo
Pompeo
Qual tradimento?
Een laf verraad?
Berenice
Berenice
Gilade
Gilade
Perfido, o t’allontana, o squarcio il petto
della tua vaga.
Valsaard, verwijder je of ik splijt de borst
van je schatje.
A terra
quest’indegne ritorte.
Weg met
die onwaardige boeien.
Pompeo
Pompeo
Selinda
Selinda
O cedi, o del tuo figlio
vedrai la morte.
Of wijk, of van je zoon
zie je de dood.
Compisci di tua man la tua vendetta.
Voltrek eigenhandig je eigen wraak.
Farnace
Farnace
Farnace
Farnace
In vano, in van tentate …
Vergeef, vergeefs, proberen …
Amici, di Pompeo
si rispetti la vita. In Berenice
vadan tutti a ferir le nostre spade.
Vrienden, zij van Pompeo
’t leven geëerbiedigd; In Berenice
van ons allen onze degens gestoken.
Berenice
Berenice
Vieni.
Kom.
Berenice
Berenice
Pompeo
Pompeo
Traditori venite. Eccovi il petto,
non ricuso un castigo,
che meritai con ritardar la morte
Appressati.
Naderbij.
Tamiri
Tamiri
Oh dèi?
O goden?
al più fiero, e crudel de’ miei nemici.
Verraders, kom. hier is mijn borst. Ik wijs
een tuchtiging niet af
die ik verdien doordat ik de dood
uitstelde
van mijn meest wrede en gemene vijand.
Farnace
Farnace
Farnace
Farnace
Voglio sol io l’onore
di questo scempio.
Ik wil de eer van ’t afslachten
voor mij alleen.
Prence, germana,
or che farem?
Zuster en prins,
wat doen we nu?
Selinda
Selinda
Pompeo
Pompeo
Non so.
Ik weet het niet.
Ah principe, rifletti …
Ah prins, vooreerst, bedenk …
41
42
Pompeo
Pompeo
Farnace
Farnace
Principi, è tempo omai, che in voi
s’estingua
delle vostr’ire il fuoco. Alterna pace
dal generoso core
risorger faccia il già sopito amore.
Prinsen ’t is tijd dat het vuur van uw
toorn
in u uitdooft. Dat in ’t genereus hart
een alternerende vrede
de ingeslapen liefde doet herleven.
Si frastorni la pugna;
rendasi Aquilio.
Verstoor de strijd en geve
terug Aquilio.
Pompeo
Pompeo
Ad Emireno andate,
e ’l comando recate.
Naar Emireno snel,
breng over het bevel.
Farnace
Farnace
Vuoi la mia morte?
Eccoti il ferro. Uccidimi.
Wil je mijn dood?
Hier heb je de degen. Dood me.
Selinda
Selinda
Berenice
Berenice
A Gilade, che fabbro
fu della nostra sorte,
mostra la tua clemenza.
Toon aan Gilade, die in
zijn smidse over ons lot
beschikte, je clementie.
Farnace,
finito è l’odio mio. Vedo, che il cielo
apertamente lo condanna. Vieni
accoglimi qual madre,
ch’io t’abbraccio qual figlio. Abbia
Tamiri
un sì degno consorte, abbia il mio trono
un sì nobil sostegno. Omai vivete,
e felici regnate, e vostra sia
ogni fortuna, ogni grandezza mia.
Farnace,
over is mijn haat. ik zie dat de hemel
hem openlijk veroordeelt. Kom naar mij
ontvang mij als een moeder,
dat ik je omhels als een zoon. Tamiri
verkrijge een zo waardige echtgenoot,
mijn troon een zo nobele steun. En nu,
leef
en regeer gelukkig, de uwe zij
al het fortuin, alle grootheid van mij.
Berenice
Berenice
Io gli perdono,
e se Farnace assente,
ch’egli sii tuo consorte, a te lo dono.
Ik zal ’m vergeven,
en als Farnace toestemt,
dat hij je gade weze, hem jou geven.
Farnace
Farnace
Principe, il tuo gran merto
di maggior premio è degno.
Ti debbo oltre Selinda, e vita, e regno.
Waardige prins, je verdient
zelfs een nog grotere prijs.
Mij blijft Selinda, ’t leven en het rijk.
Pompeo
Pompeo
Coro
Koor
Per sì lieti successi anch’io ti rendo
il tuo scettro, il mio amor. Con Berenice
vivi, e regna felice.
Ma d’Aquilio, che avvenne?
Om de zo goede afloop geef ook ik je
je scepter, mijn liefde. Met Berenice
leef, en regeer gelukkig.
Maar Aquilio, waar is hij?
Coronata di gigli, e di rose
Con gl’amori ritorni la pace.
E fra mille facelle amorose
Perda i lampi dell’odio la face.
Dat, gekroond met leliën en met rozen,
Vrede wederkere met de liefde,
En bij duizend lieve lichtende toortsjes,
De toorts van de haat zijn schicht verlieze.
Gilade
Gilade
(a Pompeo)
È prigioniero.
(a Farnace)
Emireno il tuo duce,
mentr’ei passava dalla reggia al campo
lo rattenne per via.
(tegen Pompeo)
Gevangen genomen.
(tegen Farnace)
Emireno, je leider,
hield hem aan toen hij zich van het paleis
naar ’t kampement begaf.
libretto:
Antonio Maria Lucchini (ca 1690-ca 1736)
vertaling: Evianne de Kup
Selinda
Selinda
Contro il romano
esercito già move
furibondo Emireno un nembo d’armi.
Tegen ’t Romeinse
leger rukt Emireno
al met een zwerm gewapenden razend op.
43
Scarica

Farnace, dramma per musica